(Deze recensie over Baba Jaga legde een ei verscheen voor het eerst in 2010.)

Heksentoeren

Het werk van de Kroatische schrijfster Dubravka Ugrešić, die tegenwoordig in Amsterdam woont, is zo eigenzinnig dat het zich nergens mee laat vergelijken. Dat hoeft geen compliment te zijn, maar zo is het hier wel bedoeld. In een stijl die van elke zwaarwichtigheid is ontdaan en vol lichtvoetige humor zit, gaat zij in haar romans en verhalen thema’s te lijf, die op het eerste gezicht alledaags lijken, maar op het tweede boordevolle verrassingspakketten blijken te zijn.

Zo ook de roman Baba Jaga legde een ei. Die bestaat uit, op (alweer) het eerste gezicht, drie min of meer zelfstandige delen. In het eerste treedt de schrijfster als ik-figuur op. Uit haar vele bezoeken aan haar bejaarde moeder in Zagreb destilleert ze een prachtig portret van een oude vrouw, die met dwarse eigenzinnigheid – Ugresic heeft het niet van een vreemde – het hoofd biedt aan groeiende ouderdomsgebreken.

Deel twee is een verhaal vol hilarische verwikkelingen, maar ook vol ontroering over drie oude vrouwen die een Tsjechisch kuuroord bezoeken en daar, zonder zich daar van bewust te zijn, magische toeren uithalen. Het derde deel voert als auteur ene dr. Aba Bagay op, deskundige op het terrein van Slavische folklore, die een stortvloed van weetjes over de pagina’s uitstrooit uit de mythologie van Baba Jaga, de slavische Vrouw Holle. Bagay analyseert de voorgaande delen vanuit wetenschappelijk-folkloristisch perspectief tot op het bot.

Is dit een parodie? In het eerste deel laat de ik-figuur duidelijk weten een grondige hekel te hebben aan folklore en aan de neiging literaire teksten folkloristisch te duiden. De reden laat zich raden: als folklore de ware kern is van literatuur, dan is literatuur weinig meer dan eindeloze zelfherhaling. Dan komt alles uit hetzelfde folkloristische ei en zal het gevecht losbranden over wie de eer toekomt dat ei oorspronkelijk te hebben gelegd. Of moeten we dit boek toch ook anders lezen? Gaat het toch om de vrouwenhaat die in de Baba Jaga-mythologie vervat is? Zijn de vrouwen uit het eerste en het tweede deel hedendaagse Baba Jaga’s die hun heksentoeren aanwenden om zich tegen die haat teweer te stellen en de vloek van de ouderdom te bezweren?

Vragen te over, maar pas op en sla Ugrešić waarschuwingen niet in de wind, waarschuwingen die als motto’s zijn toegevoegd aan het tweede en derde deel: ‘Vraag,
maar weet wel: niet elke vraag leidt tot iets goeds’ en ‘Veel weten maakt vroeg oud.’

Hans van der Heijde

Dubravka Ugrešić – Baba Jaga legde een ei. Vertaald door Roel Schuyt. De Bezige Bij, Amsterdam. 350 blz. € 24,90.

Deze recensie werd voor het eerst gepubliceerd in de Leeuwarder Courant op 26 november 2010.