Recensie: Jowi Schmitz – Slipjacht
Alleen in het bos met Remi
Wie de jeugdromans Weg en Zeemeermeisje heeft gelezen, weet dat Jowi Schmitz uitstekend kan schrijven. Dat doet ze aan het begin van Slipjacht, een thrillerachtige novelle met horrorelementen voor lezers vanaf een jaar of dertien, ook. In een heel sterke opening plaatst ze de lezer in het hoofd van Matteo, een eenzame jongen die zijn moeder mist en een slechte band heeft met zijn vader, een strenge rechter. Zijn emoties verwerkt hij in bloederige tekeningen.
Een diepe, rafelige snee in zijn zij, bloed dat eruit gutst. Matteo zit met half dichtgeknepen ogen naar zijn vader te kijken. Bijna onvoorstelbaar, zo’n wond bij die keurige man die met afgemeten hapjes zijn ontbijt uit een kom lepelt. Matteo richt zijn blik op het raam. Niemand op straat. Logisch, want hij woont in de saaiste buitenwijk van Nederland. Misschien moet hij een kogel door zijn eigen hoofd verzinnen. Dat er een indringer opduikt die meteen op zijn vader begint te schieten en dan dus mist. Of raak schiet, het is maar hoe je het bekijkt.
Erg origineel vond ik het begin overigens niet. Het deed me sterk denken aan Zonder titel (2021) van Erna Sassen, een jeugdroman over een eenzame jongen die vlucht in tekenen. Matteo’s tekentalent speelt al snel geen rol meer in het verhaal van Schmitz, dat vooral thrillerachtig spannend poogt te zijn.
Als Matteo met zijn klas op kamp moet naar de Veluwe wil hij eerst niet. Hij sluit zich op in zijn kamer. Als zijn vader zijn tekeningen ontdekt, besluit hij toch mee te gaan. Indringende gesprekken met zijn vader zijn nog erger dan een busrit met zijn luidruchtige en botte klasgenoten. Eenmaal op de Veluwe gaat Matteo ervandoor. Hij houdt zich schuil in de uitstrekte bossen, overleeft een blikseminslag en een brand en sluit vriendschap met een vossenjong dat hij Remi noemt en in wie hij net als in zichzelf een ‘verschoppeling’ herkent.
Slipjacht is verschenen in de reeks ‘Kluitman-novelles’, een reeks boeken van ongeveer honderd pagina’s bedoeld om leerlingen die niet van lezen maar wel van spannende verhalen houden te verleiden toch eens een boek te lezen. De reeks is populair onder leerlingen en leraren. De winnaar van de Jonge Jury-prijs 2022, Gegijzeld van Chinouk Thijssen, is een ‘Kluitman-novelle’. Dit boekje van Thijssen, dat volgens Nederlandse jongeren het beste van 2022 was, heeft een flinterdun plot en is gevuld met zinnen als:
Ik gooi mijn rugtas op mijn bed en plof er met een zucht naast. Met mijn handen wrijf ik over mijn gezicht. Twee fokking weken met mijn moeder en stiefpa opgescheept? What the hell!
(…)
Ik check mijn outfit in de spiegel die aan de binnenkant van mijn kledingkast geplakt zit. Mijn donkerrode jurk komt tot aan mijn knieën. Ik pak mijn korte zwarte laarsjes en zoek nog een dun riempje omdat de jurk net iets te wijd is. Ik kijk nog een keer in de spiegel naar het resultaat. O ja, een broek.
Een Kluitman-novelle-auteur heeft maar honderd pagina’s om haar verhaal te vertellen. In die beperkte ruimte wil en moet Schmitz te veel. Slipjacht is zonder meer een van de beste Kluitman-novelles, maar de formulefictionele elementen die Schmitz toevoegt – waarschijnlijk toe moet voegen -, zoals dadertekst en een schoolomgeving, verzwakken de novelle aanzienlijk. Matteo heeft een moeilijke relatie met zijn vader. In het bos wordt hij achtervolgd door een hybride wezen dat in zijn tijd als vader verantwoordelijk was voor de dood van zijn eigen zoon. Nu straft hij jongens die zich niet gedragen. Deze ‘Mosman’ vertelt in cursieve dadertekst, hét vormkenmerk van de Nederlandse jeugdthriller, hoe hij op Matteo jaagt en hem pijn wil doen.
De slechte relatie van Mosman met zijn zoon lijkt een soort spiegeling van het onbegrip tussen Matteo en zijn vader. Dat Matteo de achtervolging door Mosman overleeft, is helemaal niet zeker. Als hij wordt vermoord, is zijn emotioneel afstandelijke vader dan net zo schuldig als het groen uitgeslagen monster in het bos? Dat Mosman, die wel wat weg heeft van de Erlkönig, uiteindelijk ‘de Veluwe’ blijkt te zijn, is te veel. In een langere roman had Schmitz deze allegorische transformatie ongetwijfeld heel mooi kunnen uitwerken, maar in een bestek van honderd pagina’s is het een overbodige toevoeging, die het verhaal iets kitscherigs geeft. Dat geldt ook voor het gotische element van de jonker met zijn bloeddorstige jachthonden en landhuis.
Absoluut niet kitscherig is de liefde tussen Matteo en vos Remi. Die is oprecht en laat zien dat Schmitz een uitstekende schrijver is die voor het verkeerde format heeft gekozen. Het is te hopen dat deze Kluitman-novelle nieuwe lezers voor haar andere boeken oplevert en dat Schmitz de volgende keer honderd pagina’s extra neemt om haar verhaal goed uit te werken. Kort is niet altijd beter.
Marie-José Klaver
Jowi Schmitz – Slipjacht. Kluitman, Alkmaar. 120 blz. € 9,95.