Perecs e-tekst – een knetterend gekkenwerk – gerecenseerd: veel respect!

Een lipogram is een tekst waarin een of meerdere letters ontbreken. Georges Perec (1936 – 1982) schreef de twee beroemdste: La disparition (1969), een roman waarin de klinker e niet voorkomt, en Les revenentes (1972), waarin alle klinkers behalve de e zijn weggelaten. Toen La disparition verscheen, was Perec net lid geworden van OuLiPo (Ouvroir de Littérature potentielle), waarvan het bekendste lid Raymond Queneau was. De leden van deze groep proberen de grenzen van de taal te verleggen door vormbeperkingen, contraintes, op te leggen. Zo ontstaan niet alleen lipogrammatische werken, maar ook teksten waarin de woorden even lang zijn of teksten waarin elk woord een lettergreep langer is dan de vorige. Beperkingen bleken voor Perec een vorm van vrijheid te zijn die zijn creativiteit stimuleerde. Het schrijven met contraintes is niet zomaar een spel, maar een ernstige poging om de literatuur te vernieuwen.

Het schrijven van een lipogrammatische tekst is uiterst moeilijk, maar wat nog veel moeilijker is, is het vertalen van zo’n tekst. Perec was vrij om te schrijven wat hij wilde, maar een vertaler heeft als extra beperking dat de inhoud van het origineel hetzelfde moet zijn als de inhoud van de vertaling. Een aartsmoeilijke klus dus, maar toch is Guido van de Wiel erin geslaagd om beide lipogrammen van Perec te vertalen. In 2009 vertaalde hij La disparition als ’t Manco en nu heeft hij ook Les revenentes vertaald als De wedergekeerden. In het begin van de roman is Perec erg streng en houdt zich aan de spellingsregels, maar naarmate het verhaal vordert, veroorlooft hij zich meer vrijheden. Van de Wiel volgt hierin Perec en daarom lezen we naar het einde toe woorden als ‘ejeQleerde’ voor ‘ejaculeerde’ en ‘neqelesses’ voor ‘halsketting’. Deze taalkundige ontsporing loopt gelijk met de inhoudelijk steeds extremere seksuele escapades.

’t Manco en De wedergekeerden vormen een tweeluik. De autobiografische duiding is ondertussen klassiek geworden. Perec verloor beide ouders, die Joods waren, tijdens de Tweede Wereldoorlog: Perecs vader overleed als militair en zijn moeder werd bij een razzia opgepakt en naar Auschwitz gedeporteerd. Het verdwijnen van de ouders en het persoonlijke gemis van Perec worden in ’t Manco literair gesymboliseerd door het weglaten van de belangrijkste klinker van het alfabet. Omdat in De wedergekeerden de e terugkomt, kan deze roman worden geïnterpreteerd als de hereniging met de ouders. Naast de autobiografische duiding van de titel wijst Guido van de Wiel ook op andere mogelijke interpretaties, onder andere inhoudelijk, symbolisch, intertekstueel en psychoanalytisch.

Inhoudelijk is De wedergekeerden een bizar verhaal over het stelen van juwelen en het houden van een orgie – ‘een seksfeest’ – in een kerk. Zowel een spionageroman als een erotisch werk in de lijn van Markies de Sade. Een fragment uit het laatste deel, waarin Perec en de vertaler zich taalkundige vrijheden permitteren:

Estelle heeft een slecht geweten en wenst me een wederdeenst te leveren. Ze legt me neer en melkt met d’r gehemelte m’n ejkel, terwel ze met een tedere greep m’n edele delen streelt. M’n zwengel erecteert weer meteen. M’n steng verheft zech en m’n vlees leek wel getemperd smeedwerk; Estelle greep m’n lendenen met d’r benen klem, greep m’n deel en bereed me. Deze scène bleken Bérengère en Thérèse weer gejl te beleven. Ze bleven heet en ze streelden elkeen steeds teder en wreven elk lekker plekje vele keren.

Hoewel er natuurlijk kunstgrepen worden toegepast en er verouderde woorden in voorkomen, is het boek verrassend leesbaar. De moeilijkheid van het vertalen, de dieperliggende betekenissen en de symbolische verwijzingen zijn terug te vinden in twee lijvige en gedetailleerde boeken die gratis kunnen gedownload worden via www.wheelproductions.nl: Les revenentes en De wedergekeerdenbeter begrepen en De wedergekeerden per regel bekeken. Sommige interpretaties zijn erg vergaand, maar dat beseft de vertaler ook: dikwijls geeft hij aan dat iets vergezocht lijkt en door Perec niet zelf in de tekst is gelegd.

De beste leeservaring is om eerst Les revenentes en De wedergekeerden beter begrepen te lezen, om daarna de vertaling zelf te lezen met De wedergekeerden per regel bekeken als ondersteuning bij passages die niet meteen helder zijn. Een teveel aan interpretaties bederft het leesplezier, maar beide e-boeken tonen aan dat Guido van de Wiel extreem veel kennis bezit over Perec, zijn oeuvre en de interpretaties ervan. De wedergekeerden is een vertaling waar van de Wiel twaalf jaar aan heeft gewerkt en voor die bijna bovenmenselijke inspanning verdient hij enorm veel respect.

Kris Velter

Georges Perec – De wedergekeerden. De Arbeiderspers, Amsterdam. 126 blz. € 22,50.