Recensie: Claire Vaye Watkins – Ik hou van je maar ik kies het duister
‘En ik voelde wel honderd nieuwe dingen per dag, allemaal overweldigend intens’
Hoe vaak kun je taboes doorbreken en na hoeveel doorbraken is er überhaupt nog sprake van een taboe? De nieuwe roman Ik hou van je maar ik kies het duister van de Amerikaanse Claire Vaye Watkins is volgens de achterflap het ‘een rebelse, taboedoorbrekende roman over familie, huwelijk, werk, seks en moederschap’, maar ondertussen is het de zoveelste roman waarin een auteur ongeremd en zonder enige zelfkritiek pagina’s lang in een ellendig verleden roert, de onmogelijkheid en uitzichtloosheid van menselijke relaties uitbuit, zonder zich druk te maken over de compositie van de roman.
Claire gaat met het vliegtuig naar haar geboortestreek Reno, Nevada, om daar als auteur een lezing te houden, terwijl ze haar man en dochter thuislaat. Worstelend met een postnatale depressie komt ze daar de spoken van haar verleden tegen. Ze is opgegroeid bij de Mojavewoestijn, als dochter van een verslaafde moeder en een al vroeg overleden vader die lid was van de beruchte sekte van Charles Manson. Ook zelf gebruikt ze diverse verdovende middelen en deelt met diverse mannen en vrouwen het bed. Goed, het is schaamteloos, maar dat is iets anders dan taboedoorbrekend. Er zijn genoeg boeken geschreven door moeders die een puinhoop maken van hun leven en niet in staat zijn voor hun kind te zorgen of zelfs van te houden. Daarin laat deze roman geen nieuw geluid horen.
Desondanks zijn er prachtige passages te vinden in het boek, zoals de verschillende versies die ze geeft van de dood van haar moeder:
Eén manier om dit allemaal te vertellen is: mijn moeder was verslaafd aan opioïden en heeft een overdosis genomen. Een andere manier is: mijn moeder was suïcidaal en heeft zich van het leven beroofd. (…). Een andere manier is: de medische wetenschap leverde haar over aan de familie Sackler, en die zoog haar tot de laatste druppel leeg, vernietigde haar en iedereen die haar dierbaar was, en gaf haar de schuld. Een andere manier is: ze had hulp nodig en niemand hielp haar. Een andere manier is: haar bloed was doortrokken van de pijn van haar moeder en van haar moeder en van haar moeder, en ze was er helemaal mee verzadigd.
Hierin laat ze niet alleen zien hoe je vanuit verschillende perspectieven naar de dood van iemand kunt kijken, maar ook hoe de auteur zelf talloze manieren heeft om een gebeurtenis onder woorden te brengen. Ook de ‘vagina dentata’ zijn een fantastische vondst. Na de geboorte groeit er een ring van tanden in Claires vagina, waardoor er in feite een monster in haar huist, en zij enigszins terughoudend is tijdens de seks, om de heren niet al te zeer af te schrikken. Het beeld is treffend, juist omdat ze eindeloos haar eigen grenzen heeft overschreden in haar overgave aan de vele mannen, alsof haar eigen lijf protesteert in de vorm van een vaginaal monster, precies na de geboorte van haar dochter. Ook de beschrijving van haar spontane verblijf in het ouderlijk huis is de moeite waard. Het huis is onoverzichtelijk, vol onbekende hoekjes en duistere kamers. Dat beeld raakt, omdat het de warboel van haar verleden symboliseert.
Die prachtige passages had ze kunnen bundelen en de roman misschien zelfs tot een derde kunnen terugbrengen. Alle tienerbrieven van haar moeder had ze achterwege kunnen laten. Ze zien eruit alsof Watkins deze integraal uit haar archief heeft overgenomen: misschien interessant voor de kleinkinderen, maar de meeste mensen zouden die allang hebben weggegooid. Ook de diverse dialogen met haar hervonden vrienden onder invloed van verdovende middelen zijn vervelend. Als de auteur enige zelfkritiek had en niet de grenzeloze behoefte om zichzelf voortdurend te etaleren, en de lezer te vermoeien met alles wat ze voelt, hoe intens dat alles ook mag zijn, had er iets puurs en krachtigs kunnen staan.
Dietske Geerlings
Claire Vaye Watkins – Ik hou van je maar ik kies het duister. Vertaald door Jeske van der Velden en Thijs van Nimwegen. De Arbeiderspers, Amsterdam. 288 blz. € 21,99.