Recensie: Marloes Morshuis – Quotum
Voor het leven kun je niet vluchten
Sinds haar debuut Koken voor de keizer (2015) werkt Marloes Morshuis gestaag aan een geheel eigen oeuvre waaraan maatschappelijk-sociale thema’s en relevante linken met de actualiteit ten grondslag liggen. In Borealis (2016) staat de klimaatproblematiek bijvoorbeeld centraal, terwijl De schaduwen van Radovar (2018) refereert aan het leven in een dictatoriaal systeem.
In het met een Vlag & Wimpel bekroonde Project Z (2020) en opvolger Sempel Sol komen die diverse thema’s samen in een lijvig tweeluik van meer dan 800 pagina’s, genaamd Quotum.
In Project Z schept Morshuis de achtergrond voor haar dystopische adolescentenroman: in een futuristisch aandoende maatschappij heeft de zogenaamde Wereldraad een streng quotum opgesteld. De reeds overbelaste aarde mag nog maximaal 10 miljard inwoners tellen. In de Euro-Unie, een samensmelting van verschillende Europese landen onder leiding van president Foxen, worden inwoners daarom in ‘slinkerdienst’ geplaatst. Dat ‘slinken’ mag je overigens letterlijk nemen: allerhande levensnoodzakelijke behoeften worden ondermijnd en privileges afgenomen, zodat deze mensen slechts voor ‘een halve persoon’ tellen. Via de introductie van de broers Axel en Tommy ervaart de lezer aan den lijve wat het betekent om slinker te zijn.
Wanneer hun moeder Simone, een kritische journaliste, wordt opgepakt, vluchten de broers richting de Noordelijke Unie, een soort van ‘niemandsland’ dat het strikte quotum niet invoerde. Onderweg sluit de recalcitrante Sunny zich bij de broers aan. Aangezien ze bij hun overhaaste vlucht een usb-stick vol geheime informatie meenemen, wordt het drietal al snel het doelwit van schimmige organisaties. Een tweede verhaallijn focust op Yannis, overtuigend aanhanger van de ‘Angeli Terrae’ oftewel de ‘Aardengelen’: onder het mom van het ‘redden van de mensheid’ bedenken de leden allerhande dubieuze plannen om slinkers uit de weg te ruimen. Echt spannend wordt het wanneer beide verhaallijnen in elkaar overlopen en Yannis zich bij Sunny en de broers aansluit, vastberaden om hun plannen te saboteren. Wanneer de jongeren een ontluisterend plan van de Angeli Terrae ontdekken, dat in één klap komaf moet maken met het slinkerprobleem, worden ze voor een grote uitdaging gesteld. Hoe verschillend hun achtergronden ook zijn, toch dienen ze intens samen te werken om president Foxens doelstellingen te verijdelen. Zo raakt Morshuis ook aan de coming of age van haar personages, zelfs wanneer de hun vertrouwde omgeving volledig verdwijnt, en dat levert een sterk psychologisch portret op.
Morshuis integreert een keur aan plottwists en zijlijntjes, maar verliest het groter geheel nergens uit het oog; dankzij de doordachte opbouw wordt ‘Project Z’ nergens chaotisch of ongeloofwaardig. Tevens snijdt de auteur brandend actuele thema’s aan, zoals de klimaatproblematiek, het probleem van de overbevolking en de vluchtelingencrisis. Dergelijke maatschappelijk-sociale kwesties worden in een geloofwaardig verhaal ingebed, dat adolescenten en hun besognes serieus neemt, zonder moraliserend te (willen) zijn.
