Recensie: Gabrielle Zevin – Morgen en morgen en morgen
Altijd een morgen
In Morgen en morgen en morgen ontmoeten de gamewereld en de wereld van de literatuur elkaar. Op zich lijkt dat een botsing van generaties en culturen, maar schrijfster Gabrielle Zevin weet met deze roman die werelden naadloos te verbinden. Zevin, geboren in New York in 1977, heeft haar sporen reeds verdiend in het young-adult-genre en lijkt met Morgen en morgen en morgen de crossover te maken naar de volwassen literatuur – wat dat ook moge zijn. In ieder geval is Morgen en morgen en morgen een leesbare, overzichtelijke en zeer vermakelijke roman.
Op een metrostation in Boston, Massachusetts komt Sam Masur toevalligerwijs zijn jeugdvriendinnetje Sadie Green weer tegen. Ze hebben elkaar zo’n negen jaar niet meer gezien, sinds ze samen gameden in het Californische ziekenhuis, waarin Sam was opgenomen na een dramatisch en ernstig auto-ongeluk, waarbij zijn moeder overleed en hij zijn voet verbrijzelde. Door samen te gamen hielp Sadie Sam te ontvluchten uit de werkelijkheid. Maar ze verloren elkaar door een kinderruzie uit het oog. En nu, beiden woonachtig aan de oostkust – Sadie studerend aan het Massachusetts Institute of Technology en Sam aan Harvard – komen ze weer samen om hun onverwoestbare liefde voor games te delen. En dat niet alleen: ze gaan computergames maken. Om een virtuele wereld te creëren waarin niemand dood gaat en er altijd een morgen is. Wat Zevin niet doet, is parallelle werelden in elkaar laten overlopen; ze houdt de metafysica op afstand. Wat Zevin in Morgen en morgen en morgen wel doet is Sam en Sadie de harde realiteit van de echte wereld te laten ervaren en ze in staat te stellen eruit te ontvluchten.
Tezamen ontwerpen ze een computerspel, Ichigo: A Child of the Sea en richten hun eigen techbedrijf Unfair Games op, dat commercieel wordt geleid door Sams kamergenoot Marx Watenabe. Gedrieën blijken ze uiterst succesvol, sluiten lucratieve contracten en verhuizen naar Venice Beach in Californië. Maar er is ook kritiek: zijn de hoofdpersonages in hun games gender-specifiek en mag dat? Mag Ichigo, op drift door een vloedgolf, wel een Japans kind zijn nu – ook al zijn ze door en door Amerikaans – Sadie Europees-joodse roots heeft en Sam Koreaanse? Op speelse wijze haalt Gabrielle Zevin aldus thema’s aan als feminisme, racisme en culturele toe-eigening – en het soms belachelijke debat hierover. Ook zijn er verwijzingen naar culturele uitingen als de in Ichigo gebruikte golf van Hokusai (ook verwerkt op het voorplat) en het Morgen en morgen en morgen-thema uit Shakespeare’s Macbeth. Minder speels is echter de rampspoed die Zevin op de drie laat neerdalen: Sams voet moet geamputeerd en Marx wordt neergeschoten bij een aanslag door rechts-extremisten – die feitelijk Sam op de korrel hadden. Het is de intense vriendschap tussen Sam en Sadie die hen laat standhouden. Zelfs na dertig jaar. Wat Sam en Sadie op de been houdt is de drang in een spel, in een virtuele wereld alles te kunnen doen wat ze willen. Want in een spel is er altijd een morgen.
Wiebren Rijkeboer
Gabrielle Zevin – Morgen en morgen en morgen. Vertaald door Gerda Baardman. Nieuw Amsterdam, Amsterdam. 416 blz. € 24,99.