Recensie: Dolores Reyes – Aarde eten
Flessen aarde in de tuin
De hoofdpersoon in Aarde eten van Dolores Reyes is een geheimzinnig figuur. Naam, leeftijd en woonplaats van de ik-figuur blijven tot het einde van deze korte roman onbekend. Wat te herleiden valt, is dat het een meisje is met erg lange haren dat in haar tienerjaren zit, en dat ze in een Argentijnse stad woont. Ondanks deze summiere beschrijving zou je haar direct herkennen, wanneer ze uitvoert waar ze in haar buurt om bekend staat: het eten van aarde om met de doden te communiceren.
We maken kennis met dit meisje op de dag van haar moeders begrafenis. Het doet haar pijn dat het lichaam uit huis wordt meegenomen. Op het kerkhof zal haar moeders lichaam immers in een troosteloos open gat achterin het kerkhof belanden, omdat haar familie geen geld heeft voor een beter graf. Het kind voorvoelt dat na vandaag weinig mensen het graf nog zullen bezoeken, dat haar moeder vergeten zal worden en dat ze nooit meer met elkaar kunnen praten. Maar ze heeft een uitweg: aarde eten. Als het meisje aarde eet waarop vermiste, vermoorde of overleden zich begeven hebben, kan ze in contact met hen komen. Of zoals ze het zelf ziet: de aarde praat tegen haar. Tijdens de begrafenis van haar moeder ontdekt ze haar gave.
Aan haar moeders dood zit een luchtje. Gesuggereerd wordt dat de vader van de ik-figuur op zijn minst medeplichtig is. Wellicht daarom dat hij het gezin verlaat en de ik-figuur overblijft met haar iets oudere broer Walter. Als even later ook haar juf Ana wordt vermoord, stopt de ik-figuur met school en brengt ze haar dagen door met Walters vriendengroep, de Playstation en bier. Dit doet ze niet voordat ze aan haar school de precieze locatie van Ana’s levenloze lichaam doorgeeft. Die locatie zag ze voor zich in een visioen, nadat ze een hapje aarde had gegeten waarop haar juf gestaan had.
De geruchten dat er een meisje bestaat dat vermiste personen terug kan vinden aan de hand van een hap aarde, doen snel de ronde. Mensen zetten flessen in de tuin van de ik-figuur, gevuld met aarde, voorzien van een naam. Ongewild wordt de ik-figuur een laatste redmiddel voor van twijfel en verdriet verscheurde nabestaanden:
Zo allemaal op een rijtje waren het net glinsterende grafzerken. In het begin telde ik ze, zette ik ze liefdevol neer, soms aaide ik er zelfs eentje tot ik besloot van de aarde te proeven. Haast altijd ging het zo, maar die dag haatte ik ze. Ze wogen me zwaarder dan ooit. Als ik al die dingen daar zo zag staan werd ik er moe van. Ik voelde dat al die flessen zich in mijn binnenste opstapelden. De wereld moest groter zijn dan ik altijd had gedacht als er zo veel mensen konden verdwijnen.
Dolores Reyes is sterk in het weergeven van het grensgebied waarin de ik-figuur zich begeeft. Enerzijds is ze een kind, dat dolgelukkig is achter de Playstation en haar eerste ervaringen opdoet op liefdes- en seksueel gebied. Anderzijds wordt ze sinds het verlies van haar ouders door niemand meer kind genoemd, moet ze het huishouden bestieren en verwachten mensen dat ze de gruwelijkste visioenen aanschouwt om een vermiste terug te vinden. De toon van de ik-figuur komt helemaal overeen met haar situatie: te zwaar voor een kind, te direct voor een volwassene. Een knappe prestatie van Reyes (en haar Nederlandse vertaler), zeker voor een debuutroman.
Een opvallende stijlbreuk ontstaat wanneer de ik-figuur uit het niets een activistische toon aanslaat en ze woedend is op alle agenten die hun schouders ophalen wanneer er weer een vrouw wordt vermist. Hier is de auteur aan het woord. Reyes is zeer begaan met het lot van veel te veel vrouwen in Argentinië: ze gaan gebukt gaan onder extreem geweld van mannen en laten daarbij dikwijls het leven. Gemiddeld één vrouw per tweeëndertig uur. De gruwelijke term hiervoor: femicide. In interviews geeft Reyes aan dat ze om die reden dit bijzonder krachtige boek heeft geschreven. Om de vrouwen die gestorven zijn in herinnering te brengen. Zoals de ik-figuur doet wanneer ze aarde eet.
Martijn van Bruggen
Dolores Reyes – Aarde eten. Vertaald uit het Spaans door Lisa Thunnissen. Wereldbibliotheek, Amsterdam. 160 blz. €19,99.