Recensie: Andy Griffiths en Terry Denton – Waanzinnige boomhutverhalen
Voor ik het wist had ik vier poten
Toen de CPNB in december vorige jaar bekendmaakte dat Andy Griffiths en Terry Denton de makers van het Kinderboekenweekgeschenk 2022 zouden worden, kwam er nogal wat protest van Nederlandstalige auteurs. Wel een beetje terecht want het potentieel aan kwalitatief uitstekende schrijvers is in Nederland en Vlaanderen zeer hoog. De keus van de CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) werd vooral ingegeven door de populariteit van de Waanzinnige boomhut-verhalen onder jongeren. In de top 100 van de meest uitgeleende boeken van 2021 staan de diverse boeken van deze auteurs op plek 13, 15, 16, 17, 19, 24, 31, 32, 33 en 39. Alleen de verschillende boeken van Het leven van een loser van Jeff Kinney zijn nog populairder.
De beide series hebben ook wel wat gemeen: de vlotte teksten met veel dialogen worden afgewisseld met een enorme hoeveelheid illustraties. De Waanzinnige boomhutverhalen bouwen voort op de rest van de serie, want er komen elementen uit vorige boeken terug. Centraal staan Andy en Terry die, af en toe bijgestaan door Jill, allerlei waanzinnige avonturen beleven.
De aantrekkingskracht van de verhalen zit, denk ik, vooral in de manier waarop de fantasie werkelijkheid wordt. Het is niet zo dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen die werelden. Als Terry op een dag een toverstok vindt, dan kan hij Andy met één abracadabra in een hond veranderen.
Ik voelde me plotseling heel vreemd.
Een voor ik het wist had ik vier poten, een staart en een vacht. Net als een hond.
En dat was omdat ik ook echt een hond was!
‘Kijk dan wat je hebt gedaan!’ zei ik. (Ook al klonk het niet zo. Het klonk meer als ‘WAF! WAF! WAF’)
Uitroeptekens, het gebruik van vet en cursief en kapitalen (en soms getekende letters zoals in strips) met een vleugje absurde humor. Dat absurdisme zit nog sterker in andere verhalen. In ‘De dag dat we een stoel in onze neus stopten’ stoppen de hoofdpersonen namelijk een stoel in hun neus, in ‘De grote sprongenwedstrijd’ wordt er met een kikkernijlpaard zelfs hoger dan de stratosfeer gesprongen en in ‘De dag dat de haaien mijn hoofd eraf beten’ raakt Andy inderdaad zijn hoofd voor een bepaalde tijd kwijt. Maar wees gerust het hoofd landt gelukkig ook weer op het lichaam terug.
Je kunt je afvragen of je boeken van razendpopulaire auteurs nog meer onder de aandacht moet brengen. De verhaaltjes vergeet je zodra je ze uit hebt en Andy en Terry blijven karikaturen. Voor wie niet heel veel literaire eisen stelt, is de Waanzinnige boomhut-serie een lekkere start van een leescarrière waarin fantasie en absurdisme hand in hand gaan.
Coen Peppelenbos
Andy Griffiths en Terry Denton – Waanzinnige boomhutverhalen. Vertaald door Edward van de Vendel. CPNB, Amsterdam. 96 blz. Gratis bij aankoop van € 12,50 aan kinderboeken. De Kinderboekenweek eindigt morgen.