Recensie: Ninni Holmqvist – Bijrollen
Zweedse toestanden
Uitgeverij Wilde aardbeien uit Groningen heeft zich gespecialiseerd in vertaalde literatuur uit Noord-Europa, inclusief Groenland. Jongste vrucht is Bijrollen van de Zweedse schrijfster en vertaalster Ninni Holmqvist (1958). Een verhalenbundel over mensen van allerlei pluimage: van kinderen tot hulpbehoevende ouderen, van eenlingen tot gezinshoofden. De kracht van Holmqvist’s verhalen zit in haar vermogen situaties zonder navelstaren of omwegen voor te schotelen, waarbij ze de lezer geregeld vakkundig om de tuin weet te leiden. Hoofdpersonages die aanvankelijk sympathiek lijken blijken toch minder aardig te zijn en plotwendingen zijn binnen het bestek van het korte verhaal vaak onverwacht.
In het verhaal ‘Oldtimer’ maken we bijvoorbeeld kennis met automonteur Klas, die met Victoria de hele zomer rondjes rijdt in een Valiant VE uit 1967. Ze vrijen geregeld op de achterbak, waarna ze weer verder tuffen. Als blijkt dat Linda zwanger is komt de aap uit de mouw: Linda is het minderjarige zusje van Klas zijn vrouw Anita, die al geruime tijd probeert zwanger te worden. Wanneer Linda hem ’s nachts wanhopig belt, doet Klas alsof het een collega-monteur is en blijft zijn wakker geworden vrouw in het ongewisse. Hoe dit verder loopt? Klas bespringt Anita in ieder geval nog even en gaat er vervolgens een nachtje over slapen. In ‘De Zwakste’ is de ik-persoon samen met de Deense Janni. Deze vraagt de ik-figuur vaak bij haar langs te komen in Kopenhagen, waar de ik-figuur juist op haar vrijheid staat en enige afstand probeert te houden. Janni blijkt een vreemde vrouw te zijn: dominant en eigengereid als ze is, deinst ze er niet voor terug de ik-figuur seksueel te misbruiken. Als Janni op zaterdagmiddag naar de filmclub is, geeft dat de ik-figuur de tijd naar Malmö te gaan – mits de veerboot afvaart (we schrijven de jaren tachtig), want het weer is slecht.
Genoemde verhalen laten twee elementen zien die vaker terugkomen in Bijrollen: de auto en de ontsnapping. Niet dat deze twee iets delen; het zijn middelen die iets zeggen over de vaak verwrongen machtsrelaties tussen personages. De auto kan staan voor zowel rijkdom, vrijheid als verlies, net als ontsnappen ook kan betekenen dat je niet kunt vluchten of moet afwachten. Autonomie is kwetsbaar, iedereen kan met die van jouw gaan rommelen. Holmqvist beschikt trouwens over een enorm subtiel gevoel voor humor. Haar stijl is niet zozeer grappig, maar helder en droog en daarom veelzeggend. In ‘Engel’ maken we kennis met een ik-figuur (v), die meedoet met een weekendcursus abstract schilderen. Na het opperen van het voorstelrondje, met het onvermijdelijke risico dat je namen weer vergeet, zegt de docente: ‘Maar dat doet er niet toe, het belangrijkste is dat je de anderen je naam vertelt, zodat je voelt dat je niet alleen een deel van de groep bent, maar ook een individu.’ Voor de ik-figuur is dat geen punt, want zij herinnert zich namen meteen: ‘Ja, ik heb een goed geheugen, of liever gezegd: ik ben altijd geconcentreerd, altijd gefocust, en daarom onthou ik bijna alles wat ik hoor of zie.’
In deze setting van uitgekookte zweverigheid weet ze de jonge Camilla te veroveren. Zij is een kwetsbare vrouw, omdat ze enige tijd geleden haar tweelingzus heeft verloren en nog volop in de rouw zit. De ik-figuur manipuleert haar object en deinst er niet voor terug na een eerste liefdesnacht tegen Camilla te zeggen dat ze ‘tweelingzielen’ zijn. Na al die esoterische dwangformules besef je dat de aanvankelijk kunstminnende hoofdpersoon een ernstige persoonlijkheidsstoornis heeft en vergaat je het glimlachen. ‘Keerpunt’ begint zo: ‘Toen Sanna drieënveertig was en uitgezakt was door het baren van drie kinderen, te veel fastfood en te weinig beweging, toen haar gezicht begon te hangen, haar haar grijs werd en ze zich kortom lelijk, dik en middelbaar voelde, toen kwam Lars-Olof op een donderdagavond in november thuis met de mededeling dat hij ging verhuizen.’
De knetterende ruzie die in het bijzijn van de kinderen volgt leidt naar de vermeende nieuwe liefde van Lars-Olof. Sanna mept erop los, maar Lars-Olof durft niet terug te slaan, omdat hij bang is dan uit de ouderlijke macht te worden gezet. Wanneer hij gehavend en wel in de auto naar zijn nieuwe huis rijdt, belt hij naar het dierenpension met de vraag of hij Michelle, zijn nieuwe liefde, mag ophalen. Dergelijke wendingen zijn illustratief voor veel verhalen in Bijrollen: het is grappig, maar niet om hardop te lachen. In een handomdraai laat de schrijfster het door haar geschetste decor innemen door mensen van vlees en bloed.
In haar nawoord spreekt vertaalster Eline Jongsma over Holmqvist’s literatuuropvatting als een onderzoek naar de ‘zelfkant van de maatschappij’, maar dat begrijp ik niet helemaal. Wellicht was ‘zelfkant van het individu’ beter geweest, want van de maatschappelijke zelfkant in de klassieke zin van het woord (Van Dale: ‘schorriemorrie’) is in Bijrollen weinig te merken. Geen van de personages ligt in de goot en op een aantal hulpbehoevende ouderen na is iedereen in staat een huishouding te voeren. Ik zou juist zeggen dat Holmqvist schrijft over gemiddelde mensen die tot het uiterste worden gedreven, waarbij de alledaagsheid van koffiepruttelende apparaten, meedogenloze schoolpleintaferelen en spugende baby’s de situaties zo herkenbaar maken.
Daarnaast permitteer ik me ook enige opmerkingen over de opmaak. Veel aanhalingstekens en gedachtestreepjes vallen namelijk zichtbaar buiten het tekstveld, wat nogal vreemd staat, net als het feit dat sommige woorden een fractie kleiner zijn gedrukt andere. Gevoegd bij het extreem kleine lettertype op de omslag en een waslijst aan ISBN nummers achterin het boek vraag ik me af of er ook een kritische meekijker is geweest om het een en ander aan te passen. Verder wordt tot twee keer toe het geldbedrag genoemd dat Holmqvist kreeg bij het toekennen van de zogeheten Sixten Heymans pris. Waarom deze triviale en overbodige informatie? Het draagt bij aan de rommelige indruk die het boek qua lay out maakt. Gelukkig bestaat de inhoud uit een reeks prima vertaalde prachtverhalen.
Jaap Krol
Ninni Holmqvist – Bijrollen. Vertaling Eline Jongsma. Wilde aardbeien. 167 blz. € 19,95.