De oorlog ingerommeld

Als de oorlog uitbreekt, komt ook aan veel privileges een eind. Dat ondervindt de Oostenrijkse reserve-officier graaf Wallmoden in Het blauwe uur, de op eigen ervaringen gebaseerde roman van Alexander Lernet-Holenia die geschreven werd rond de jaarwisseling van 1939/1940. Het werk verscheen in 1947 voor het eerst in de boekwinkel en is nu in het kader van schwob.nl in het Nederlands vertaald.

Dat deze ongewone oorlogsroman ooit de lezers bereikte is op zich al een klein wonder, leert het boekomslag. De eerste druk in 1941 in een oplage van 15.000 stuks werd door het propaganda-ministerie van Joseph Goebbels verboden, waarna twee jaar later een bombardement op Leipzig alle opgeslagen exemplaren in het magazijn van de uitgever vernietigde. De enige drukproef, die Lernet-Holenia nog bezat, maakte het mogelijk na de oorlog alsnog tot publicatie over te gaan.

Dat de nazi’s niets ophadden met deze roman, komt ongetwijfeld omdat die er geen misverstand over laat bestaan wat oorlog met mensenlevens doet. Zelfs met die van welgestelde officieren, die zich nauwelijks lijken te realiseren waarin ze zich begeven, terwijl hun levens tot dan toe het karakter hadden van een nooit eindigende reeks pleziertjes.

Naar het slagveld, beweerde Rosthorn, die al helemaal voorbereid was en hem gezelschap hield. Naar welk slagveld, vroeg Wallmoden, die er niets van geloofde. Waar lag dat dan? Rosthorn wist het ook niet. Hij hing vol met spullen en liep zo al uren rond. Voor hem scheen er geen terugweg meer te bestaan. En als er nu nog geen slagveld was, dan zou er binnen afzienbare tijd zeker een zijn.

Hoofdpersonage is de Oostenrijkse luitenant graaf Wallmoden, die besluit aan een verplichte militaire oefening te beginnen, vermoedend dat die spoedig weer voorbij zal zijn. Maar wat begint met vrijblijvende, filosofisch getinte gesprekjes met mede-officieren over spoken en geesten, leven en dood loopt al snel uit in de harde werkelijkheid van de Tweede Wereldoorlog. Op een van die nog onbezorgde, onspectaculair beschreven avonden treft Wallmoden ook een intrigerende vrouw, die barones Cuba Pistohlkors zegt te heten, aan wie hij belooft snel terug te keren. Zijn verlangen naar haar loopt als een rode draad door het boek om in een verrassend slot tot een ontknoping te komen.

Terugkeer zit er echter niet meer in, want zijn legereenheid behoort tot de eskadrons die betrokken zijn bij de Duitse aanval op Polen. Vanaf dat moment verandert het onbekommerde bestaan van de hoge militairen in een nachtmerrie. De vechtende Duitsers hebben nauwelijks een idee waar ze zich bevinden en wat hun taken zijn, terwijl ze gedachtelijk nog in ‘vredesmodus’ staan. Zo denkt Wallmoden meer aan de intrigerende Cuba dan aan zijn officierstaken, terwijl de beschietingen heviger worden en de eerste doden en gewonden vallen.

Het zogeheten blauwe uur, tussen dag en nacht, licht en duisternis en ook het afgesproken tijdstip waarop Cuba en de graaf elkaar zouden weerzien, verwordt langzaam tot een moment van dood en verderf. Lernet-Holenia laat uitkomen hoe Wallmodens geestesgesteldheid verandert. Werd hij aanvankelijk in beslag genomen door alledaagse vragen over bijvoorbeeld de noodzaak een nieuw paar laarzen te bestellen, al snel ziet hij in dat zulke futiliteiten er niets toe doen.

In soms surrealistische en tragikomische fragmenten verandert Wallmodens kijk op zijn medemensen en begint hij te twijfelen aan wat hij ziet. Stonden er werkelijk meisjes te baden in zijn kamer, liepen er echt kreeften over de weg en is het lijk dat weggedragen wordt dat van een van zijn mede-officieren?

Toen Wallmoden alleen was, liep hij snel naar de kachel. De houten tobbe waarin de meisjes een bad hadden genomen, stond weer achter de kachel, en wel met de binnenkant naar de muur toe. Het scherm stond er samengeklapt naast. Wallmoden kreeg geen kans te kijken of ze ook gebruikt waren. Maar hij mocht dan wel geen spoor van de twee emmers of eventuele druppels van de kaarsen aantreffen, toch ontdekte hij iets wat hem verbaasde. Hij zag namelijk het natte spoor van een paar blote voeten, dat vanaf de plek waar de tobbe had gestaan naar de deur van de zaal liep. […] Maar het wonderlijkste was dat het een spoor van maar één persoon was.

De gevechten op het slagveld zijn gruwelijk, maar verwonden niet alleen de getroffenen. Ook de mannen die zogenaamd ongedeerd blijven, verliezen hun onschuld en waardigheid. De droom en verbeelding, die Wallmodens verwardheid illustreren, vormen echter ook zijn houvast als de granaten inslaan. Het blauwe uur is een in veel opzichten buitengewone oorlogsroman. Lernet-Holena weet zelfs de gruwelijkste inzichten lichtvoetig te brengen, gebruikt ironie en lichte grijns als dat zo uitkomt, maar zonder dat dit zijn kritische boodschap tekort doet.

André Keikes

Alexander Lernet-Holenia – Het blauwe uur. Vertaald door Gerrit Bussink. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 208 blz. € 22,99.