Recensie: Christian Oster – Odile
Onderkoelde en plechtstatige banaliteit
Odile is ondertussen al de vierde roman van Christian Oster die bij uitgeverij Vleugels verschijnt. In Frankrijk verscheen de roman reeds in 1998. Opnieuw komen enkele typische stijlkenmerken terug die in de reeds eerder vertaalde romans te vinden waren. Oster schrijft op een onderkoelde toon over onderwerpen die dikwijls banaal zijn. De somtijds plechtstatige manier waarop over die banale dingen wordt geschreven brengt een apart soort humor met zich mee. Ook lijken de weinige gebeurtenissen elkaar altijd willekeurig op te volgen en worden eerder complexe passages afgewisseld met eenvoudige passages. In het centrum staat steeds een wat vereenzaamde antiheld.
In Odile is Lucien de ik-figuur. Hij is vijfenveertig, woont in Parijs, heeft zijn werk verloren en kan van zijn uitkering de boodschappen betalen. In het grappige eerste hoofdstuk lezen we hoe de man samenwoont met een vlieg die later de naam Odile krijgt – uit wraak vernoemd naar een voormalige geliefde. Het is een mooi voorbeeld van de wijze waarop Oster ernstig schrijft over een triviaal gegeven. En dat zorgt vaak voor hilarische passages. Nadat de ik-figuur beseft dat hij misschien met meerdere vliegen heeft te maken, lezen we:
Het idee dat ik met twee of zelfs met drie vliegen samenwoonde, kon niet meteen op mijn enthousiasme rekenen, maar een dergelijke hypothese bespaarde me in ieder geval de ergernis die noodzakelijkerwijs op den duur zou voortvloeien uit het feit dat ik met één enkele vlieg samenwoonde en dat ik al mijn krachten zou moeten aanwenden voor het ontvluchten van die ene vlieg. Een een-op-eenconfrontatie was onverdraaglijk disproportioneel; dan verkeerde ik nog liever in de veronderstelling dat twee vliegen mij afwisselend bestookten.
De vlieg komt doorheen de roman steeds terug. In zijn dagboek probeert de ik-figuur een biografie van de vlieg te schrijven en omdat de vlieg hem begint te irriteren, gaat hij haar in datzelfde dagboek bekritiseren. Hij wil haar doden, maar door gebrek aan handigheid en snelheid slaagt hij er niet in om haar te vangen.
Lucien begint meer en meer op te trekken met de twintig jaar jongere André, een van zijn weinige vrienden. Het is voornamelijk zijn jeugdige levenslust die de inerte Lucien in zijn vriend weet te waarderen. Hoewel André niet over vrouwen praat en de vrienden elkaar doorgaans onder vier ogen zien, stelt hij op een dag Jeanne voor. Opnieuw komt een vrouw in het leven van Lucien.
Jeanne is intelligent en mooi. Bijna meteen houdt hij van haar. In zijn gedachten vormt hij al snel een heimelijk onderdeel van de liefde tussen André en Jeanne. Bovendien vindt Jeanne het prettig om Lucien te verleiden. Lucien moeit zich met andermans levens omdat het zijne mislukt is.
André en Jeanne besluiten op wintersport te gaan en hoewel die onderbreking aanvankelijk door alle drie wordt toegejuicht, wordt de eenzame Lucien alsnog gevraagd om mee te gaan. Het is het begin van een tragikomische reis waarin de verhouding tussen de drie personen zal wijzigen. Het stilstaande leven van de ik-figuur zal beginnen bewegen – letterlijk en figuurlijk. Misschien zal wat lichaamsbeweging er bovendien ook voor zorgen dat Lucien erin slaagt zijn vlieg te vangen.
Christian Oster schrijft over belangrijke onderwerpen zoals eenzaamheid, ouderdom, vriendschap en liefde. Toch moet de lezer geen diepgravende inzichten omtrent deze onderwerpen verwachten. Christian Oster is in de eerste plaats een stilist die zijn stijl met elke roman aanscherpt. De plot is ondergeschikt. Odile moet dan ook in de eerste plaats worden gelezen omwille van de beheerste en laconieke toon, de ineenstrengeling van ernst en banaliteit en de absurde humor die daarvan het resultaat is. Kiki Coumans zorgde voor een vlotte en vlekkeloze vertaling.
Kris Velter
Christian Oster – Odile. Vertaald door Kiki Coumans. Vleugels, Bleiswijk. 104 blz. € 23,95.
Te koop bij de betere boekhandel of direct bij de uitgever.