Recensie: Gerard Reve – Zeer Fijne Boy
‘Een boek van de heer Reve is nooit te duur’
Zonder alle opvulling was Zeer Fijne Boy een zeer mager werkje geworden. Dankzij een voorwoord van de uitgever, een inleiding van Jef Rademakers – de zeer fijne boy in kwestie – en nawoorden van respectievelijk Mathias Danneels en Christophe Vekeman (‘Vlaanderens grootste reviaan’) zijn er toch 109 pagina’s bij elkaar gesprokkeld. Dat boekje moet twintig euro kosten. Dat is vast de reden dat Reve op de achterflap geciteerd wordt: ‘Een boek van de heer Reve is nooit te duur.’
Het boek is zo dun, omdat het brievenboek maar 19 brieven bevat, die allemaal vrij kort zijn. Deze brieven schreef Reve tussen 1986 en 1997 aan Rademakers. De meeste brieven werden geschreven tussen 1986 en 1988. Daarna volgen er nog twee brieven uit 1993 en één uit 1997. Een echte briefwisseling is het dus niet.
Elke brief wordt ingeleid door Rademakers, die de brieven van context voorziet. Bij andere brievenboeken van Reve ontbreekt het daar nog weleens aan, of staat de informatie in de eindnoten verstopt. Het nadeel van de inleidingen is dat Rademakers te veel de aandacht op zichzelf vestigt. Als je brievenboeken van Reve leest, lees je geen briefwisseling, maar alleen de brieven van Reve. Dit werkje komt door Rademakers toedoen zonder zijn brieven toch vrij dicht in de buurt van een briefwisseling. We lezen de brieven echter vanwege Reve, niet vanwege Jef Rademakers. Bij Mathijs Gaat Door werd Rademakers een ‘toevallige passant’ genoemd en dat is hij ook, maar dat zou je niet denken als je Zeer Fijne Boy leest.
De brieven gaan, zoals altijd bij Reve, over ‘het levensraadsel, God, de prijzen van de Albert Heijn, de onvolmaaktheid van onze liefde, angst en twijfel’, maar toch voornamelijk over de televisieprogramma’s die Reve en Rademakers maakten. Dat alles met de nodige humor, al valt daar soms over te twisten. Reve was wel vaker in opspraak vanwege zijn uitspraken, bijvoorbeeld in de Taal Der Liefde (1972) – door Reve omgedoopt tot ‘betaalde liefde’ –, maar in de jaren 80, vooral na het interview met Boudewijn Büch, stond Reve bij steeds meer mensen te boek als racist.
Voor doorgewinterde revianen is het boekje een feest der herkenning of een stomvervelende herhaling van zetten. Dat zal per persoon verschillen. Voor beginnende Reve-lezers is het werkje een goede inleiding tot de (non-fictie)brieven van de auteur. De hem kenmerkende mix van ernst, humor en stijl komt er duidelijk in naar voren. Als dit boekje bevalt, dan kan een aspirant-reviaan zich wagen aan de wat lijvigere brievenboeken, zoals de brieven aan Josine Meyer. De lezer die meer afwisseling wil, kan de brievenbloemlezingen Brieven Van Een Aardappeleter of Klein Gebrek, Geen Bezwaar lezen.
Æde de Jong
Gerard Reve – Zeer Fijne Boy, Brieven aan Jef R. (1986-1997). Borgerhoff & Lamberigts, Gent. 112 blz. € 19,99.
Lees ook de recensie van Coen Peppelenbos over dit boek.
(foto: © Rob Bogaerts / Anefo, Nationaal Archief, CC0)