Nieuws: Een ontdekkingsreis door het universum van Willem Frederik Hermans
Vierkant is een lelijk formaat, zeker voor een boek. Het steekt uit de kast en als je het openslaat, ligt er iets langwerpige op tafel. Dat zei Piet Schreuders ongeveer bij de presentatie van Het universum van Willem Frederik Hermans.
Dat is een vierkant boek, 24 x 24 centimeter.
Precies dat formaat had Hermans zelf bedacht voor zijn Mandarijnen op zwavelzuur, maar de drukker kon dat indertijd niet aan.
Uitgever Jaco Groot overhandigde het eerste exemplaar van Het universum van Willem Frederik Hermans, een kloeke stoeptegel samengesteld door Max Pam, Hans Renders en Piet Schreuders, gisteravond in de Amstelkerk in Amsterdam aan Ruprecht Hermans, de zoon van de in 1995 overleden schrijver. Het boek, dat 452 bladzijden telt, is zowel een aanvulling op de Volledige Werken van Hermans, verschenen in 24 delen, als op diens tweedelige biografie door Willem Otterspeer.
Het was de samenstellers er om te doen om Hermans’ lichtere kant te laten zien. Het beeld dat door Otterspeer wordt overgeleverd is dat van een zuurpruim en een pestkop, maar Hermans was ook iemand die plezier beleefde aan het schrijven, aan het verzamelen van schrijfmachines (en het repareren ervan), aan het fotograferen en het maken van collages, aan het stempelen van zijn brieven en aan de omgang met vrienden (die dan, zo was hij ook wel weer, soms werden geëxcommuniceerd).
Maar Hermans behoeden voor de vergetelheid is uiteindelijk het belangrijkste motief geweest om dit boek te maken. De presentatie in de Amstelkerk begon veelzeggend met een fragment uit het tv-programma ‘De slimste mens’ waarin de actrice Melissa Drost, die overigens japanologie en muziektheater heeft gestudeerd, maar niet op de naam kon komen van de hoestende schrijver die zo-even in beeld was geweest.
Pam, Renders en Schreuders hebben jarenlang elke maandag in het archief van Willem Frederik Hermans mogen snuffelen. Ze hebben alle brieven – het brievenarchief beslaat dertig strekkende meter – gelezen, zijn dagboekaantekeningen, de kattebelletjes die hij schreef op ‘yellow pads’ die hij op reis in de VS had gekocht omdat de excentrieke Amerikaanse miljonair Howard Hughes die ook gebruikte. Ook bekeken ze zo’n 15.000 foto’s.
Ruprecht Hermans had de foto van de werktafel van zijn vader met uitzicht op de achtbaan tijdens de Groningse kermis op de Ossenmarkt nog nooit eerder gezien, zei hij gisteravond.
Het universum van Willem Frederik Hermans biedt inzicht in het leven van de schrijver, wetenschapper, fotograaf, essayist, Wittgenstein-vertaler en ‘hofnar, cabaretier, valsspeler, hedonist’. De vier etiketten tussen aanhalingstekens zijn van Raymond Benders, voorzitter van het Willem Frederik Hermans instituut en gedurende de laatste zestien levensjaren van Hermans dik met hem bevriend.
Het boek is chronologisch van opzet, vanaf 1939 met een hoofdstukindeling per jaar. De periode 1921-1938 wordt in één keer behandeld. Emmy van Meurs, vanaf 4 juli 1951 mevrouw Hermans, krijgt aan dit alles voorafgaand twee eigen pagina’s. Zij prijkt in haar 27-jarige schoonheid op een foto die Hermans omstreeks 1950 van haar heeft gemaakt. Niet alleen de camera was hier verliefd, maar zeker ook de fotograaf.
In 1957 ging Hermans in de leer bij de fotograaf Nico Jesse. Hij schreef hem:
Ik ben bereid zonder restrictie elke voorkomende bezigheid zo goed mogelijk te verrichten, ook het omspoelen van ontwikkelbakken of het op nummer leggen van systeemkaarten, ik noem maar iets. Ik ben, geheel in tegenstelling tot wat sommigen misschien van mij beweren mogen, in de nabijheid van Meesters gewillig, vlijtig en goed van aannemen.
Als schrijver had Hermans toen al titels op zijn naam staan als De tranen der acacia’s en Ik heb altijd gelijk. Dat hij het vak van fotograaf serieus nam, blijkt ook uit zijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel, in ’57, van Persfotobedrijf W.F. Hermans. Hij deed examen op de Fotovakschool, maar werd afgewezen. Foto’s die hij had gemaakt op Parijse kerkhoven stuurde hij naar het Amerikaanse tijdschrift Life, maar een reactie bleef uit.
