Recensie: Lukas Maisel – Tanners erf
Een beproeving of een teken
Er vallen twee grote onverklaarbare gaten in het boerenland van Ernst Tanner. Zo maar, zonder hoop grond ernaast, die duidelijk zou maken dat er iets of iemand aan het werk is geweest. Peilloze diepte. Je zult er maar in vallen. Boer Tanner uit het dorp Huswil in Lukas Maisels novelle Tanners erf weet er dan ook niet goed raad mee. Hij durft het zelfs niet aan zijn altijd zo volgzame vrouw Marie te vertellen.
Het voorval lijkt overzichtelijk, is het welbeschouwd ook, maar de gevolgen zijn groot. Waar moeten de koeien nu grazen, vallen ze niet in de gaten, is hij aansprakelijk als er wat gebeurt? Wat Maisel in zijn boek doet, is precies dat waarmee een novelle zich kan onderscheiden van een lijvige roman: dicht bij de oppervlakte blijven en tonen dat zelfs futiele gebeurtenissen het begin van grote kunnen zijn. Met een licht schertsende verteller als verbindende factor:
Een beschrijving van Tanners uiterlijk komt later, of niet. Misschien komt zijn haarkleur ter sprake wanneer hij een zweterige pluk haar van zijn voorhoofd veegt. Of als hij snuit de omvang en vorm van zijn neus. Dat hij een machtige romp heeft moge duidelijk zijn, een borstkas met een hart erin dat slaat. Zijn benen kwamen al ter sprake, net als zijn handen. Over zijn gezicht is niet veel te zeggen, daar zit al het noodzakelijke: neus, ogen, mond. Zijn voorhoofd wijkt iets. Maar dat is al alles wat er over zijn uiterlijk te zeggen valt.
Tanner is een gevoelige, gewetensvolle en conservatieve man, die zich maar moeilijk uit en niet overweg kan met zijn gevoelens die diep van binnen aan hem vreten. Hij houdt van zijn koeien, zijn land, hoopt dat zijn mede-boeren zijn vrienden zijn en weet niet wat hij zonder zijn braaf breiende, al even zwijgzame Marie zou moeten beginnen. Kortom een boer die precies past binnen het stereotiepe beeld van de eenvoudige landman. Je zou je daar als lichtgeraakte hedendaagse boer natuurlijk stevig aan kunnen ergeren, maar deze interpretatie heeft hier wel een functie.
Maisels novelle speelt zich hoe dan ook af in deze tijd. Er is sprake van omvangrijke mechanische landbouwmachines, laptops, mobieltjes, formulierenbureaucratie en opdringerige media. Dit allemaal naast traditionele kerkgang en bijbelflarden in Tanners hoofd, net als ouderwetse kinderwijsjes. Tanner lijkt, met zijn dorpsgenoten, een man tussen twee tijdperken. Wat hij het liefste wil is bijna roerloos doorleven in een nooit veranderende ‘Heile Welt’ van stille mensen en lieve dieren, die zich in niets onderscheidt van die van zijn voorvaderen. Wat hij door de onverklaarbare gaten echter krijgt is een wreed ontwaken in een nieuwe era, waar alle vaste waarden op losse schroeven staan.
Maisels novelle vertelt daarmee niet alleen het verhaal van wat boeren plotsklaps kan overkomen – lees in plaats van gat stikstof en het boek is actueler dan ooit – maar in breder perspectief iedereen. Wat een kleinigheid lijkt, kan zo maar het einde betekenen van je vanzelfsprekende, ontspannen bestaan. Hij doet dat in korte, heldere zinnen, die raken aan wat mensen allemaal wel eens denken: is het een beproeving of een teken misschien? Draait iemand mij een loer? Wie kan ik nog vertrouwen, welke besluiten moet ik nemen?
In Tanners erf wordt door de staccato stijl, korte dialoogjes, minieme beweging en af en toe een korte inmenging van de vertellende stem (‘Voor de draad ermee Tanner, je moet nu iets zeggen.’) voor de lezer alle ruimte geschapen om te oordelen over goed en kwaad. Daarbij komt het inventieve taalgebruik, vindingrijk in het Nederlands overgezet door Ralph Aarnout, dat Tanner karakteriseert als een man, zoals stedelingen tot de dag van vandaag nog vaak en graag naar boeren kijken:
Tanner wil aangifte doen, want dat kan toch niet, dat er zomaar iemand komt die een gat pleegt. Hoe hij gisteren over het alomvattende heeft zitten piekeren, daar schudt hij nu zijn hoofd over. Dat soort gedachten heb je alleen ’s nachts met een plens bier in je lijf.
Een Engels wetsartikel over grondeigendom uit de veertiende eeuw gaat als motto vooraf aan het verhaal. Het laat er geen misverstand over bestaan dat grond bezitten je zowel grote voorspoed als diepe narigheid kan brengen. Tanner worstelt ermee, nu de gaten, die zelfs typografisch terugkomen in de tekst, hem dilemma’s brengen waaraan hij nog nooit eerder heeft gedacht.
Tanners erf heeft ondanks zijn geringe omvang opmerkelijk veel invalshoeken en is op een ongrijpbare manier sterk aansluitend bij de hedendaagse wereld, die voor niemand meer vanzelfsprekend kan zijn. We zijn allemaal kwetsbare boeren geworden, zou je kunnen zeggen.
André Keikes
Lukas Maisel – Tanners erf. Vertaald door Ralph Aarnout. Atlas Contact,Amsterdam /Antwerpen. 128 blz. €19,99.