Recensie: Hermann Ungar – Knapen en moordenaars
Hoe liefdeloosheid de geest verminkt
In het bescheiden oeuvre van de Hermann Ungar (1893 – 1929), telg van een joods-Moravische familie, zijn de personages die hij ten tonele voert bepaald geen figuren met wie je je zou willen identificeren. Terwijl hij toch vaak de ik-vorm hanteert voor het vertellen van het verhaal.
Die personages zijn vrijwel zonder uitzondering geestelijk verminkt door onderdrukkende sociale conventies en gebrek aan liefde. Opgegroeid als wees, of als half-wees wegens een jong gestorven of verdwenen moeder hebben ze geen onvoorwaardelijke ouder (moeder-)liefde ervaren, waardoor hun driftleven zich heeft ontwikkeld tot drang tot onderwerping van anderen, of zelfs van hun destructie.
Zo ook de hoofdpersonages in de twee vroege verhalen van Knapen en moordenaars. In het eerste verhaal, ‘Een man en een dienstmaagd’, vertelt de ik-figuur – zijn vader is overleden, zijn moeder kort nadien vertrokken met achterlating van haar zoontje – hoe hij opgroeide in een tehuis, dat dankzij een liefdadigheidsstichting steeds vier weesjongens en vier bejaarde, nooddruftige mannen onderdak en verzorging biedt. Hij deelt een slaapkamer met een oude man, wiens voortdurende gerochel en gemummel en de stank van diens nachtpon hem uit de slaap houden.
De jongen projecteert alles wat hij langzamerhand aan de weet komt over seksualiteit op Stasinka, de zwakbegaafde dienstmeid die borsten als uiers heeft en de wereld inkijkt met de blik van een koe, maar die, hoezeer hij ook zijn best doet om haar werk uit handen te nemen, toch niet vatbaar blijkt voor zijn avances en wél te sterk om hem van haar lijf te houden. Zijn drang om Stasinka te onderwerpen wordt gaandeweg een obsessie, die zelfs niet slijt, lang nadat hij het tehuis heeft verlaten, via allerlei omwegen in Amerika is beland en een succesvolle, keiharde zakenman is geworden.
In het tweede verhaal, ‘Verhaal van een moord’, is de ik-figuur de zoon van een voormalige legerarts, die wegens malversaties uit de dienst is ontslagen en in een provinciestadje met zijn adolescente zoon van een armoedig pensioentje leeft. De zoon vertelt het verhaal van die periode in zijn leven als hij in een gevangenis een lange straf uitzit.
Met lede ogen zag hij hoe zijn drankzuchtige vader zich de sarcastisch bedoelde aanduiding ‘generaal’ liet welgevallen en zich liet aanzetten tot het vertellen over zijn verrichtingen op het slagveld, die op hun best overdreven zijn en voor het overige verzonnen.
Van een gedroomde militaire carrière van de zoon is niets terecht gekomen, wegens fysieke ongeschiktheid. Erger nog was dat hij dan maar bij de kapper in de leer moest, de man die zijn vader elke ochtend schoor en in wiens gefleem hij steeds sterker achterbaks gemanipuleer is gaan vermoeden. Toen zich een vreemdeling met een officiële, militaire missie in het stadje meldde en de zoon tijdens diens scheerbeurten de kapper met hem hoorde smoezen, wist hij het zeker: de kapper was erop uit zijn vader aan de schandpaal te nagelen. Wat hem tot een door paranoia aangedreven wanhoopsdaad heeft gebracht.
Dit verhaal is het beste van de twee in deze bundel. Ungar laat zien hoe de liefde van de zoon voor zijn vader medelijden wordt en medelijden vervolgens verandert in minachting en paranoia, gevoelens waarvoor de zoon vooreerst nog een uitlaatklep vindt door dieren te kwellen. Steeds meer opgesloten in zichzelf, verwijdert zijn geest zich steeds verder van de werkelijkheid, totdat hij die niet anders meer kan zien als één grote samenzwering.
Door de verminkten – overigens de titel van een latere roman van Ungar – zelf hun verhaal te laten vertellen, dringt Ungar diep door in hun door driften en obsessies geleide logica, met huiveringwekkend proza als resultaat. Ungars romans en verhalen drongen na verschijning niet tot een groot lezerspubliek door, misschien wel juist vanwege hun huiveringwekkende karakter. Maar hij mocht wel een schrijver als Thomas Mann tot zijn bewonderaars rekenen.
Hans van der Heijde
Hermann Ungar – Knapen en moordenaars. Vertaling en nawoord Huub Beurskens. Koppernik. 126 blz. € 19,50.
Waarom is er geen afbeelding te zien van Ungar’s roman “De verminkten” in de enorme rij afbeeldingen van Ungar’s werk. “De verminkten” werd in 1991 uitgegeven door Coppens & Frenks in de vertaling van Carlien Brouwer!