Recensie: Maarten van der Graaff – Onder asfalt
Verdwenen snelwegen en ingestorte velden
Het is een angstbeeld van veel mensen nu dat ze bij een vaccinatie een chip krijgen ingespoten. In 2068 en de mensen hebben niet meer dat ouderwetse internet op uitwendige computers, maar ze hebben de technologie nu ingebouwd gekregen, waardoor ze inwendig kunnen bladeren door de ‘velden’ met informatie. Je hoort de mensen niet klagen, maar ze moeten geen last krijgen van sudden field detoriation syndrome (SFDS) waardoor het hele systeem stilvalt en de mensen catatonisch voor zich uit blijven kijken.
Maarten van der Graaff schrijft in Onder asfalt over een nabije toekomst waarin de groep Democratie en Vrijheid de macht lijkt te hebben met een Binnenste Randstad waar alleen geprivilegieerden mogen komen. Voordat je een beetje grip krijgt op de roman ben je wel een pagina of vijftig verder, want Van der Graaff toont ons eerst verschillende groepen mensen in 1999 rond een avond waarop opeens de snelwegen in het land verdwijnen. Een surrealistisch gegeven waarin je maar gewoon moet meegaan als lezer.
De connectie tussen 2068 en 1999 wordt pas laat in de roman gelegd door Ira van wie de moeder aan (SFDS) lijdt: ingestorte velden. Familieleden kunnen even een kijkje nemen in haar wereld om te ervaren hoe zij nu leeft en op die manier komt Ira in het verleden van 1999 terecht dat voor een deel overeenkomt met onze wereld en voor een deel een fantasiewereld is met dat verdwenen asfalt. Op de achtergrond speelt in 1999 ook een variant op het Lucifer-verhaal met engelen die in opstand komen.
Het lijkt erop dat Van der Graaff een wat verborgen politiek statement maakt door 1999 als uitgangspunt te nemen, de tijd waarin het paarse kabinet niet doorhad dat er een veenbrand in de samenleving bezig was die later benut werd door Pim Fortuyn (wiens naam niet genoemd, die van Wim Kok wel). Het verdwijnen van de snelwegen lijkt een symbool te zijn van de verdwijning van de verbinding tussen mensen.
Misschien, de boodschap wordt er niet al te dik bovenop gelegd en dat is te prijzen, wijst Onder asfalt ons op het gevaar van een technologische toekomst waarin de politieke macht hand in hand gaat met degene die over de informatie gaat. Je denkt vrije keuzes te hebben, maar in wezen word je geleid. Er zijn mensen die dat doorhadden in 1999. Het waren er niet veel en dat is wel huiveringwekkend.
Coen Peppelenbos
Maarten van der Graaff – Onder asfalt. Pluim, Amsterdam. 304 blz. € 22,99.
Deze recensie verscheen eerder in de Leeuwarder Courant en het Dagblad van het Noorden op 17 juni 2022.