Recensie: Claire Keegan – Pleegkind
‘Een uitgelezen kans om niks te zeggen’
Van een bijzondere eenvoud en kracht is Pleegkind van de Ierse Claire Keegan, die deze kleine roman al in 2011 schreef en daarmee zelfs op de shortlist van de Booker Prize kwam. Het laat zien hoe weinig woorden er nodig zijn om een diepe emotie bij de lezer tot stand te brengen. De vertaling is bijzonder fraai uitgegeven in een kleurrijke hardcover. Keegan beheerst niet alleen de kunst van het weglaten. De woorden die er wél staan, zijn uiterst zorgvuldig gekozen.
Een negenjarig meisje wordt op een zondag na de mis door haar vader niet naar huis gebracht, maar naar een plaatsje aan de kust waar de familie van haar moeder vandaan komt. Ze weet niet waarom. Het perspectief ligt bij het meisje, waardoor de lezer soms meer begrijpt dan het meisje zelf, al is zij wel bijzonder opmerkzaam. Als haar vader haar wegbrengt, merkt ze op dat hij direct nadat hij zich heeft volgegeten, weer naar huis gaat. Ook heeft ze direct door dat het anders is in de pleegfamilie: ‘Hier krijg je de ruimte en tijd om te denken. Hier hebben ze misschien zelfs wel geld over.’
Haar vader is weggereden zonder haar spulletjes uit te laden. Het is nogal wat voor het jonge meisje: ‘Als ik achter de vrouw aan naar binnen loop, wil ik dat ze iets zegt, me geruststelt. Maar in plaats daarvan gaat ze de tafel afruimen.’ In een korte tijd moet ze wennen aan een heel ander huishouden. De pleegouders blijken echter bijzonder warm en hartelijk. Ze wordt meteen in bad gedaan en liefdevol schoongeboend. Ze krijgt een ouderwetse broek en een nieuwe geruite bloes aan. Daarna gaat ze de vrouw helpen in het huishouden.
Keegan roept vooral emoties op door ze niet te benoemen. Iedere lezer kan aanvoelen dat de eerste nacht in het vreemde bed ingewikkeld is voor het meisje. Midden in de nacht komt de vrouw even op haar bed zitten. Er staat: ‘Ik voel de matras doorzakken onder haar gewicht op het bed.’ Daarmee voel je als lezer niet alleen de vreemde matras onder het meisje, maar ook de lijfelijke aanwezigheid van de vreemde vrouw.
In een paar zinnen en een korte dialoog wordt duidelijk welke sfeer zij thuis gewend is:
[…] en ik voel opnieuw hoe de stalen tanden van de kam vanochtend vroeg over mijn hoofdhuid krasten en de kracht van mijn moeders handen toen ze twee strakke vlechten maakte, met haar buik, die hard is van de volgende baby, tegen mijn rug gedrukt. Ik denk aan de schone onderbroeken die ze in de koffer heeft gepakt, aan de brief en aan wat ze daar misschien in heeft geschreven. Er had een woordenwisseling plaatsgevonden.
‘Hoelang moeten ze haar daar houden?’
‘Ze mogen haar net zo lang houden als ze willen.’
‘Moet ik dat tegen ze zeggen?’
‘Je zegt maar wat je wilt. Dat doe je toch altijd.’
In het nieuwe gezin is er alle tijd voor het meisje. Ook zijn ze bijzonder attent. Als ze de eerste nacht in bed heeft geplast, schaamt ze zich verschrikkelijk. De vrouw haalt het bed af en zegt tegen haar man dat die oude matrassen verschrikkelijk zweten. Zo ontziet ze de schaamtegevoelens van het meisje. Met Kinsella, de man, doet ze een wedstrijdje in hoe snel ze naar de brievenbus en weer terug kan rennen. Hij meet de tijd en zij probeert steeds haar record te verbeteren. Ook gaat hij samen met haar naar de zee. Als het meisje niets weet te zeggen, zegt hij: ‘Vergeet nooit dat je niet altijd wat hoeft te zeggen. Veel mensen zijn de mist in gegaan omdat ze een uitgelezen kans om niks te zeggen lieten lopen.’ Deze zin lijkt haast ook van toepassing op Keegans stijl: wat er staat, maar ook wat er niet staat, is zorgvuldig gekozen. Aan het eind van het verhaal krijgt deze zin nog een bijzondere betekenis.
Ook Kinsella en zijn vrouw spreken niet alles uit. Als ze naar het dorp gaan om nieuwe kleren te kopen, hoort het meisje pas daar van een andere vrouw dat haar pleegouders door een ongeluk hun zoontje hebben verloren. Vanaf dat moment krijgen de aandacht en liefde waarmee ze omringd wordt, een diepere betekenis.
En dan krijgen ze te horen dat er thuis bij het meisje een broertje is geboren. Haar vader belt op en zegt dat hij haar weer komt halen. Je voelt de onomkeerbaarheid van de mededeling en de machteloosheid van het meisje. Het einde van het verhaal is magistraal. Geen wonder dat dit verhaal verfilmd is. De film is genomineerd voor een Oscar. In april 2023 zal de film ook in Nederlandse bioscopen te zien zijn, maar eigenlijk zie je al een haarscherp verhaal, als je het leest.
Dietske Geerlings
Claire Keegan – Pleegkind. Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 96 blz. € 17,99.