Piet Schreuders reconstrueerde voor Het universum van Willem Frederik Hermans hoe twee pagina’s in Life met foto’s van Hermans er uit hadden kunnen zien, inclusief een stukje tekst dat begint met de zin: ‘Although this magazine is called LIFE and not DEATH…’ Een deel van de tekst valt weg onder een trompe-l’oeil van een pakje Gauloises, Hermans’ favoriete sigaret.
Als schrijver heette Hermans voluit Willem Frederik Hermans. In 1969 moest hij dat Geert Lubberhuizen, de baas van De Bezige Bij, nog eens inpeperen omdat een tijdschrift van de uitgeverij het had bestaan om tot minstens drie keer toe te spreken van W.F. Hermans. Dat was de naam die hij gebruikte als fotograaf. Als wetenschapper was hij: Dr. W.F. Hermans.
Opmerkelijk in dit verband is dat Uitgeverij De Harmonie de recensie-exemplaren van Het universum van Willem Frederik Hermans liet vergezellen door een persbericht waarin de titel wordt gespeld als Het universum van W.F. Hermans. Maar dit terzijde. Geen kwaad woord over De Harmonie. Uitgever Jaco Groot heeft maar tien seconden hoeven nadenken of dit boek er zou komen, zei hij gisteravond.
Het boek laat zien dat in Hermans een onvermoede kindervriend schuilging. Ook onvermoed is de vriendelijke uitnodiging die hij in 1970 stuurde aan de franciscaner zuster Cecilia Beke. Dan weer wel geheel in de lijn der verwachtingen liggen de schimpscheuten aan het adres van Harry Mulisch en de beschuldiging van leugens jegens Gerard Kornelis van het Reve.
Nieuw licht wordt geworpen op de dood van Hermans’ zuster Corry op 14 mei 1940. Haar lichaam werd aangetroffen in een auto aan de Zuidelijke Wandelweg aan de rand van Amsterdam. Naast haar lag het lichaam van haar 21 jaar oudere neef Pieter Blind met een automatisch pistool in zijn hand.
Dubbele zelfmoord? Of moord gevolgd door zelfmoord?
Twee dagen eerder had Blind, inspecteur van politie, aan Corry geschreven: ‘Ik hoop, dat, zo nodig, ik er zelf een einde aan mag maken.’ Op 13 mei zou hij zijn vrouw en kinderen en zichzelf hebben willen doodschieten. Op diezelfde dag dreigde hij van het dak van het Hoofdbureau van Politie te springen, maar op 14 mei, de dag van het bombardement op Rotterdam en de capitulatie, heeft hij, citeren Pam, Renders en Schreuders Blinds oudste dochter Hannie, geprobeerd om met zijn gezin via IJmuiden te vluchten. Toen dat mislukte, haalde hij ’s avonds zijn nichtje Corry met een smoes over om met hem mee te gaan.
Moord met voorbedachte rade en zelfmoord, lijkt dan de conclusie over dit familiedrama te moeten luiden.
Alles bij elkaar is Het universum van Willem Frederik Hermans een schitterende ontdekkingsreis door leven en werken van de schrijver. Ik hoop dat de enige onzorgvuldigheid in het boek die is waar, op bladzijde 427, wordt beweerd dat ik op 19 september 2022 in het Noordhollands Dagblad zou hebben gemeld ‘dat een 79-jarige vrouw als gevolg van een steekpartij dood was aangetroffen in de W.F. Hermansstraat te Haarlem’. Ik denk dat Hermans zelf dit een leugen zou noemen.
Ik schreef op 19 september 2022 wel een stukje onder de titel ‘Misdaad in de W.F. Hermansstraat’, hier op Tzum, waarin ik citeerde uit een nieuwsbericht van twee dagen eerder op de site van het Noordhollands Dagblad. Lees dat stukje, waarin ik overigens ook betoogde dat de straat eigenlijk Willem Frederik Hermansstraat had moeten heten, hier.
Op de foto boven: Ruprecht Hermans en Jaco Groot met het eerste exemplaar van Het universum van Willem Frederik Hermans. Foto Frank van Dijl. In de tekst de boekenlegger die wordt meegeleverd in het boek.
Toch nog een onzorgvuldigheidje. Ik lees dat Theo Kars ‘De vervalsers’ in 1978 zou hebben gepubliceerd, maar de eerste druk dateert van 1967.