Ruwe bolster, blanke pit

Peter Bierhaus (1956) groeide op in ‘Ernum’, studeerde Nederlands en werkte voor diverse bladen, maar toch vooral voor Panorama. O ja, hij slaat er graag op los, in de boksschool welteverstaan. Meestal dan toch zeker. Zijn debuutroman Rotzak kon geen betere titel hebben. Lekker kort, een beetje provocerend, de lading prima dekkend. Ja, het boek is in een heel eigen idioom geschreven, een soort straattaal, niet van dat literaire gewauwel wat veel studenten en/of (ex)leraren Nederlands gebruiken die schrijver worden, willen zijn. Lekkere korte zinnen, geen gelul. Een soort ruwe bolster, blanke pit-verhaal, geen onnodige hoogdraverij. Het is is een no-nonsenseboek, verademend eigenlijk, maar door de introspectie die doorschemert in de bespiegelingen van hoofdpersoon Robbie is Rotzak wel degelijk meer gelaagd dan men wellicht zou denken. Het laat zich daardoor op verschillende niveaus lezen.

Robbie komt ook uit Arnhem, is ongeveer net zo oud als Bierhaus, houdt van een bakkie bier en van Vitesse. Het zou de lezer in het algemeen koud moeten laten in hoeverre een boek autobiografisch is of niet. Laat het je in Rotzak nu eens lekker worst en bier wezen. Op de titelpagina staat immers ‘roman’. De grootste prestatie is eigenlijk dat het boek, een opgroeiverhaal, een memoir, geen en-toen-en-toengeschiedenis is geworden. Daar lijden romans in deze vorm nog weleens onder. Je verliest gaandeweg dan de interesse. Hier blijf je geboeid het levensverhaal van Robbie volgen. Bierhaus heeft natuurlijk uit zijn eigen ervaringen geput, maar het is nadrukkelijk het egodocument van Robbie geworden. Het leest als een sterk dagboek. Kleine hoofdstukken in razend tempo achter elkaar, zonder enige cesuur, of eerder een scheidinkie tot zo ongeveer pagina 375 om daarna een beetje in een soort bierpolitiek te verzanden. Robbie trekt daar van leer tegen de huidige samenleving, tegen alle rotzooi die er in de wereld is, vooral voor een wat oudere witte man. Maar je vergeeft het Robbie met gemak omdat hij in de tussentijd al aan je kleeft, je bent, Rotzak is lineair in tijd, met hem opgegroeid, vastgeklonken bijna.

De roman opent met een kloppartij waarbij de oudere Robbie na te veel bier het onderspit delft, en, dat is heel sterk, eindigt er ook mee. In feite werkt de hele tekst naar deze gebeurtenis toe. Robbie is een moederskindje. Zijn vader zit hem op z’n kop, wetende dat hij met zijn genen aan hem ‘de donkere wolk in het hoofd’ heeft doorgegeven. Hij krijgt om niks een beuk voor zijn hasses. De liefde van zijn moeder is groot, maar wanneer de vader jong sterft, raakt zijn moeder van het padje, wordt een geloofsfreak en raakt Robbie op drift. Het opgroeien in een buitenwijk is o zo gemakkelijk herkenbaar, ook wanneer je Arnhem niet kent. Robbie wil uitbreken, heeft grootste plannen. Zo af en toe zijn er kleine vooruitwijzingen, telling details die van groot belang zijn.

M’n vader maalt er niet om wat anderen van hem denken. Later, toen ik veel ouder was, begreep ik dat ik op hem lijk. […] Ik houd juist van de nieuwe vrijheden, geniet van de meisjes in korte rokjes en hun brutaliteit. We roken, drinken en trekken ons niets aan van onze ouders, Maar in mijn hart ben ik m’n vader: streng, gedisciplineerd, sportief en chagrijnig.

