Recensie: Florian Illies – Liefde in tijden van haat
Von Kopf bis Fuß auf Liebe eingestellt
In 1933 eindigde het feest dat later The Roaring Twenties ging heten. Het is verleidelijk om Hitlers benoeming tot Duits Rijkskanselier in 1933 als abrupte afsluiting daarvan op te voeren, maar abrupt is niet het goede woord. Het feest van The Roaring Twenties stond vanaf het begin in het teken van inhalen wat een vreselijke wereldoorlog en revolutionaire woelingen zes, zeven jaar lang onmogelijk hadden gemaakt en van snel inhalen bovendien, voor het te laat was wegens opnieuw oorlog en revolutie. Want dat die eraan kwamen, daarvan waren de feestgangers overtuigd, zeker na de crash van 1929. Na 1929 werd het feest van The Roaring Twenties steeds meer een afterparty in afwachting van de politie die er een eind aan zou maken. De feestgangers waren zich daar terdege van bewust.
In Liefde in tijden van haat, 1929 – 1939 probeert de Duitse auteur en voormalig redacteur van de Frankfurter Allgemeine Zeitung en van Die Zeit Florian Illies op wel heel bijzondere wijze een beeld te geven van het bruisende culturele leven in Europa van de jaren kort voor de machtsgreep van de nazi’s. Hij schetst dat niet door het verbazingwekkend vele te tonen dat letterkunde, beeldende kunsten, theater en cinematografie aan vernieuwing voortbrachten, maar doet dat aan de hand van vele honderden anekdotes over het leven, in het bijzonder door affaires bewerkstelligd liefdesleven van de makers: grote schrijvers, filosofen, acteurs, regisseurs en beeldend kunstenaars. Brecht, het hele artistiek actieve deel van de familie Mann, Sartre, De Beauvoir, Walter Benjamin, Marlene Dietrich, Picasso, Man Ray, Hemingway, Henry Miller, Leni Riefenstahl, Dali, Anaïs Nin, het is maar een bescheiden greep uit de lange optocht die Illies voorbij laat trekken.
Waren het pas de jaren 1970 die ons met een heuse seksuele revolutie bevrijdden van het keurslijf van preutse bekrompenheid? Met dit boek in de hand kom je er snel achter dat niets wat in de jaren 1970 werd bedacht en gedaan, niet al ook al in de jaren 1920 werd bedacht en gedaan. En niet alleen dat, ook toen kwam de goegemeente daar niet tegen in opstand. Enig relatie-avonturisme mocht er kennelijk bij horen, of werd althans getolereerd. Ten bewijze daarvan noemt Illies een boek dat in 1932 in Duitsland verscheen en goed werd verkocht: Muß man sich den gleich scheiden lassen? (Moet je dan meteen maar scheiden?)
Met zichtbaar plezier en een vlotte pen en zonder al te oppervlakkig te worden, beschrijft Illies tegen de achtergrond de talloze escapades en uitstapjes en in het algemeen de bevrediging van de zucht naar liefdesavontuur van de kunstenaars die hij opvoert. Hij lijkt zich geen zorgen over te hebben gemaakt over het mogelijke verwijt een verzameling van pakweg duizend roddels tot een dik boek te hebben gebundeld, vooral geschikt als wc-lectuur. Gezien de uitgebreide bibliografie zal hij dat verwijt misschien beantwoorden met: ik ben geen roddelkont, kijk maar na, niets is gelogen en overdreven heb ik ook niks, ik heb alles uit (auto-)biografieën gevist.
Werd die zucht naar avontuur en avontuurtjes ingegeven door het verlangen in te halen wat in de eerste twee decennia van de twintigste eeuw node gemist werd? En door de sombere verwachtingen over wat spoedig komen zou, die het zoeken van genot in het nu noodzakelijk maakten omdat het in een straks onmogelijk zou worden? Illies heeft ervoor gekozen zo’n algemene interpretatie van de anekdotes aan de lezer over te laten.
Liefde in tijden van haat valt uiteen in drie delen. Het eerste, ‘Ervoor’, bevat anekdotes uit de periode 1929-1933. Hoewel Duitse kunstenaars flink vertegenwoordigd zijn, komen ook Franse, Spaanse en in Europa verblijvende Amerikaanse kunstenaars langs. Het tweede deel, ‘1933’, gaat vrijwel uitsluitend over Duitse kunstenaars op de vlucht voor de nazi’s; het derde, ‘Erna’, over de periode van 1933 tot 1939, het jaar waarin Duitsland Polen binnenviel en de Tweede Wereldoorlog uitbrak.
Het laatste deel is, hoe kan het anders, het treurigste. Omdat nogal wat Duitse kunstenaars in ballingschap, het voortdurend vluchten en de armoede moe, uit het leven stapten, zoals Tucholsky, Benjamin en Toller.
Hans van der Heijde
Florian Illies – Liefde in tijden van haat. Vertaald door Chiara Tissen. Atlas Contact, Amsterdam. 368 blz. € 24,99.