Nieuws: Citaat uit ‘Brommer op zee’ op zijgevel van Maarten Biesheuvels gymnasium
In Schiedam is op de zijgevel van het vroegere gymnasium waar Maarten Biesheuvel schoolging een stuk tekst van hem aangebracht. Het fragment uit ‘Brommer op zee’, een van de verhalen in Biesheuvels debuutbundel In de bovenkooi (1972), begint met de vraag: ‘Hoe is het mogelijk dat u op het water rijden kan?’
Het is ketelbink, mestbediende of officiersbediende Isaäc die het verbaasd vraagt aan de man die midden op zee op zijn brommer langszij het schip rijdt.
Het citaat op de muur aan de Lange Nieuwstraat eindigt met ‘mijn eerste schamele rondjes op de stadsvijver.’ Het zijn de eerste zeven regels van een alinea die nog eens dertien regels doorloopt, vanaf: ‘Nu rijd ik over de hele wereld. Ik kom nergens aan land, maar omdat ik af en toe eten moet, rijd ik vaak naar een schip.’
Opvallend is dat het aanhalingsteken sluiten aan het einde van het fragment vóór de punt staat. Dit is niet correct, net zomin als hoger in de tekst waar komma en aanhalingsteken van plaats zijn verwisseld.
Hoe dan ook: Maarten Biesheuvel heeft zijn monument in de stad waar hij op 23 mei 1939 werd geboren.
Foto Frank van Dijl.
Aan de heer Frank van Dijl,
Een mooi geschreven aandachtspunt voor Maarten Biesheuvel. Dank.
(echter) U schreef ook:
‘Opvallend is dat het aanhalingsteken sluiten aan het einde van het fragment vóór de punt staat. Dit is niet correct, net zomin als hoger in de tekst waar komma en aanhalingsteken van plaats zijn verwisseld’.
Het is misschien (heden ten dage) regel om de punten, komma’s en aanhalingstekens anders te plaatsen, maar vanaf de lagere school t/m de universiteit is mij geleerd dat de punt de zin markeert (in de betekenis van afbakenen) ook de komma komt (mijns inziens) nà het aanhalingsteken.
Ik weet dat er verschillend over wordt gedacht en vind dat ook niet erg. Wel betreur ik uw opmerking ‘dit is niet correct’. ‘Opvallend is’ lijkt mij genoeg in dezen.
Aan mevrouw Ina A. Tanahatoe-Siepman,
Dank voor uw bericht en het compliment.
Wat betreft uw kritiek: het fragment uit ‘Brommer op zee’ op de muur in Schiedam is een citaat, maar de aanhalingstekens waarmee het is omgeven, geven niet aan dat het een citaat is, ze horen bij het geciteerde, namelijk een vraag van Isaäc gevolgd door het antwoord van de bromfietser in kwestie. De tekst in het boek luidt: ‘Dat is een kwestie van oefenen,’ zei de man. De komma staat dus vóór het aanhalingsteken, niet erna zoals op de muur. Dat is dus niet correct, omdat er onjuist is geciteerd.
(Hier valt overigens nog wel te verdedigen dat de komma ná het aanhalingsteken sluiten had gemoeten, de geleerden zijn het er niet over eens, maar zo heeft Biesheuvel het nu eenmaal geschreven.)
Iets anders is het aanhalingsteken sluiten na de punt aan het einde van het fragment. In het boek spreekt de man nog zo’n twaalf regels door. De directe rede wordt door Biesheuvel afgesloten met een punt en het aanhalingsteken sluiten, zoals het hoort. Op de muur eindigt het antwoord van de man met schamele rondjes op de stadsvijver’. De volgorde ‘. is niet juist, omdat Biesheuvel de zin die eindigt met stadsvijver correct afsluit met een punt, waarna hij een nieuwe zin begint. Hier had dus moeten staan: stadsvijver.’ Nog beter was het geweest als was aangegeven dat de tekst in het boek langer doorloopt met drie puntjes tussen vierkante haken. Dan had er gestaan: stadsvijver. […]’ Maar ik geef toe dat dat er op een muur niet zo mooi uitziet en bovendien: er wordt al aangeduid dat het om een fragment gaat.
Ik hoop maar dat u mij geen al te grote muggenzifter of, excusez-le-mot, kommaneuker vindt.