Robbie beseft later dat hij de harde leerschool van zijn vader ook mist. Robbie ontdekt roken, bier, het voetbal en vooral het andere geslacht, vooraleerst als vroege tiener, tja, in zijn buurvrouw Marjan, die we later nog in een heel andere rol tegenkomen. John, de man van Marjan, maakt Robbie enthousiast voor het boksen. De boosheid die in Robbies hoofd wolkt, moet natuurlijk een keer naar buiten komen, hoe hij gedurende zijn leven ook zijn best doet om het te kanaliseren middels de edele kunst van de pugilistiek. Robbie blijkt ringinzicht te hebben, een goed doorzettingsvermogen. Hij kan misschien wel prof worden. Of wordt hij een sjacheraar? Waarom niet beiden? Bier trekt hem door het kloteleven en alleen onaangepaste koekwausen vindt hij tof. Is hij een misantroop in de dop of wordt hij misschien gered door de liefde?

Er passeert van alles, de rechtbank, illegale handeltjes, een gevangenisstraf in de Bijlmerbajes. Prima tijdsbeelden. Robbie is een van de eerste gasten in de Bijlmer. Het staat niet in het boek maar hij had vast heel hard moeten lachen over de ideeën bij de bouw. Houten celdeuren en geen muren rond de luchtplaats maar struiken met stekels, dat waren zo de plannen die men, vooruitstrevend, had bedacht. Een paar testgevangenen sloopten die gedachten binnen no time.

Lezers, ongeveer van de leeftijd van Robbie Biermans herkennen veel, de post-hippietijd, Nieuwmarktrellen, de Punk in Engeland, een onverwacht kampioenschap van een middenmotor, de ontdekking van de bluesmuziek en ga zo maar door. Voor jongeren is het een gloedvolle beschrijving van een tijd die voorgoed voorbij lijkt te zijn, met slechts een miniem tikkeltje sentiment. Voor schrijver dezes kwam het soms wel heel erg dichtbij. Een Duitse voorouder, een vechtpartij in Paradiso, de verhoren bij de recherche, de muziekscène in de jaren tachtig in Engeland, de jonggestorven vader, een retraite in de geboorteplaats van mijn moeder, de vechtsport als laatste redmiddel, je gevoelens in artikelen, in stukken voor bladen en websites leggen. Maar is dat niet de kracht van een goed boek, de lezer het idee geven dat het bijna voor hem of haar persoonlijk geschreven is?

M’n vader, die driftige, ongelukkige man. De Arnhemse courant, Londen met de punkers, de Bijlmerbajes, Pano, dat gekke jaar in de Achterhoek. Mijn wereld is voorbij […] Soms denk ik m’n leven terug en heb ik niet eens het gevoel dat ik dat was.

En toch vindt Robbie een zekere rust in de eenvoud van een baantje als tapper bij een buurtcafé, kan hij juist van kleine dingen erg genieten. Rotzak is beslist veel meer dan een dikke lul, drie bier, een kopstoot, lekker dingboek, maar waarom zou je het ook niet zo mogen lezen. Ik hou van die klootviool Robbie. Rotzak is intens eerlijk en evengoed is het een roman met veel reflectie.

Peter Bierhaus – Rotzak. AfdH uitgevers, Enschede. 416 pagina’s € 25,-.

Vitesse Cult

9789492411556

In een serie over Vitesse, de club waar altijd wat aan de hand is, kan een boek over de bijzondere positie die de Arnhemmers vanaf de oprichting in 1892 hebben verworven, niet ontbreken. Niet alleen de club zelf is cult, met z’n ‘FC Hollywood aan de Rijnstatus’, maar ook een groot aantal Vitesse-spelers hebben veel losgemaakt bij de supporters. Vitessenaren die op en buiten het veld zorgden voor opschudding, vermaak of bizarre situaties. Spelers met wie supporters zich konden identificeren, zoals Ben en Nicky Hofs, Theo Janssen, Dejan Čurović, de Duits-Braziliaanse paradijsvogel Paulo Rink, en antihelden tegen wil en dank als Huub Loeffen en Frank van der Struijk. En wat te denken van de spraakmakende acties van Remco van der Schaaf en Sébastien Sansoni tijdens de verhitte derby’s tegen NEC? Ook in een ver verleden speelden er mannen in het geel-zwart over wie mooie verhalen te vertellen zijn. Bijvoorbeeld over Bertus de Kat Angelino, die voor een belangrijke wedstrijd even zijn gevangeniscel mocht verlaten… In Vitesse Cult laten auteurs en Vitesse-supporters Ferry Reurink en Peter Bierhaus deze opmerkelijke spelers weer schitteren. Ferry Reurink (1973) en Peter Bierhaus (1956) publiceerden eerder samen het boek Vites! en een biografie over Alfons Haket, een oude rocker uit hun geliefde Arnhem. Vitesse Cult is het vierde deel in de reeks van Reurink over de club.

