Recensie: Hilde van Mieghem – De drie duifkes
Vrouwenkommer- en kwel in de 20ste eeuw
Hilde van Mieghem is een goede actrice, regisseur en programmamaker. Ze heeft het hart op de rechte plaats. Ik leerde haar kennen toen ze in het Antwerpse Letterenhuis een tentoonstelling over Hugo Claus samenstelde. We troffen elkaar op de drempel van het instituut om er te roken. Maar daarom is Van Mieghems romandebuut De drie duifkes nog geen goed boek. Geen goed literair boek. Want eigenlijk, beken ik schuldbewust, heb ik het vrij graag gelezen.
De drie duifkes vertelt het levensverhaal van drie vriendinnen tussen 1920 en 1964. Het zijn alle drie knappe, verstandige, moedige en spitsvondige tantes, die zwaar te lijden hebben onder de slechtheid en het egoïsme van hun/de mannen. Er wordt in de roman geslagen, verkracht en anderszins misbruikt dat het een lieve lust is. Gelukkig zijn niet àlle mannelijke personages even slecht: er zijn Duck, de grote liefde van het centrale personage Madeleine, Aron, de Joodse minnaar van haar vriendin Juliet en de Noorse zeeman Mats die zich na de oorlog over Juliet ontfermt. Oef.
Zoveel ellende en slechtheid in een boek, dat heet miserabilisme. Af en toe deed De drie duifkes mij denken aan de grote sociale roman Moeder, waarom leven wij? van de Antwerpse schrijver Lode Zielens. Nu kun je slechtere voorbeelden kiezen, maar dat (door mij bewonderde) boek dateert alweer van 1934. Van Mieghem speelde in de jaren 1990 trouwens mee in de zesdelige serie die de commerciële omroep VTM naar Moeder, waarom leven wij? draaide.
Wat ik fijn vond, is de ondubbelzinnige manier waarop Van Mieghem over de oorlog en de collaboratie schrijft. De passages over het ellendige dagelijks leven in het bezette Antwerpen zijn trouwens de beste in de roman. Ze liet zich voor de historische achtergrond helpen door Marc le Bruyn en Dirk Verhofstadt. De aard van nogal wat anekdotes en verwikkelingen in De drie duifkes doet mij vermoeden dat schrijfster haar oor ook te luisteren legde bij vrouwen van de generatie van haar moeder of oma. Soms was het alsof ik mijn eigen moeder over de oorlog aan het woord hoorde.
Van Mieghem vertelt een verhaal en ze doet dat efficiënt. De drie duifkes zou een goeie basis vormen voor een televisiereeks, zij het misschien niet van de allereerste orde. Ik zie er de BBC mee wegkomen, geen Vlaams televisiestation (die hebben geen geld – of beweren dat toch – voor een kostuumreeks). De drie duifkes is ook, denk ik, de eerste roman die de weinig benijdenswaardige situatie van vrouwen in het Vlaanderen van de eerste helft van de 20ste eeuw beschrijft. Het is allemaal dik in de verf gezet, maar wel gebaseerd op reële omstandigheden.
Een feministische roman dan? In zekere zin. Maar ook, in weerwil van alle beschreven ellende, een heel romantisch boek.
Jan Lampo
Hilde van Mieghem – De drie duifkes. De Arbeiderspers, Amsterdam. 408 blz. 24,99.