Het bedrieglijke houvast van een taal

In Diamant zonder r, de nieuwe bundel van Maria Barnas staat een gedicht waarin menig leerling, leraar of wie dan ook zich zal herkennen:

Ik zeg niet dat ik Pools ben
al is het maar van de grond tot de knie
zoals mijn moeder tot haar navel
nooit zegt dat ze Pools is zoals mijn oma
haar Pools-Duitse accent ontkent.

Ik zeg niet dat ik Engels ben
alleen omdat ik een kind was op het eiland
dat zich steeds verder terugtrekt

heimwee een hammock
waar ik niet meer in pas.

Ik zeg niet dat ik Nederlands ben te lang
van hormonen die ze kalveren
die niemand meer aanraakt high
van hun chemische stront door de strot
spuiten
[…]

Vul voor ‘Pools’, ‘Engels’ en ‘Nederlands’ om het even welke nationaliteit of achtergrond in en je hebt in ieder geval een goed deel van je eigen collega’s, sportclub, schoolbevolking of dorpsplein te pakken. En multiculturaliteit is niet alleen geworteld in de samenleving, maar even vaak in één enkel mens.
De oma van Maria Barnas was een Pools meisje dat als zeventienjarige door haar moeder naar Den Haag werd gestuurd, toen haar vader was omgekomen bij een mijnongeluk in Noord-Frankrijk. Barnas zelf is dus voor een kwart Pools (‘van de grond tot de knie’). Net zoals Lisa Weeda in haar succesroman Aleksandra op zoek gaat naar de achtergronden van haar Oekraïense oma, probeert Maria Barnas tot de hare door te dringen. De dichter Barnas doet dat vooral via de taal. Niet alleen de Poolse maar ook de Engelse taal spelen een rol in dat veelzijdige bestaan:

Er is een melkman die flessen met kokhalzende
room onder zilverfoliedoppen brengt
en de duiven cry when doves cry.

Een zonnebril is meervoud
net zoals broeken en scharen
en moeders uit elkaar bestaan.

Bottles maken een geluid dat clinking
heet als ze tegen elkaar stoten
moet je horen alle flessen klinken
als klokken die ergens
kapot moeten slaan

Het zijn aardige weetjes als je ze veilig op school kunt leren, maar als je in een vreemde cultuur wordt ondergedompeld voel je je er onzeker door en ontheemd. Probeer maar eens contact te maken met de andere kinderen als die alleen maar volstrekt onbegrijpelijke klanken uitstoten, die voor hun onderlinge communicatie volstrekt logisch lijken te zijn.

Can I play
zijn de eerste woorden die ik uitspreek
om de kinderen die rennen in een andere taal
tot stilstand te brengen.

Ze staren me aan en om
me heen alsof mijn contouren vloeien
in wat onbevattelijk is en maar blijft

groeien. Een bla bla blather steekt op
als een briesje.

Ik

vlek

uit over de speelplaats
onder stormende voeten vermorzeld

Maar terug naar de Poolse oma en haar taal. Op het omslag van de bundel zien we haar met drie vriendinnen in hun meest chique kleren op een foto, zoals je die vroeger in fotostudio’s kon laten maken. In een roeiboot met een gefotografeerd Schevenings strand op de achtergrond kreeg je een illusie mee naar huis. Je was het wel, maar toch was het niet echt.
De ik-figuur wil op zoek naar die échte grootmoeder, naar het dorp in Silezië waar oma geboren is. Ze begint daarom aan een onlinecursus Pools, waar ze leert dat ‘sorry’ ‘przepraszam’ is maar dat je dat uitspreekt als ‘zjeeprazjam’. Het blijkt een handig woord in de onzekere communicatie. ‘Przepraszam dat we niet vaker op bezoek kwamen / in het gekkenhuis dat later een ziekenhuis werd’.
Als oma niet meer voor zichzelf kan zorgen en opgenomen moet worden, vindt de ik-figuur samen met haar moeder en een tante brieven die haar opa in de oorlog vanuit Engeland aan zijn vrouw schreef. ‘Daling is mis je / Daling alles goed’ staat er, want opa leerde zijn Engels op het gehoor en miste zo de r uit ‘darling’. Het is een van de verwijzingen naar de missende r uit de titel van de bundel.
Een ander belangrijk woord is ‘zmazonka’. Het grootste deel van de bundel is onder dit woord samengebracht. Het blijkt een typisch Pools gerecht te zijn, dat oma en haar dochters op bijzondere dagen voor de familie maken.

Op dagen die gevierd moeten worden
maken de moeders zmazonka.

Je hebt meer eieren nodig dan je handen
dragen kunnen lauwe mlek o

lepels boter en een stem die scheldwoorden
aan de enkels door een greppel kan sleuren

Haar leven lang is zmazonka voor de ik-figuur bijna synoniem met Polen. Maar ook daar grijpt de taal op een zeker moment meedogenloos in.

Houd je van zmazonka? vraagt mijn moeder
aan haar Poolse fysiotherapeut.
Ze heeft er nooit van gehoord.

Is ze wel Pools? vragen we ons af.
Misschien komt ze niet uit Silezië overwegen we
maar ook Radek en zijn vrienden
die ’s zomers asperges steken
en ’s winters piano’s steile trappen op dragen
hebben nog nooit zmazonka gegeten
no przykro nooit van gehoord.

Is het een woord dat ergens tussen talen en landen is ontstaan? vraagt het gedicht zich af. Het is goed mogelijk. Want dat is natuurlijk waar Diamant zonder r echt over gaat: over het bedrieglijke houvast dat de taal lijkt te bieden. Een houvast dat zo maar weggeslagen kan worden als je pardoes in een andere, vreemde omgeving wordt neergepoot (zoals de ik-figuur in Engeland). Of als je iemand wil leren kennen door je de taal van die ander eigen te maken (en waarbij ‘przepraszam’ zo ongeveer het belangrijkste woord dreigt te worden).
Natuurlijk gaan de gedichten van Maria Barnas over haar persoonlijke zoektocht naar haar grootmoeder, naar de Poolse achtergrond en naar de invloed van de jaren in Engeland op haar leven, haar taal en (vooral) haar denken. Maar de belangrijkste kracht van deze bijzonder sterke bundel is de algemenere thematiek. Die gaat over ontheemd zijn, over onzekerheid, over zelfvertrouwen en zelfbewustzijn. Want je weet:

Het is belangrijk dat je je kunt vermommen
in een andere taal.
[…]
Het kan je leven redden.

Jan de Jong

Maria Barnas – Diamant zonder r. Van Oorschot, Amsterdam. 88 blz. €19,50.

Deze recensie stond eerder in Levende Talen Magazine 2022-8

Lees ook deze recensie van Diamant van zonder r