Verhalende poëzie die beklijft

In 2020 won Louise Glück de Nobelprijs voor literatuur. Dit jaar verscheen haar bundel Winter Recipes from the Collective in de Nederlandse vertaling van Radna Fabias: Winterrecepten van het collectief. De bundel geeft de gedichten in twee talen, zodat je het origineel kan lezen en daarnaast de vertaling. De gedichten zijn vaak schetsen van een scène, al dan niet absurd, in een soort parlandotaal. Een lezer zal echter merken dat sommige gedichten na het lezen nog blijven hangen, dat je er over na blijft denken, de betekenis preciezer wil begrijpen. Zo eindigt bijvoorbeeld het eerste deel van het titelgedicht met ‘In spring, / anyone can make a fine meal.’ (‘In de lente / kan iedereen een goede maaltijd maken.’) Dat heeft meer betekenis dan alleen in de context van dit gedicht.

De gedichten zijn bestaan soms uit meerdere delen en beslaan zo meerdere bladzijden. Soms wordt een bepaald beeld naar een intense conclusie gedragen. Een mooi beginbeeld staat in onderstaand gedicht:

The denial of death

1. A travel diary

I had left my passport at an inn we stayed at for a night or so
whose name I couldn’t remember. This is how it began.
The next hotel would not receive me,
a beautiful hotel, in an orange grove, with a view of the sea.
How casually you accepted
the room that would have been ours,
and, later, how merrily you stood on the balcony,
pelting me with foil-wrapped chocolates. The next day
you resumed the journey we would have taken together.

De ontkenning van de dood

1. Een reisdagboek

Ik had mijn paspoort laten liggen in een herberg waar we een nacht of wat verbleven
en waarvan ik me de naam niet kon herinneren. Zo begon het.
Het volgende hotel zou me niet ontvangen,
een prachtig hotel, in een sinaasappelboomgaard, met uitzicht op zee.
Hoe terloops accepteerde je
de kamer die van ons zou zijn geweest,
en, later, wat stond je me vrolijk op het balkon
met in folie verpakte chocolaatjes te bekogelen. De volgende dag
hervatte je de reis die we samen zouden maken.

Hier wordt een situatie opgeroepen die enigszins absurd is. Een ik mag niet met de geliefde een hotelkamer in, omdat de ik het paspoort kwijt is. De geliefde doet niets voor de ik en gaat verder met het hotel en de reis alsof dat belangrijker is dan de ik. De geliefde geeft nog wel chocolaatjes aan de ik, maar doet dat al bekogelend. Hoewel het misschien moeilijk voor te stellen dat je als lezer zelf in deze situatie komt (een andere manier om te zeggen: wat een origineel beeld!), lukt het om je door dit gedicht je in deze situatie te verplaatsen en je diep bedroefd en ongeliefd te voelen. Een dergelijke sensatie oproepen met een paar regels is zeer knap.

Een paar details maken de situatie nog schrijnender. Zo is het hotel waar de ik niet welkom is ook nog eens prachtig. Zo is de geliefde vrolijk terwijl de ik beneden op straat staat. De chocolaatjes passen ook bij het beeld van een luxe hotelkamer. Dit zou een gedicht op zich kunnen zijn, maar Glück gaat verder, en vele lezers zullen haar hopelijk volgen.

