Recensie: Delphine Horvilleur – Leven met onze doden
De vrouw die de kaddisj helpt zeggen
Delphine Horvilleur (1974) is Frankrijks derde vrouwelijke rabbijn. Niet alle strekkingen van het jodendom aanvaarden vrouwen in die functie, voor orthodoxe gelovigen is het natuurlijk ondenkbaar, maar de liberale takken van het judaïsme – Horvilleur is lid van de Mouvement juif libéral de France – laten dat tegenwoordig wel toe. Dat zal wel samenhangen met het gebrek aan een centraal gezag in het jodendom, er is immers geen joodse tegenhanger van de katholieke paus die de deur dicht kan houden voor vrouwen, maar het geeft alleszins blijk van een moderne ruimdenkendheid die het liberale jodendom siert.
Horvilleur is een welbespraakte feministe die regelmatig in de Franse media tekst en uitleg geeft over allerlei Joodse kwesties. Ze schreef ook al een aantal essays: in 2019 verscheen van haar hand Bespiegelingen over het vraagstuk van het antisemitisme. Haar laatste boek kreeg in het Nederlands de titel Leven met onze doden en is gebaseerd op Horvilleurs ervaringen als rabbijn: een belangrijk onderdeel van haar functie bestaat namelijk in het begeleiden van uitvaarten en de zoektocht naar troost met de nabestaanden.
Ik weet niet of het boek werkelijk een essay kan worden genoemd. Naar mijn gevoel is het veeleer een bundel met korte stukken, zeg maar case studies, allemaal concrete gevallen uit haar rabbinaat. Ze beschouwt een rabbijn dan ook als een soort ‘verteller’, iemand die zich bezighoudt met ‘vertellen wat al duizend keer gezegd is, maar aan iemand die het voor het eerst hoort, een sleutel meegeeft om zijn eigen verhaal te doorgronden’. Dat vertellen kan allerlei vormen aannemen, maar vaak valt ze terug op de eeuwenoude verhalen uit de Thora.
Daarbij wordt Horvilleur natuurlijk wel geconfronteerd met de actualiteit: tijdens de corona-lockdowns betekende dat bijvoorbeeld dat ze soms nabestaanden over de telefoon moest helpen met het opzeggen van een gebed, of dat ze geschikte woorden moest vinden voor de begrafenis van Elsa Cayat, de columniste die werd vermoord bij de aanslag op het satirische weekblad Charlie Hebdo. Omdat ze zich ook als een ‘lekenrabbijn’ ziet, wordt ze vaak gevraagd voor uitvaarten van seculiere joden:
Het judaïsme garandeert dus zowel een plaats voor Elsa als voor mij, voor een niet-gelovige Jodin en voor een rabbijn, zonder dat een van ons zich op een grotere legitimiteit kan beroepen.
Die ruimdenkendheid stelt haar onder meer in staat om een interessante wending te geven aan de aanslag op Charlie Hebdo:
Hebben de moordenaars de obscene paradox wel ingezien van hun moorddadige actie? Hun geloof in een God die om wraak roept en gekrenkt is omdat hij geweigerd wordt is een gigantische blasfemie. (…) Denken dat God zich beledigd voelt als hij bespot wordt, is dat niet de grootste godslastering die je je kunt voorstellen?
Onvermijdelijk komen ook nabestaanden van de holocaust aan bod: Horvilleur leidde bijvoorbeeld de begrafenis van ex-minister en tevens overlevende van de vernietigingskampen Simone Veil. Een andere kwestie kan bijvoorbeeld de omgang met de dood van een kind zijn – een universeel, onaanvaardbaar leed in elke cultuur. Maar niet elk stuk in dit boek is even sterk, soms vervalt ze bijvoorbeeld in ietwat anekdotische jeugdherinneringen.
Een nogal merkwaardig stuk gaat over Israël, een land dat Horvilleur vanzelfsprekend goed kent en waar ze zelfs enkele jaren heeft gewoond. Daarin toont ze zich kritisch voor radicale zionisten als Yigal Amir, de man die in 1995 minister-president Rabin vermoordde. Toch noemt ze zichzelf ook onomwonden een zioniste, zij het dan van een andere soort:
Er is een zionisme dat overtuigt sedentair is. Er is ook een ander zionisme dat ervan droomt, als in een nomadisch gebed, om plaats te maken voor een vreemdeling.
Als lezer ben je dan natuurlijk wel benieuwd naar Horvilleurs visie op de Palestijnse kwestie, maar daar gaat ze helaas niet verder op in. Misschien paste het gewoon niet binnen het bestek van dit boek, misschien wilde ze dat controversiële onderwerp liever vermijden, maar hoe zij dan dat liberale, vrijdenkende zionisme van haar concreet vorm zou willen geven op een manier die ook voor Palestijnen leefbaar zou kunnen zijn, blijft toch een raadsel.
Daan Pieters
Delphine Horvilleur – Leven met onze doden. Een essay over troost. Uit het Frans vertaald door Corine Kisling. De Arbeiderspers, Amsterdam. 224 blz. € 21,50.