Alfons Haket

9789490834968

Op z'n 14e werd 'ie gegrepen door Bill Haley en Elvis, een paar jaar later stond 'ie zelf te rocken in z'n eerste bandjes. Tientallen jaren later en na een paar hits, successen maar ook zware en moeizame tijden, staat 'ie nog steeds op 't podium te rock 'n rollen. Arnhemmer Alfons Haket maakte dé jongensdroom waar: 60 jaar leven in de rock 'n roll.Journalistieke biografie over de Arnhemse rock 'n roller Alfons Haket. Auteurs: Peter Bierhaus en Ferry Reurink, met een voorwoord van Ad Visser, ex-presentator AVRO's TopPop/Singer-songwriter.Auteurs:Peter Bierhaus (1956, Arnhem) is journalist en rock 'n roll-fan.Ferry Reurink (1973, Arnhem) werkt voor Bibliotheek Arnhem en doet historisch onderzoek. Ferry is auteur van het boek Het stadioncomplex (2007, De Arbeiderspers) en schreef samen met Peter het boek Vites! (2011, Uitgeverij CTRL-e).'They tell it like it is!''Dit boek vertelt het natuurgetrouwe verhaal hoe local heroes zich een pad hakten door het Nederlandse popklimaat van de 70's. Hun grootse momenten en heftige teleurstellingen zijn opgetekend door 2 liefhebbers met een groot hart voor hun helden.''En zo krijgen we misschien meer inzicht in het popbestaan dan in al die opgepoetste ''Original Biographies'' van de ''Biggies''.'Ad Visser

Vites!

9789081345781

Vites!‘Vitesse zit in mijn hart’. ‘Ik kan niet zonder Vitesse’. ‘Vitesse heeft mij heel veel mooie momenten in mijn leven gegeven’. Het zijn slechts een paar liefdesverklaringen aan Vitesse die supporters met ons deelden tijdens interviews. Bij iedereen op een andere manier en in een andere mate, maar de hartstocht voor Vitesse gaat heel erg ver en is onvoorwaardelijk. Nadat Merab Jordania in augustus 2010 Vitesse kocht, vroegen sommige voetballiefhebbers zich af waar de ziel van de club zou blijven. Wij wisten het al, maar hier ligt het bewijs: die ziel leeft keihard door in de harten van de vele trouwe supporters van Vitesse. Bij de één al ruim zestig jaar, bij een ander pas een aantal jaren. Maar deze fan, die nooit meer weg wil, is dan ook pas 15 jaar. Wij spraken negen Vitesse-supporters met verschillende achtergronden en herinneringen aan hun Vitesse. Allemaal hebben ze hun eigen verhaal, over die allereerste wedstrijd, over fantastische gebeurtenissen rond Europa-cupwedstrijden, een zelf georganiseerde afscheidswedstrijd van Stadion Nieuw-Monnikenhuize, de saamhorigheid, de trots op Arnhem en over die vaak intens opborrelende liefde. Ook bij tegenslag.Over de auteurs:Peter Bierhaus (Arnhem, 1956) is journalist.Hij werkte onder andere voor Panorama en publiceerde in de bundel Britain het verhaal You’ll never walk alone!, over Engels voetbal. Hij is Vitessenaar in hart en nieren en werkt als vrijwilliger van de Supportersvereniging Vitesse mee aan het supportersmagazine Zwart op Geel.Ferry Reurink (Arnhem, 1973) schreef eerder een naslagwerk over alle stadions in Nederland waar ooit betaald voetbal is gespeeld: Het stadioncomplex (Uitgeverij De Arbeiderspers). Ferry kocht op z’n twaalfde zijn eerste seizoenkaart van Vitesse en raakte al snel in de ban van de Arnhemse club.