Recensie: Benno Barnard – Afscheid van de handkus
De vorm bepaalt alles
In het verleden bewees Benno Barnard al dat hij een meester is in het schrijven van dagboeken. Dagboek van een landjonker (2013) en Zingen en creperen (2019) getuigden van een grote originaliteit en stilistische bravoure. Met Afscheid van de handkus gaat Barnard verder op de ingeslagen weg. Deze keer volgt een korte roman op de dagboeknotities. Barnard is, zoals Jeroen Brouwers terecht opmerkte, een oeuvreschrijver: thema’s en onderwerpen komen in andere vormen terug. Daarom schrijft Barnard: ‘Ik heb het allemaal al vaker verteld, maar de waarheid moet je blijven herhalen, anders sta je nog machtelozer tegenover de leugen.’
Het is ondertussen bijna tien jaar geleden dat de auteur is verhuisd naar East Sussex, waar hij samen met zijn vrouw in een zeventiende-eeuws landhuis woont. Hij wandelt met de honden, gaat naar het voetbal, tafelt uitgebreid met vrienden, gaat (als agnost) op zondag naar de anglicaanse liturgie en leest plichtsbewust de negentig boeken uit de wereldliteratuur die hij niet zozeer wil lezen, maar wel gelezen hebben – kwestie van een belezen man te zijn. Albert Camus kan op zijn goedkeuring rekenen, maar Proust en Dostojevski hadden beter grote stukken tekst geschrapt. Zijn vrouw pendelt naar Brussel voor haar werk bij de Europese Unie, zijn zoon trouwt en krijgt een job aangeboden in Washington, en er wordt getreurd voor de dochter die op jonge leeftijd is omgekomen in een verkeersongeval. Ondertussen woedt de coronapandemie en maken testen, lockdowns en quarantaines het leven en het reizen moeilijk.
Barnard bespeelt de thema’s die zijn gekend uit vroeger werk. Het socialisme van de volksverheffing heeft gefaald, de Britse flegmatiek wordt verdedigd en met de adel wordt gekoketteerd. Er wordt gefulmineerd tegen sentimenteel narcisme, postmodernisme en psychologie:
Psychologen zijn de humanitair bewogen dieven van onze rouw. Ik walg van hun menslievendheid. Met een pastoor kun je bakkeleien over de theodicee en het bestaan van de goede God, maar de flauwekul die aan onze overbevolkte faculteiten psychologie over onnozele twintigjarigen wordt uitgestort resulteert in temerige praatjes, te slap voor een behoorlijke discussie. Van de pastoor krijg je God, van de psycholoog een tool – geef mij maar God. Werkt ook niet, maar heeft tenminste muziek en schilderijen in zijn praktijkruimte.
Barnard beschouwt zichzelf nog steeds als een product van de ‘christelijke, humanistische, kunstbewuste, intellectuele beschaving’. Voorlopig is de Westerse cultuur veruit de meest succesvolle. Het feminisme heeft het emancipatorische van de etiquette niet begrepen. De islam wordt bekritiseerd, maar de vroegere bijtende polemieken zijn verworden tot een sporadische schimpscheut. Barnard is ook nog steeds gefascineerd door het Jodendom en komt dikwijls terug op joodse thema’s en auteurs. Hij leest zijn geliefde Joseph Roth en maakt uitstapjes naar het joodse verleden van de Balkan en de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie – thema’s die ook terugkomen in de roman die volgt op de dagboeken. De herinneringen van Barnard gaan ook terug naar zijn jeugd: Barnard groeit op in Rozendaal als zoon van een protestantse dominee en dichter – die zijn zoon al op jonge leeftijd voorhield dat beschaafde mensen dagboeken bijhouden – en met weemoed wordt teruggedacht aan de tijden van baron Van Pallandt. Barnards herinneringen omvatten ook de reizen die hij vroeger heeft gemaakt voor zijn werk als journalist en schrijver. Tevens wordt verslag gedaan van familiale uitstapjes.
Het mooie aan Afscheid van de handkus ligt in de eerste plaats in de superieure stijl. Maar het boek is ook ongemeen grappig: de ironie waarmee Barnard zijn onderwerpen bijwijlen behandelt, is ijzersterk. De lezer moet Barnard zeker niet altijd letterlijk nemen. Bij momenten is het ook pure slapstick: de herinnering aan Roger Scruton zal de lezer niet snel vergeten. Sowieso is de vorm voor Barnard belangrijk – of het nu over religie of literatuur gaat. Het boek staat bomvol citeerbare passages en aforismen (‘In onze beschaving is de ritus uit de mode geraakt en vervangen door de rede en de neurose.’). Afscheid van de handkus is een prachtig boek waarin de herinnering vermengd is met heimwee en nostalgie. De roman aan het einde is jammer genoeg niet zo goed als het dagboek, maar hij zit toch wel vernuftig in elkaar.
Kris Velter
Benno Barnard – Afscheid van de handkus. Atlas Contact, Amsterdam. 464 blz. € 27,50.