Recensie: David Almond – De schaduw van Skellig
De reddende engel in de garage
Michael en zijn ouders verhuizen naar een vies vervallen huis met een toilet midden in de woonkamer. De pasgeboren baby is ernstig ziek en moet naar het ziekenhuis. Michael en zijn vader proberen in allerijl het huis op te knappen voordat zijn zusje weer naar huis komt.
In de oude garage in de tuin, die op instorten staat, ontdekt de jongen een schuw mysterieus wezen dat verlangt naar nummer 27 en 53 van het menu van de Chinees, pijnstillers en bier. Vanwege het instortingsgevaar mag Michael eigenlijk niet in de garage komen, maar hij bezoekt Skellig, zoals het wezen dat het midden houdt tussen een dakloze en een engel blijkt te heten, toch zo vaak als hij kan. Omdat het duidelijk is dat Skellig hulp nodig heeft, betrekt hij zijn slimme buurmeisje Mina (in de Nederlandse vertaling heet zij vreemd genoeg Nina) bij de zorg. Zij is de erfgename van een vervallen huis dat van haar grootvader is geweest. Daar verstoppen en verzorgen ze Skellig, die zegt aan artritis te lijden en vleugels op zijn rug heeft. Ze slagen erin hem het hele verhaal geheim te houden voor hun ouders en de andere volwassenen.
David Almonds jeugdroman Skellig (De schaduw van Skellig in de Nederlandse vertaling van Annelies Jorna) is een zeldzaam goed geschreven spannend magisch-realistisch jeugdboek over zorg en ethiek dat tegelijkertijd commentaar levert op het onderwijssysteem en het debat over evolutie in het curriculum. Na het verschijnen in 1998 werd het boek uitgeroepen tot het Whitbread Children’s Book of the Year en bekroond met de Carnegie Medal van de Library Association. Ook de Nederlandse vertaling die in 1999 verscheen, werd enthousiast ontvangen. ‘Een aangrijpend, verrassend en meeslepend boek. Een aangename verrassing,’ noemde Marjoleine de Vos De schaduw van Skellig in januari 2000 in NRC Handelsblad. Een paar jaar later verscheen de roman ook in een goedkope onderwijseditie, een zogeheten Vrije Lijster van Noordhoff.
Het traditionele onderwijs ligt overigens zwaar onder vuur in de roman. Mina en haar moeder geloven dat school afstompt, daarom krijgt ze thuis onderwijs. Om haar argumenten kracht bij te zetten, reciteert het negenjarige meisje William Blake als bewijs dat school de vrije geest van kinderen beknot.
How can a bird that is born for joy
Sit in a cage and sing?
Mina, een heerlijk vroegwijs kind met een groot hart, heeft ook commentaar op het gebrekkige leesonderwijs. Het is alsof je Bibi Dumon Tak hoort over de taalarme en kinderachtige AVI-boekjes op de Nederlandse basisscholen. Er is ook ruimte voor een ander geluid in Skellig. Voor Michael betekent school namelijk heel veel. Hij ontmoet er zijn vrienden, schittert tijdens de voetbalwedstrijden in de pauze, krijgt complimenten van de juf voor de mooie verhalen die hij schrijft en luistert naar het voorleesverhaal van Odysseus en zijn bemanning die in een grot met de cycloop Polyphemos worden opgesloten. De onderwijzers zijn ook heel betrokken bij het gezin. Ze informeren naar de gezondheid van de baby, die steeds verder achteruitgaat, en brengen huiswerk langs. Wie na Skellig de elf jaar later verschenen prequel My name is Mina (Mijn naam is Nina) leest, begrijpt overigens heel goed waar Mina’s afkeer van school vandaan komt.
Geen enkele volwassene weet iets van het bestaan van Skellig af. Toch blijft hij niet helemaal verborgen. Hij verschijnt ’s nachts in het ziekenhuis om de baby te redden. In zijn functie van helper lijkt hij op de engelen Damiel en Cassiel in de film Engel über Berlin (1987) van Wim Wenders. Michaels moeder die bij de baby in het ziekenhuis logeert, ziet Skellig in een droom en herkent hem later op een tekening die Michael maakt. Zo komen verschillende draden uit het verhaal bij elkaar zonder dat Michael en Mina hun geheim hoeven te verraden.
In een interview heeft David Almond verteld dat hij zich heeft laten inspireren door een kort verhaal van Gabriel García Márquez, ‘A Very Old Man with Enormous Wings. A Tale for Children’ (1968). De engel van García Márquez is geen geheim: iedereen in het dorp weet dat Pelayo en Elisenda een engel gevangenhouden. Juist het geheimzinnige van Almonds Engel maakt van Skellig zo’n goed boek. De ruimte die Michael en Mina krijgen om op te gaan in hun eigen fantasie en de botsingen tussen de wereld van de kinderen en die van de volwassenen leveren prachtige bespiegelingen en transformaties op. Ook de uilen in Mina’s geërfde pand zorgen voor Skellig. Ze voeren niet alleen hun jongen maar ook de ‘morsige engel’, zoals Marjoleine de Vos hem noemt. Misschien is Skellig wel familie van de uilen, suggereert Mina, die gelooft dat de evolutie ons steeds verandert.
Vanwege de gelaagdheid van het verhaal, dat oorspronkelijk op de markt is gebracht voor kinderen van 9 tot 11 jaar, is het ook geschikt voor lezers in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De jongste groep lezers zal zich waarschijnlijk vooral richten op de spannende ontdekking van Skellig en de mysterieuze ruimtes waartoe Michael en Mina toegang hebben. Voor iets oudere lezers is ook de discussie over het onderwijs en de evolutie interessant, en de parallellen tussen de zorg voor de baby die Michaels ouders helemaal opslokt en de zorg voor Skellig, die ook broos en kwetsbaar is, die de dagen en nachten van de kinderen bepaalt.
Marie-José Klaver
David Almond – De schaduw van Skellig. Uit het Engels vertaald door Annelies Jorna. Querido, Amsterdam. 160 blz. (niet meer in druk).
David Almond – Skellig. Hachette, Londen. 176 blz. € 11,95.