Recensie: Tanguy Viel – Een meisje dat je belt
Een tragikomische wereld van politieke intriges en seksueel misbruik
Met witte sneakers, strak tricotjurkje en een zwartleren jack is het moeilijk te zeggen of je een studente of verpleegster bent, of ‘een meisje dat je belt’. Zo verklaart Laura haar kledingkeuze op de dag dat zij een afspraak met de burgemeester heeft, omdat hij wellicht een kamer voor haar kan regelen. Laura is een van de hoofdpersonages uit Een meisje dat je belt van de Franse auteur Tanguy Viel. Die afspraak is de spil waar het boek om draait. Op dat moment gaat er namelijk iets behoorlijk mis. Viel laat de lezer haarscherp ervaren hoe een jong meisje in de intimiderend grote en luxe kamer van de burgemeester logische keuzes probeert te maken, terwijl daarmee juist een keten van misbruik en wraak in gang wordt gezet.
Laura is de twintigjarige dochter van Max Le Corre, een succesvolle bokser, die sinds hij niet meer in de boksring staat, de chauffeur is van de burgemeester. Max vraagt de burgemeester, Quentin Le Bars, of hij misschien een kamer voor haar kan regelen. Le Bars stelt voor dat Laura even bij hem langskomt. Zij heeft modellenwerk gedaan en staat, in lingerie, overal op billboards in de stad. Ze verwacht een zekere afstandelijkheid van Le Bars, maar vanaf het moment dat zij zijn kamer betreedt, houdt hij juist nauwelijks afstand: hij stelt zich voor als Quentin, tutoyeert en neemt, te dicht naast haar, plaats op de bank. In plaats van een kamer biedt hij haar een baan. Hij legt zijn hand op de hare. Voor de baan schakelt hij casinobaas Franck Bellec in, de man die Max als bokser ‘groot’ heeft gemaakt.
Het verhaal zit geraffineerd in elkaar. Er is een alwetende ik-verteller die zelf niet deelneemt aan het verhaal, maar er wel op reflecteert, vooruitwijst en zelfs de opbouw van het verhaal ter discussie stelt. Het verhaal begint met Laura, maar in het tweede hoofdstuk zegt de verteller al:
Misschien had ik met hem moeten beginnen, met de bokser, want ik zou niet kunnen zeggen wie van de twee, Max of Laura, de belangrijkste reden vormt voor dit verhaal, maar wat ik wel weet is dat ze zonder hem beslist nooit over de drempel van het stadhuis zou zijn gestapt, en al helemaal niet als een pas ontloken bloem het kantoor van de burgemeester binnen zou zijn gekomen, en wel omdat hij, haar vader, om die afspraak had gevraagd, er eerst bij haar op had aangedrongen en er vervolgens bij de burgemeester zelf op had aangedrongen, want hij was zijn chauffeur.
De verteller legt het perspectief afwisselend bij Laura, Max, Franck en Quentin. Daarnaast wordt het verhaal steeds onderbroken door een gesprek tussen Laura en de politieagenten bij wie ze aangifte heeft gedaan. Door deze wisselingen krijg je als lezer inzicht in de motieven van de verschillende personages. Nu zijn die motieven lang niet altijd rationeel bepaald. Veelal gaat het om instinctief handelen. Als Le Bars bij Laura langs gaat, om te zien of zij inmiddels goed gesetteld is, gaat hij op haar bed zitten, pakt haar hand en brengt die naar zijn gulp. Laura, vroegwijs, maar toch ook enigszins naïef – het is ten slotte wel de burgemeester – voelt zich verplicht de handeling af te maken. De politieagenten zijn verbijsterd over deze keuze, want in hoeverre gaat zij dan zelf vrijuit? Max’ verzoek aan de burgemeester is ook niet helemaal zuiver. Heeft hij daardoor niet zelf de hele toestand over zijn dochter afgeroepen? Omdat er naaktfoto’s van Laura rondzwerven, doet Le Bars voorkomen alsof hij min of meer door haar overgehaald is, want welke man kan nu weerstand bieden aan een mooie, jonge vrouw die zich zo opdringt? Franck voelt zich door hem gedwongen Laura een baan aan te bieden als ‘meisje’ in zijn casino, terwijl hij zelf zijn bedenkingen heeft en zijn zus, die nota bene een relatie met Max heeft gehad, hem voor gek verklaart. Stuk voor stuk zijn de personages markante figuren die je niet gauw zult vergeten. En, hoe ernstig en walgelijk de zaak ook is, de bizarre situaties waarin zij zichzelf en elkaar weten te brengen, zijn regelmatig bijzonder humoristisch.
Stap voor stap bouwt Viel een ingenieus web waaruit de verschillende personages niet meer kunnen ontsnappen. De complexiteit van het web wordt versterkt door de opvallende stijl: lange, zoekende volzinnen, met talloze kleine bij- en tussenzinnen, waarin steeds kritische vragen worden gesteld. Tegelijkertijd zitten de personages zo vast in het web, dat zij worden voortgestuwd in een keten van oorzaak en gevolg, of eerder actie en reactie, tot een spannende en toch ook tragikomische ontknoping aan het einde.
Tanguy Viel weet op deze manier heel knap, kritisch én humoristisch, een wereld van politieke intriges en seksueel misbruik neer te zetten, die recht doet aan de complexe werkelijkheid vol verwachtingspatronen, vooroordelen, misverstanden, gewoontes, gemakzucht, allerlei onderbuikgevoelens en uiteindelijk een falend rechtssysteem.
Dietske Geerlings
Tanguy Viel – Een meisje dat je belt. Vertaald door Katrien Vandenberghe. Vleugels, Bleiswijk. 136 blz. €26,90.
Te koop bij de betere boekhandel of direct bij de uitgever.