Recensie: Heere Heeresma – Gelukkige paren
Haha, HH
Er werkt bij ons op de krant [Het Vrije Volk] niemand die Frank van Zijl heet, en toch wordt deze figuur geciteerd achterop het nieuwe boek van Heere Heeresma, Gelukkige paren.
Op de Franse titelpagina staat de tweede e van ‘gelukkige’ tussen haakjes, dan weet u wel hoe laat het is. De ondertitel luidt: ‘Prima porno in prachtig proza’, en daaraan kun je zien dat Heeresma, hoewel nooit de Nobelprijs gewonnen, ook gedichies heeft geschreven.
O, maar wacht eens! Frank van Zijl, dat moet natuurlijk zijn: Frank van Dijl, die zich in deze krant wel eens laatdunkend heeft uitgelaten over het oeuvre van Heeresma. Die olijkerd van een Heeresma!
En welke woorden legt hij onze verslaggever nu in de mond? Even naar de achterflap. Over een foto heen (de auteur met een plastic zak op het hoofd: is hier sprake van beeldrijm?) staat: ‘De pers beefde van bewondering toen Gelukkige paren verscheen. Hier een swarree van meningen’…
Van de critici van Het Parool, Haagse Post en de Volkskrant worden de namen naar behoren gespeld, en dan: ‘Frank van Zijl, de Brabantia van Het Vrije Volk: ‘Ik nerken veel van mezelf in Gelukkige paren. Ik ben natuurlijk die Renee uit het boek. En ook wel een beetje Janine, toch…’
Haha, die HH: eerst expres een naam fout spellen, héél subtiel (niet bijvoorbeeld het grove werk, zoals een G in plaats van de D, of Dw…), dan dat Brabantia (een vondst) en dan dat citaat. Zoiets verzint alleen een wereldberoemde schrijver als Heeresma. Petje af. (Nee, houdt u zelf die plastic zak maar op, meneer Heeresma.)
Heeresma schreef dit kloeke boekwerk (302 pagina’s) in de tijd dat hij niet alleen de meest gelezen, maar ook de meest verfilmde en meest vertaalde Nederlandse schrijver was (dit alles volgens eigen zeggen), ergens in de jaren zestig, dus niemand die zich dat nog herinnert. Ondanks de roem verkeerde Heeresma in hevige geldnood, en daarom, schreef hij onder Belgisch aandoende pseudoniemen pornografische werkjes waarin iedereen het met elkaar doet, de dingen niet alleen bij hun naam noemend, maar ze ook nog in de hand nemend etc.
De boekjes verschenen bij obscure uitgeverijtjes en waren uitsluitend verkrijgbaar in de sekshandel.
Nu heeft Heeresma kennelijk weer geld nodig, maar omdat in de sekshandel geen droog brood meer te verdienen valt (de clientèle heeft tegenwoordig video) vaart hij thans, met hetzelfde afgelikte oudewijvenproza, onder literaire vlag. Hem nu nog een officiële prijs onthouden, al was het maar de Gevulde Koekenbakkersprijs van Surhuisterveen, zou getuigen van onmenselijke wreedheid jegens deze rampzalige auteur.
Frank van Dijl
Heere Heeresma – Gelukkige paren. Uitgeverij Villa.
Dit stukje verscheen in Het Vrije Volk van 5 april 1984. Lees ook.
Heere Heeresma (1932-2011).
Over afgelikt gesproken. Welk nut dient het opnieuw plaatsen van een heel oud stukje. Misschien omdat Heeresma nog af en toe de gemoederen bezig houdt, o.a. in de vorm van een aangekondigde biografie van hem, dor Anton de Goede te schrijven? Is dan een opgedoken kritiekje op HH’s pornografische werkjes relevant?
Ik ken zelfs een blad, Hein, waarin ze in elk nummer hele artikelen schrijven over dode schrijvers. Totaal irrelevant blad natuurlijk.