Opvolger Sempel Sol begint in medias res met een hernieuwde kennismaking met Yannis, wiens missie ‘nog niet klaar’ blijkt te zijn. Zonder voorkennis van ‘Project Z’ wordt het moeilijk om meteen aan te pikken, al biedt Morshuis mondjesmaat wel wat achtergrondinformatie. Na zijn eerdere verraad aan de organisatie keert de ‘gevallen’ aardengel naar de ‘Angeli Terrae’ terug die hem een nieuwe opdracht geeft: Tommy, Axel en Sunny definitief ‘onschadelijk maken’ en hen de geheime informatie op de usb-stick afhandig maken. Het drietal heeft dan weer z’n eigen besognes; ze worden ontvoerd, eindigen in een krimpkamp, weten te ontsnappen, moeten zich opsplitsen. Terwijl Sunny wantoestanden van de in moerassen gedumpte slinkers filmt, proberen Axel en Tommy met de organisatie ‘Halfway’ onder leiding van ex-president Welting op een meer diplomatische manier tegen de plannen van de Angeli Terrae te strijden. Ondertussen zet president Foxen alweer een nieuw project op touw, namelijk ‘Semper Sol’: slinkers krijgen een nieuwe thuis aangeboden in Groenland, dat door de klimaatopwarming een bewoonbaar gebied is geworden. Daar plaatsen de protagonisten kritische vraagtekens bij, en terecht, zo blijkt wanneer ze undercover polshoogte nemen. De groots opgezette apotheose wordt echter te snel afgerond en valt daardoor wat mager uit. Morshuis doet de eeuwenoude strijd tussen goed en kwaad nog eens dunnetjes over en trapt daarbij in de val van een doorzichtig en voorspelbaar einde.
Toch ligt aan dit tweede deel – in vergelijking met voorganger Project Z – een meer ingewikkelde constructie ten grondslag, met verschillende alternerende verhaallijnen, wisselende vertelstandpunten en onbetrouwbare vertellers. Hoewel Semper Sol daardoor ambitieuzer aandoet, blijkt dat in de praktijk vooral een papieren constellatie, want de roman haalt niet het hoge niveau van zijn voorganger. De focus ligt doorgaans minder op het avontuurlijke aspect; Morshuis integreert integendeel meer descriptieve passages, wat in een traag verteltempo resulteert. Zo biedt ze bijvoorbeeld een minutieuze weergave van de vele gesprekken tussen de personages, met niet zelden wat onbeholpen dialogen. Het is moeilijk voorstelbaar dat leiders van een geheime toporganisatie zich zo kinderlijk zouden uitdrukken. De relevante parallellen met onze actualiteit én de historische realiteit overtuigen daarentegen wel: Morshuis is opnieuw op haar best wanneer ze bijvoorbeeld de mensonwaardige omstandigheden in de (krimp)kampen beschrijft.
Een echt groot stilist is Morshuis niet; spaarzame beschrijvingen, metaforen en vergelijkingen doen doorgaans gekunsteld aan en waren wellicht beter achterwege gebleven.
‘Diep in hem rinkelde een belletje.’
‘En altijd zag hij de geruststellende gestalte van zijn vader, zacht en stevig als de landingsmatten vroeger in de gymzaal op school. Zijn moeders felle blik, die als een hongerige spin op de loer lag in een zijdezacht web van lachrimpeltjes.’
‘De ondergaande zon verfde het oude centrum aan de overkant van het water oranje en gaf de windhanen op de daken een verendek van vuur. Een kerktoren met een koperen koepel stak als een blikkerende fakkel boven de stad uit. Axel wilde zijn handen uitsteken en zich warmen.’
Het is altijd gewaagd om een opvolger te breien aan een geslaagd eerste (jeugd)boek en dat geldt zeker ook voor Quotum. Terwijl Project Z de jeugdliteratuur verrijkte met een geïnspireerde mix van een vernieuwende plot, actueel relevante thematiek, een geslaagde spanningsopbouw en een sterke psychologische uitdieping, leest Semper Sol helaas als een dun doorslagje van z’n voorganger, en dat is bijzonder jammer.
Jürgen Peeters
Marloes Morshuis – Quotum I. Project Z. Lemniscaat, Rotterdam, 400 blz. € 16.99
Marloes Morshuis – Quotum II. Semper Sol. Lemniscaat, Rotterdam, 412 blz. € 16.99
Ze moest er wel een deel aan toevoegen, want deel 1 eindigde onaf. Ik vind het wel een overtuigende en aparte duologie. Ik vraag mij af wie boeken leest zoals u dat doet, in elk geval niemand van de doelgroep waarvoor dit boek geschreven is. Een ‘dun doorslagje’ is wel erg denigrerend geformuleerd voor dit niveau. De leeslat gaat al steeds verder omlaag, getuige de novelles van Kluitman en d Best of YA/XS. Ben blij dat er nog boeken zijn zoals deze van Morshuis en bijv. van Marco Kunst en Emiel de Wild.