Nieuws: Debutantenprijs van de MdNL 2022 voor Sholeh Rezazadeh
De Debutantenprijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 2022 (voorheen de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs) is dtoegekend aan Sholeh Rezazadeh voor haar debuut De hemel is altijd paars. De Debutantenprijs bestaat uit een glasobject en 7.500 euro. De in 1925 ingestelde prijs wordt ieder jaar uitgereikt, afwisselend in de categorieën poëzie en proza, aan een schrijver van wie in de voorgaande jaren haar/zijn eerste of eerste twee publicaties zijn verschenen.
Uit het juryrapport:
[…] een opmerkelijk romandebuut, fijnzinnig geweven zoals een Perzisch tapijt of misschien beter: zoals een kleur- en beeldrijke miniatuur, waarin op bijzonder sensitieve, introspectieve wijze het portret van een zoekende, dromerige jonge vrouw wordt geschetst.
Het is een boek, zoals de titel al aangeeft, vol kleur en zintuiglijkheid, ook in de stijl. Dat was een van de redenen dat de jury zich door dit debuut liet verleiden en bekoren.De verteller-protagonist Arghavan is een vrouw van Iraanse origine in Amsterdam. Zij baat een tweedehandswinkel uit en verkoopt spullen waaraan verhalen vastzitten. Ogenschijnlijk een simpel gegeven, maar het is een briljante vondst: niet de spullen vormen de kern, maar de verhalen en de personen erachter. Welke weg heeft een voorwerp afgelegd voordat het in haar winkel terecht is gekomen? Welke persoonlijke verhalen zijn ermee verbonden?
De auteur woont sinds 2015 in Nederland en maakte zich in die betrekkelijk korte tijd de taal meester; ze schreef poëzie waarmee ze in 2019 de El Hizjra Literatuurprijs won. De hemel is altijd paars is haar echte literaire debuut dat semi-autobiografische aanleiding heeft. Zelf noemt ze haar debuutroman deels fictie, deels non-fictie. De auteur zelf verliet het bergachtige, zonovergoten Iran, dat ze ergens ‘giftige’ geboortegrond noemt voor het platste land ter wereld, Nederland. Ontheemding, vervreemding en heimwee zijn de grote dragende thema’s.
Met haar nieuwe taal schreef Rezazadeh een betoverende roman die niet alleen qua thematiek maar ook in taal de Nederlandse literatuur verrijkt. De jury was verrast door de ongekende rijkdom van dit boek, dat zijn harde waarheid ogenschijnlijk ‘verbloemt’ achter het prachtigst poëtisch proza. Haar boek is als een juweel in de recente Nederlandse letteren.
De Commissie van voordracht bestond uit Hanneke van Eijken, Kester Freriks (voorzitter), Pia de Jong, Yves T’Sjoen en Lies Van Gasse.
Ik herinner met dit boek als het ‘Iran: niks aan de hand!’-boek. Dat komt doordat het boek wel gaat over Iran en over de verschillen tussen Iran en Nederland, maar de schrijfster een nogal selectief en eenzijdig beeld geeft.
Dat is met name door dingen niet te melden. Een van de weinige dingen die ze wel vertelt over Iran is dat automobilisten gevaarlijk rijden. Waarom wordt juist dat verteld en andere, grotere problemen (mensenrechten, economische problemen) verzwegen?
En hoe kan het dat ze nooit zegt dat de dingen die ze in Amsterdam doet in Iran niet kunnen en mogen? Je kan daar toch bijna niet omheen?
Als ze wel wat zegt over Iran dan zit er een bepaalde suggestie in. Zo zegt de schrijfster dat mensen in Nederland vooroordelen hebben over Iraniërs. En dan noemt ze o.a.: hele lichaam en gezicht bedekt met dikke, zwarte doeken en hekel aan honden. Maar … die dingen zijn toch gewoon grotendeels waar? Oké, misschien niet per se dikke doeken maar bedekte kleding is in Iran voor vrouwen wel degelijk een wettelijke verplichting.
Het lijkt wel alsof ze bepaalde informatie vooral niet wil geven. En dat ze wil uitdragen: “Iran: niks aan de hand!” Die prijs had voor mij dus niet gehoeven.