Recensie: Irwan Droog – Het huis aan het einde
Leegte rondom
Het is bewonderingswaardig wat Irwan Droog en zijn vriendin gedaan hebben: ze lieten de drukte van de stad achter zich en leefden gedurende een half jaar op een stil eiland ergens ver weg van Nederland. De een zal een tropisch eiland voor ogen hebben, de ander verkiest een noordelijke locatie. In Het huis aan het einde doet Irwan Droog verslag van zijn verblijf op Selvær, een overzichtelijk Noors eilandje op de poolcirkel met slecht enkele bewoners. Het is begin 2021, iets meer dan een jaar geleden. Het boek is dus in relatief korte tijd geschreven en verschenen, wellicht dat wat reflectie en afstand het nog mooier had gemaakt en er iets meer persoonlijke laagjes in verweven hadden kunnen worden.
Door een berichtje op Facebook werden Droog en zijn vriendin op het spoor gezet. Zoals op wel meer plekken in Noorwegen neemt ook op Selvær de bevolking af en men is naarstig op zoek naar groei, zelfs uit Nederland. Het jonge stel met hun hond kan in een huis van mensen die het grootste deel van het jaar in Oslo zitten. De naam van het huis is Nessestua, volgens een eilandbewoner zou het iets kunnen betekenen als ‘neus’ (nese), ‘uitstekend, puntig deel van iets.’ Het stuk grond waar het op staat is het verst verwijderd van de haven.
Voorin het boek zit een overzichtskaartje van het eiland en enkele omringende eilanden. Vrij nauwkeurig beschrijft Irwan Droog de wandelingen en de bezoekjes aan bijvoorbeeld het weefgebouw, de winkel of de kapel en op die manier kun je een beetje meelopen.
Het stel wordt gastvrij ontvangen, de andere bewoners, van wie sommigen ook nog een huis op het vasteland hebben en voor kortere of langere tijd op het eiland verblijven, delen graag hun kennis en levenswijze met de Nederlanders. Het grootste kenmerk is natuurlijk dat alles veel rustiger gaat. De tijd lijkt in een andere dimensie te zitten, het contrast met het drukke Amsterdam dat Droog achter zich heeft gelaten, is enorm.
De visfabriek en de school waren ooit volop in gebruik, maar toen de jongeren wegtrokken en er geen aanwas meer kwam, bleef een handvol permanente bewoners achter. De opzet van het verblijf van Irwan en zijn vriendin is om te kijken of zij zich er ook definitief kunnen vestigen. Die vraag speelt door het hele verhaal, en de twijfel wordt mooi beschreven, tot op het laatste moment. ‘Waar ik eigenlijk achter probeer te komen: ben ik weg, of ben ik thuis?’
Ze maken tochtjes op zee, genieten van de gastvrijheid en leren over de flora en fauna, zoals de talloze eidereenden die dons leveren voor exclusieve dekbedden, met de hand gemaakt door een van de oudste bewoonsters. En langzaam komen ze steeds meer te weten over de geschiedenis van het eiland, over de vissers die nooit terugkeerden, over de redenen van bewoners om te blijven of juist te vertrekken.
Heel af en toe wordt Droog echt persoonlijk en beschrijft hij zijn angsten en de mogelijkheid om daar aan te ontsnappen door aan een ‘happy place’ te denken. Deze gedachte is gebaseerd op een eerder bezoek aan Noorwegen en sindsdien kon hij zich in zijn hoofd terugtrekken door aan het indrukwekkende ruige en stille landschap van toen te denken. En nu woont hij te midden van dat landschap. Iets meer van dat overweldigende gevoel of zijn persoonlijkheid had best beschreven mogen worden, Droog blijft een wat afstandelijke observator die zeer beeldend en ingetogen de kaalheid van het eiland en de uitgestrektheid van de zee beschrijft. Dat doet hij goed, zonder meer.
Maar reisverhalen, ook al gaat het hier om een langdurig verblijf, gaan niet alleen om de verandering van leefomgeving, maar vooral ook om de invloed daarvan op je gemoedstoestand. Reisverhalen zijn een heerlijke mengeling van feitelijkheden, interessante weetjes, beschrijvingen van de omgeving, boeiende ontmoetingen, dialogen met onbekenden en de persoonlijke ontwikkeling van de reisschrijver. Is dit echt waar hij naar op zoek was; wat doet het met je innerlijk, met je beeld op de hectische wereld? Wat waren zijn drijfveren en werden die tijdens het verblijf bijgesteld? Daar ben ik als lezer nieuwsgierig naar. Zo zou ik ook heel graag willen weten hoe het hem nu vergaat, hoe het leven op het eiland hem heeft veranderd.
Het huis aan het einde geeft een mooie sfeerimpressie van het leven op een afgelegen eiland en doet verlangen naar meer, naar dieper en naar hoe nu verder. Maar misschien komt er een vervolg waarin dat verlangen ingewilligd wordt. Laten we het hopen.
Arjen van Meijgaard
Irwan Droog – Het huis aan het einde. Thomas Rap, Amsterdam. 224 blz. € 22,99.