Column: Coen Peppelenbos – De zeven schuifjes
De zeven schuifjes
Dat je soms jaren moet wachten op je gelijk, ondanks een boze pr-mevrouw, geeft toch wel enige voldoening. Dat ik op Tzum uitvoerig over NBD Biblion schreef wil overigens niet zeggen dat ik zo laaiend enthousiast was over de kwaliteit van de oude recensies. Daar is nogal wat op aan te merken (zie bijvoorbeeld hier, hier, hier, hier, en hier).
Als halve uitgever kan ik ook een eind meegaan met de opmerkingen van Gerrit Brand, uitgever van Nobelman.
Nou ja. Zo’n ramp is het nou allemaal ook weer niet, zeg ik als uitgever. De recensenten zijn niet altijd even onbevooroordeeld en voor de uitgeverij is het altijd maar afwachten of de recensie van biblion wel de nodige bestellingen oplevert.
— Gerrit Brand (@gjbrand) March 12, 2022
Als je een goede recensie hebt wordt ie vaak teniet gedaan door een opmerking als: niet voor een breed publiek waardoor het aantal bestellingen minimaal is.
— Gerrit Brand (@gjbrand) March 12, 2022
De woordkeuze van de schrijver van de aanschafinformatie zorgt er inderdaad voor of een boek door drie bibliotheken werd aangekocht of door tachtig. Dat het systeem nodig toe was aan een herijking was wel duidelijk.
Toch heb ik met buitengewoon veel plezier gekeken naar de publicitaire ramp die NBD Biblion deze week over zichzelf afriep. Elke actie die ondernomen werd, was fout. Zo werden de bibliotheken eerder ingelicht dan de mensen die de recensies schreven. Sommige recensenten werden gebeld, andere niet. Sommige recensenten kregen uit het niets een oprotbriefje met de onderwerpsregel ‘Bedankt voor je waardevolle bijdrage’, andere niet. Om het extra leuk te maken had NBD Biblion er nog een feestje bij verzonnen. Kom dansen op je eigen begrafenis. Toen er wat gemor ontstond organiseerde men in allerijl een webinar. Die is niet bedoeld om de inhoudelijke kritiek te weerleggen, maar om het proces nog eens uit te leggen. Ik ken die trucjes uit het hoger onderwijs: als men niet bereid is om inhoudelijk ergens op in te gaan; dan gaat men de processen toelichten. Toen er inhoudelijke kritiek kwam op de voorbeeldrecensie door computers, zei NBD Biblion dat de voorbeelden nog niet juist waren en moest directeur Nina Nannini op de radio toegeven dat (na drie-en-een-half jaar voorbereiding) het systeem nog niet helemaal klopte. Vanaf nu werkt men niet meer met vijf schuifjes, maar met zeven schuifjes. Opnieuw een technisch antwoord uit de managementhoek, want de vraag waarom het boek Nachtangst van Giphart was ingeschaald op relatief veel seks (en Aleksandra van Lisa Weeda op relatief weinig geweld) werd niet beantwoord. Ik denk dat men bij opleidingen Communicatie nog jaren kan teren op alle fouten die zijn gemaakt deze week.
Onder dit gedoe bij NBD Biblion gaapt een totaal andere kloof, namelijk tussen mensen die lezen en de mensen die dat niet doen. Mijn opa en oma hadden een bibliotheek in Wijhe (de Sing Sing-bibliotheek), maar voordat ze die openden moest mijn oma wel een boekenexamen doen. Nu, decennia later, is de bibliotheekacademie verdwenen en werken er bij de bibliotheek heel veel mensen die nauwelijks boeken lezen en nauwelijks de literaire bijlagen bijhouden. Ze bestaan gelukkig nog wel, maar van deze uitstervende soort krijg je berichtjes hoe erbarmelijk het gesteld is met de kennis van literatuur bij collega’s. Je verwacht bij de collectievorming juist mensen die weten wat er speelt, die weten wat er uitgegeven wordt, die weet welke doelgroep welk boek leest. De praktijk is vaak – godzijdank niet altijd – een andere: een medewerker die van toeten noch blazen weet, bouwt een collectie op aan de hand van de aanschafinformatie van NBD Biblion.
Mijn oplossing: gooi de gecomputeriseerde aanschafinformatie van NBD Biblion weg en zorg dat de informatie die uitgevers naar het Centraal Boekhuis sturen ook terechtkomt bij bibliotheken. Zorg dat je ter zake kundige mensen krijgt aan wie je de collectieopbouw kunt toevertrouwen. Laat ze jaarlijks verplicht op inhoudelijke bijspijkercursussen gaan. Misschien zijn er tussen die 700 afgedankte recensenten genoeg vakmensen te vinden om alle bibliotheken te voorzien. Hef NBD Biblion op.
Coen Peppelenbos
Zeer mee eens. Kleine variant: laat het Centraal Boekhuis samen met een pool recensenten aanschafinformaties leveren een de bibliotheken. In een kortere productieketen, waardoor sneller en met een beter proces waarin snelle peer reviewing is opgenomen. Echt het kan.
Volledig mee eens. Ik ben helaas een van die 700, specialisme jeugdliteratuur. Dertig jaar lang als docent bevlogen bezig met de lezende (of eigenlijk nauwelijks lezende) jeugd. Met grote betrokkenheid die recensies gemaakt. De voorbeelden die je noemt van miskleunen van – in de volksmond – ai’s zijn overigens schrijnend, maar daar hadden de redacteuren van die afdeling dan iets aan moeten doen. Zij zorgen voor het eindproduct. Een hogere snelheid is inderdaad geboden, maar je suggestie van deskundige collecteurs omarm ik volledig. Overigens komt de directrice – niet alleen bij Frits Spits’ ‘ Taalstaat’ , aar ook bij de door zojuist gevolgde webinar moeizaam uit de verf.
AI heeft geen kennis van de wereld, een mens wel. Dat is het grote verschil tussen een computer-recensie en een door mensen geschreven aanschafinformatie. AI kijkt niet verder dan dat ene boek. Een mens kan het boek in een reeks van eerder verschenen werken plaatsen. Ik houd mijn hart vast hoe AI uit de jaarlijks te verschijnen berg geschiedenis- dan wel schaakboeken (mijn terrein) de krenten uit de bekende pap weet te vissen. Ze kan dit niet, want kijkt niet verder dan het achterkaft.
Uitgevers moeten niet klagen. Menig lovende aanschafinformatie van mijn hand leidde tot amper meer dan 30 verkochte exemplaren. Doelgroep was onderdeel van de oude aanschafinformatie. Die zie ik nu nergens meer terug.
Dat een zee aan kennis van recensenten nu droogvalt is vooral triest voor de bibliotheken.
Bedoelde in min bijdrage collectioneurs i.p.v. collecteurs. Dat krijg je als je grieperig, te gehaast en geërgerd je bijdrage inlevert. De inhoud blijft echter onveranderd. Het blijft in mijn ogen een slechte ontwikkeling.
Ook ik ben een van de recensenten. Al jaren. Soms krijg je een boek waarover je enthousiasme nauwelijks past binnen de maximale 1100 tekens. Een andere keer is een boek zo matig dat het je aandacht nauwelijks waard is.
Ik realiseer me in ieder geval door alle commotie dat ik wel de hand in eigen boezem mag steken als het op het insturen van de recensie aankomt. In de herkansing (laatste nieuws) zal ik beterschap beloven en de recensie binnen een week versturen!
Ik ben het eens met het voorstel een selecte ploeg recensenten in te schakelen.