Dit fragment maakt ook duidelijk hoe moeilijk het is om een gedicht te vertalen, zelfs al is het in een soort parlando geschreven. Het woord ‘casually’ roept op dat de geliefde handelt alsof het volslagen normaal is wat hij doet: een hotelkamer voor jezelf accepteren en de ik buiten laten staan. Dit kan vertaald worden door ‘terloops’, zoals hier gebeurt, maar dat roept associaties op met lopen. Bijvoorbeeld dat je terloops, al lopende, iets opmerkt, heel naturel. Hier lijkt de geliefde eerder onaangedaan, nonchalant, zich al te bewust van zijn privileges, en vooral: hij ervaart geen probleem dat de ik niet naar binnen mag. Ik weet niet goed of er een andere vertaling voor ‘casually’, maar het origineel en de vertaling krijgen een andere lading, alleen al door dit woord en deze vertaling. Een ander voorbeeld is het werkwoord ‘pelting’. Door de Engelse syntaxis kan dat woord mooi aan het begin van de regel, waardoor het nadruk krijgt, meteen na het balkon begint het bekogelen. In de Nederlandse vertaling verliest het woord ‘bekogelen’ wat van die nadruk. Ook het verplaatsen van het woord ‘me’ zorgt voor een verandering: in het Nederlands ‘wat stond je me vrolijk op het balkon / met in folie verpakte chocolaatjes te bekogelen’, want nu zijn deze zinnen te lezen als met een enjambement: ‘wat stond je me vrolijk op het balkon’ is een soort spreektaal waarin de ik de vrolijkheid afkeurt. Lees je het zo, dan moet je na de volgende regel teruglezen om erachter te komen dat de ik met chocolaatjes wordt bekogeld. Op zich is dat mooi, die meerduidigheid, maar misschien heeft Glück dat in haar gedicht niet zo bedoeld.

In een ander gedicht lijkt Glück te suggereren dat verhalen (en gedichten) verschillend geïnterpreteerd kunnen worden, zeker als je het einde niet kent. Daarom het eerste deel:

An endless story

1.

Halfway through the sentence
she fell asleep. She had been telling
some sort of fable concerning
a young girl who wakes one morning
as a bird. So like life,
said the person next to me. I wonder,
he went on, do you suppose our friend here
plans to fly away when she wakens?
The room was very quiet.
We were both studying her; in fact,
everyone in the room was studying her.
To me, she seemed as before, though
her head was slumped on her chest; still,
her color was good – She seems to be breathing,
my neighbor said. Not only that, he went on,
we are all of us in this room breahting –
just how you want a story to end. And yet,
he added, we may never know
whether the story was intended to be
a cautionary tale or perhaps a love story,
since it had been interrupted. So we cannot be certain
we have as yet experienced the end.
But who does, he said. Who does?

Een eindeloos verhaal

2.

Halverwege de zin
viel ze in slaap. Ze was een
soort fabel aan het vertellen over
een jong meisje dat op een ochtend ontwaakt
als een vogel. Zoals het leven dus,
zei de persoon naast me. Ik vraag me af,
vervolgde hij, denk je dat onze vriendin hier
van plan is weg te vliegen als ze ontwaakt?
Het is erg stil in de kamer.
We bestudeerden haar beiden; sterker nog,
iedereen in de kamer bestudeerde haar.
Op mij kwam ze hetzelfde over als daarvoor, hoewel
haar hoofd op haar borst hing; evenwel,
was haar kleur goed – Ze lijkt te ademen,
zei mijn buurman. Niet alleen dat, vervolgde hij,
wij allen zijn in deze kamer aan het ademen –
precies zoals je wilt dat een verhaal eindigt. En toch,
voegde hij toe, zullen we misschien nooit weten
of het verhaal bedoeld was
als een waarschuwing of wellicht als een liefdesverhaal,
omdat het onderbroken is. We kunnen dus niet zeker weten
of we het einde al hebben meegemaakt.
Maar wie wel, zei hij. Wie wel?

Het is verleidelijk om dit gedicht over het hele leven te laten gaan. Of je leven een liefdesverhaal is geweest kan je pas achteraf interpreteren, maar helaas, dan ben je al dood. Het is ook veel kleiner te interpreteren: wanneer is een verhaal of een gedicht ten einde? Dit gedicht is pas deel 1, en loopt nog twee delen door en het einde van deel 3 is dit: ‘This is why we search for love. / We search for it all of our lives, / even after we find it.’ (‘Hierom zoeken we naar liefde. / We zoeken er ons leven lang naar, / zelfs nadat we haar hebben gevonden.’). Misschien is dit ook als volgt te interpreteren: we zoeken een einde van een gedicht, zelfs al hebben we het gedicht uitgelezen en op een bepaalde manier begrepen, we blijven het opnieuw lezen en opnieuw het einde willen beleven.

Erik-Jan Hummel

Louise Glück – Winterrecepten van het collectief. Vertaald door Radna Fabias De Arbeiderspers, Amsterdam. 80 blz. € 20,00.