Recensie: Maarten Pieterson – De voorslag
Haagse familiegeschiedenis
In De voorslag, de debuutroman van Maarten Pieterson (1945) volgt de lezer het leven van Caroline Hinlópen, een meisje uit een rijk gezin dat in 1880 terugkomt uit Indonesië en zich in Den Haag vestigt. Ze is eigengereid en weet al vroeg dat ze niet past in het leventje dat in die tijd voor meisjes was uitgestippeld. Zo wil ze bijvoorbeeld ’s avonds om zeven uur alleen over straat om naar pianoles te gaan, iets wat toen voor een meisje van 16 onbespreekbaar is. Het is een voorbode voor de dingen die ze anders zal doen dan van haar verwacht wordt.
Het boek begint in het nu met de kleinzoon van Caroline, die bij zijn moeder in het bejaardenhuis op bezoek gaat. Op de heenweg luistert hij in de auto naar een pianosonate van Mozart, maar deze muziek raakt hem zo bovenmatig ‘alsof uit de strakblauwe hemel zomaar een hoosbui losbarst.’ Overmand door emoties laat hij het gas los en zet hij de auto stil op de vluchtstrook om verder te luisteren en de muziek nog een keer af te spelen. ‘Bij de inzet van het derde deel is het weer raak, een nieuw thema in mineur, nieuwe tranen.’
Deze aanloop naar de familiegeschiedenis is indringend en belooft een enerverend verhaal. Maarten Pieterson schetst met veel levendige dialogen en kleurrijke beschrijvingen van belangrijke gebeurtenissen het leven van de veelbelovende jonge pianiste Caroline. Haar huwelijk met een veel armere violist, het verlies van het familiekapitaal, de scheiding en de ontmoeting met een volgende geliefde. Liggen de tegenslagen aan haar standvastige karakter of aan de tijdgeest waarin het lastig is om als vrouw een eigen weg te kiezen? Kortom, zijn het de genen, is het de opvoeding, de omgeving? Ook omdat Den haag een belangrijke rol speelt, komt onwillekeurig het naturalisme van Louis Couperus om te hoek kijken.
Naast de verhaallijn van Caroline volgen we ook die van haar tweede man Han, als kind en jongvolwassene, dus nog voor ze elkaar leren kennen. We weten dat deze sporen samen zullen komen en voorvoelen dat beiden het samen lastig zullen krijgen. Die onderhuidse spanning wordt goed opgebouwd.
Na de prelude van de kleinzoon in de auto wachtte ik op de volgende onderbreking. Hoe vergaat het hem verder met de sonate van Mozart en met zijn moeder? Komen er nog gesprekken over vroeger, over haar moeder, Caroline, over de muziek? Dat intermezzo komt later dan verwacht en gehoopt. Het personage van de kleinzoon wordt in het begin zo duidelijk neergezet dat hij op de achtergrond mee blijft lopen, maar hij krijgt niet de kans veel van zich te laten horen. Daar zal de auteur voor gekozen hebben, maar ik miste zijn kijk op de gebeurtenissen.
De familiegeschiedenis die een eeuw bestrijkt is aantrekkelijk en beeldend beschreven en hoewel het extra laagje dat zo mooi wordt ingezet wat dun en onzichtbaar blijft, maken de Finale en het Coda aan het eind weer veel goed.
Arjen van Meijgaard
Maarten Pieterson – De voorslag. Van Oorschot, Amsterdam. 224 blz. € 20.