Recensie: James Purdy – Onder sterren
Vergane glorie komt tot leven
Het lezen van een roman van James Purdy is aparte ervaring. Dat bleek toen vorig jaar het uit 1972 stammende Ik ben Elijah Thrush (voor het eerst in vertaling in 1994) opnieuw werd uitgebracht. Enkele maanden daarna verscheen Onder sterren, geschreven in 1992, een nieuwe vertaling van de hand van Harm Damsma. De leeservaring is vooral apart omdat ik van vroegere lezingen van Purdy’s werk vooral de continu aanwezige erotische ondertoon spannend vond en waardeerde. Nu vielen me vooral de personages op die zonder uitzondering grotesk zijn. De emoties en hartstochten lopen voortduren huizenhoog op. Een echt plot is nauwelijks aan te wijzen, belangrijke personages kunnen zomaar doodgaan of op een andere manier uit het verhaal verdwijnen en ze kunnen ook zomaar verschijnen.
De spil in zijn verhaal is de componist Abner Blossom die via zijn leerling Val Sturgis een libretto in handen heeft gekregen. Een libretto dat Sturgis ergens gevonden heeft. Blossoms aandacht is meteen gewekt, want het onderwerp betreft het scandaleuze leven van fotograaf Cyril Vane die, hoewel getrouwd met Olga Petrovna, vooral belangstelling had voor naaktfotografie van mannen, zwarte mannen in het bijzonder. Alhoewel hij al een beetje op leeftijd is, besluit Blossom toch een spraakmakende opera te maken over Cyril Vane. Een opera die de weduwe van Vane (Vane is een van de mensen die tijdens de roman komt te overlijden) uit alle macht probeert tegen te houden.
Purdy schetst een portret van het gay leven in de jaren zestig, waarin de seksuele voorkeur van mannen voor mannen, laat staan interraciale relaties, nog kon leiden tot een groot schandaal. In het nawoord van Robert J. Corber wordt die koppeling met de werkelijkheid nadrukkelijk gemaakt en wordt Carl Van Vechten, de fotograaf die model stond voor Cyril Vane, evenals enkele andere personages van enige achtergrond voorzien. Voor een deel is dat jammer, want los van die (op zich interessante) achtergrondinformatie functioneert het verhaal ook zelf als een opera, waarbij de hoofdrolspelers continu op de toppen van hun gevoelens leven. Het geheel zou zeker larmoyant zijn, als Purdy niet ook van die ironische terzijdes plaatst, waardoor het geheel weer in evenwicht komt.
Want de Vanes gingen naar de opera zoals veel katholieken naar de mis gaan, dat wil zeggen dat ze slechts lichamelijk aanwezig waren.
De recensent van The New York Post benoemde dat evenwicht als volgt: ‘Mr. Purdy’s diction is that of an out-of-the-closet Evelyn Waugh, but his plot is sheer Dynasty.’
De opbouw van Onder sterren werkt toe naar een climax waarbij de opera onder immense belangstelling wordt opgevoerd en triomfen viert, terwijl de weduwe van Cyril Vane in het publiek zit. In de tussentijd heb je de geliefden van Val Sturgis (een briljante jonge componist, maar o zo gevoelig) leren kennen, ben je weer die typische seksueel ambigue bediendes tegengekomen die het werk van Purdy bevolken en ben je niet meer verbaasd over de wendingen die het verhaal heeft genomen. Je weet alleen zeker dat je weer een unieke leeservaring hebt gehad.
Coen Peppelenbos
James Purdy – Onder sterren. Vertaald door Harm Damsma. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam. 256 blz. € 21,99.