Recensie: Ocean Vuong – De tijd is een moeder
Eerst was ik flikker nu gloei ik
Met de roman Op aarde schitteren we even vestigde Ocean Vuong zijn naam, maar hij publiceerde eerder poëzie. De in 2022 verschenen bundel Time is a Mother werd vorig jaar nog in het Nederlands vertaald door Onno Kosters, een gedurfde zet van uitgeverij Hollands Diep in een tijd waarin steeds meer mensen Engels lezen. Nederlandse poëzie wordt al nauwelijks verkocht, laat staan vertaalde poëzie. In het geval van De tijd is een moeder is dat onterecht.
Wat opvalt is de lengte van veel gedichten, die vaak een verhalend karakter hebben en na een paar rustige regels in een heftig tegendeel veranderen. ‘Amerikaanse legende’ begint aldus:
Goed, ik was onderweg
met mijn pa. De dag liep op zijn eind
op een kobaltblauw waas na
dat ons omsloot.
We gingen onze hond, Susan,
afmaken.
Het gedicht verandert na een bladzijde volledig en gaat over in een gedicht over vader en zoon (een heikel thema bij Vuong, die door zijn moeder is opgevoed in Amerika nadat ze uit Vietnam vluchtte toen hij twee was). De ik-figuur in het gedicht veroorzaakt, misschien opzettelijk, een verkeersongeluk: ‘Misschien / wilde ik hem, eindelijk, tegen me / aan voelen’.
Vuong gebruikt nadrukkelijk zijn eigen leven in zijn gedichten, zijn seksuele geaardheid en zijn afkomst en in het fragmentarische gedicht ‘Ook niet’ laat hij met een zeker sarcasme zien dat die identiteiten op dit moment goed vallen in bepaalde kringen.
Eerst was ik flikker nu gloei ik. Jawel.
Een keer op zo’n kunstenaarsfeestje op een dakterras in Brooklyn zei een jonge vrouw, drankje in de hand: ‘Geluksvogel. Jij bent gay en je kunt ook nog over oorlog en zo schrijven. Ik ben alleen maar wit.’ [Stilte] ‘Ik kan niks.’ [Gelach, er wordt met glazen geklonken]
Omdat iedereen weet dat geel leed zodra vastgelegd in Amerikaanse letteren, in goud verandert.
Het bovenstaande gedicht bestaat uit prozaregels en stukken tekst en je moet zelf maar de verbindende lijnen trekken. Vuong experimenteert met de vormen, maar die proza-achtige langere gedichten zijn wel het interessantst. ‘Künstlerroman’ telt maar liefst 16 bladzijden, waarbij de herhaling, sowieso een veelgebruikt stijlmiddel, essentieel is. De ik spoelt videobeelden terug. ‘Hij loopt achterwaarts door de nachtgroene heuvels’, iets later ‘Hij wandelt achterwaarts de stad in’ en een variant op die formulering komt constant terug. Je lijkt in een gewoon leven te zitten en dan komt er weer zo’n snoeiharde verandering in het gedicht, waardoor alles wat daarvoor beschreven was een soort vlucht lijkt van een moment uit het verleden.
Als je dan toch een bundel gaat kopen in de Poëzieweek, dan is dit een heftige, maar mooie ontmoeting met een nog jonge Amerikaanse stem.
Coen Peppelenbos
Ocean Vuong – De tijd is een moeder. Vertaald door Onno Kosters. Hollands Diep, Amsterdam. 130 blz. € 19,99.