Recensie: Steve Sem-Sandberg – W.
Het heft in eigen handen nemen
In Steve Sem-Sandbergs nieuwste roman W.. komen we een bekend figuur tegen: Woyzeck. Deze Duitse voetsoldaat, die werkelijk geleefd heeft in de eerste helft van de negentiende eeuw, is een beroemd figuur geworden door het toneelstuk dat Georg Büchner over hem schreef in 1837. In W. doet Sem-Sandberg misschien wel de uitgebreidste poging tot nu toe om het karakter van deze loner te doorgronden, die op een dag ‘zomaar’ zijn grote liefde met een groot aantal messteken om het leven bracht.
Sem-Sandberg begint zijn verhaal in de cel van Leipzig, waar Johann Woyzeck opgesloten zit na de moord op zijn minnares Johanna. Ellenlange gesprekken voert hij met hofraad Clarus, die de lastige taak heeft gekregen om te bepalen of Woyzeck toerekeningsvatbaar was ten tijde van de misdaad. Zo krijgen we het levensverhaal van Woyzeck te horen. Kind van een Duitse moeder en een Poolse vader, die zich Woyetz laat noemen – want dat klinkt Frans en Frankrijk was toentertijd dé natie van Europa. Kleine Johann Woyzeck verliest eerst zijn moeder, dan zijn vader aan de tering. Gaat als tiener bij een pruikenmaker werken totdat hij betrapt wordt op het begluren van diens badende stiefdochter – Johanna. Gaat eerst nog even door als pruikenzetter van de doden totdat pruiken uit de mode raken. Zo hopt hij van baantje naar baantje totdat hij weer in de problemen raakt door zijn liefde voor een vrouw. Als zij hem afwijst, slaat hij haar in het openbaar. Hij vlucht het land uit, meldt zich aan bij het Hollandse leger dat namens de Fransen ten strijde trekt tegen de Zweden. Eenmaal gevangen genomen door de Zweden gaat hij vechten tegen de Russen etc.
Johann Woyzeck is een zeer triest figuur die zich altijd achter bomen of muurtjes verschuilt terwijl hij de dagelijkse bezigheden van de mensen monstert. Zijn eigen leven overkomt hem alleen maar. Misschien daarom (en door de nog nazinderende verlichtingsidealen) probeert hij het leven als een mechanisme te zien. Alles gebeurt met een reden en het is aan hem om de tekens te herkennen:
Mensen om hem heen of gebeurtenissen die hij meemaakt worden voor hem pas werkelijkheid wanneer hij in staat is ze een plaats te geven in een samenhang die hij zelf overziet. Als ze zich ook maar een klein stukje verplaatsen tot buiten de omtrekken van zijn eigen denken, begrijpt hij ze niet.
In de stad Leipzig is die naïeve, beschermende houding nog vol te houden. Maar wanneer hij eenmaal als voetsoldaat deelneemt aan de oorlog, waarin hij zijn meerderen krankzinnig ziet worden, waarin artsen als dank voor de bewezen diensten vermoord worden zodat hun paard kan worden ontvreemd, waarin hij de buiken van zwangere vrouwen doorklieft ziet worden uit machtsvertoon, wankelt alles.
Dit is zijn eerste oorlogservaring: er is geen samenhang meer, alles lost gewoon op en verdwijnt, zonder dat je de tijd of kans krijgt om te begrijpen waarom, of om wat dan ook te begrijpen. Is dit eindeloos voortdurende onbegrip het wezen van de wereldorde?
Wanneer Woyzeck eindelijk terugkeert naar Leipzig knoopt hij een relatie aan met Johanna, de badende stiefdochter. Maar zij trekt aan en stoot af, en hij, Woyzeck, laat zich het leven nog steeds overkomen. Tot hij op gruwelijke wijze het heft in eigen handen neemt. Steve-Sem Sandberg weet de geschiedenis van Woyzeck te beschrijven in ragfijn proza, waarbij hij het antwoord op de vraag of W. een slachtoffer- of daderroman is, volledig bij de lezer neerlegt. Van de bombastische natuurbeschrijvingen tot de onvermijdelijke gang naar de beul: alles in deze roman ademt grootsheid uit.
Martijn van Bruggen
Steve Sem-Sandberg – W. Uit het Zweeds vertaald door Geri de Boer. Ambo|Anthos, Amsterdam. 384 blz. € 26,99.