Nieuws: Roelof ten Napel wil af van de long- en shortlisten bij literaire prijzen
In een opiniestuk voor de Volkskrant bepleit Roelof ten Napel voor de afschaffing van de short- en longlisten bij allerlei literaire prijzen.
Er zijn geen grote groepen lezers die maandenlang met die nominaties meeleven en het is voor nieuwsredacties volstrekt oninteressant om, met intervallen van pakweg twee maanden, drie vrijwel identieke artikelen te publiceren over de trage, saaie onthulling van de winnende auteur.
Ten Napel reageert op de open brief van Gerbrand Bakker op Tzum waarin hij zich beklaagt over de geringe aandacht voor de Anton Wachter-prijs.
Wilma de Rek, boekenbaas van de Volkskrant, reageert met een verwijzing naar enorme hoeveelheid literaire prijzen en stelt dat je niet van de media kunt eisen ‘dat zij van ál die prijzen trouwhartig melding maken. De krant is geen verlengstuk van sponsors, pr-bureaus of de CPNB.’
Michel Krielaars, boekenbaas van NRC Handelsblad reageert ook: ‘De kritiek van Ten Napel aangaande de longlist, shortlist en bekendmaking is terecht. Neem een voorbeeld aan de PC Hooft-prijs: maak ineens de winnaar bekend en kondig de uitreiking aan.’
Lees het hele stuk, inclusief de oplossingen die Ten Napel aandraagt, hier.
Vgl. een lemma uit een recent boek:
Nominaties. Fenomeen dat de industrialisering van het literaire bedrijf markeerde. Naar historische figuren vernoemde prijzen werden niet langer toegekend door overheidsinstanties, maar schrijvers boekten volgens hun met edelmetaal opgetuigde sponsoren de winst na afvalrondes met zogeheten nominaties. Dat klonk deftig, Latijns eigenlijk feitelijk. Officieel stimuleerden nominaties in long- en shortlisten met kanshebbers het debat over literatuur. In de praktijk ontstond er gekibbel over wie er beter was dan wie – zelfs nadat de winnaar van de prijs was onthuld en kenners leden van de jury konden viseren. Maar taalgebruikers hadden kunnen weten dat in het Nederlands vooral iets ‘op de nominatie staat voor sloop’. Roelof ten Napel presteerde het om met Het woedeboek genomineerd te worden voor De Grote Poëzieprijs 2019, de C. Buddingh’-prijs 2019 en De Poëziedebuutprijs aan Zee 2019. Flapcitaatlading? Zou het toeval zijn dat er meer dichters bestaan die Anker heten? Waar blijft wie of wat? Het woedeboek publiceerde Ten Napel na zijn valroman Het leven zelf en hij wilde er zijn geloofsafval in legitimeren, door te begrijpen ‘dat je durven / vallen moet’. Bij de drie nominaties legde Het woedeboek het telkens af tegen dezelfde bundel, die overigens geweldig was. En concurrentieel?
Er zijn zo veel literaire prijzen, dat je door de bomen het bos niet meer ziet
Over beklagen gesproken. Waarin hij zich beklaagd met een d, moet uiteraard zijn: waarin hij zich beklaagt!
Ik denk dat er wel degelijk een opstuwend effect is bij de verkoop van boeken die op de shortlist van bijv. de Libris belanden. Longlist is misschien wat veel, maar over het algemeen zijn de lijsten een manier om kwalitatief goede boeken, die commercieel wat minder zijn opgevallen toch onder de aandacht te brengen. (Iets waar Ten Napel als winnaar geen last van heeft.)
Ik ben het vooral eens met Bakker. Laat grote kranten als het NRC vooral aandacht besteden aan de kleinere prijzen, de cultuurbewakers, en ga niet alleen maar mee in de grote geldhype rondom de Libris. Oh, en hou toch eens op met die Thomas de Veen. Elk beetje literaire verantwoordelijkheid is die analfabete gorilla te veel.
Hoewel ik een gewone lezer ben, wil ik toch op het artikel van Roelof ten Napel reageren: ook wat betreft de verdeling van het geldbedrag voor de Winnaar en de bijna-winnaars.
En fijn als die lijsten vooraf er niet meer zullen zijn..