Recensie: Marion Lagoda – Een tuin aan de Elbe
Ook niet veilig in de tuin
Als vrouw een belangrijke positie bereiken in een mannenwereld was lange tijd uitzonderlijk. Het waren de eigenzinnige karakters, die zich niet door de mores van hun tijd lieten intimideren. In Een tuin aan de Elbe van Marion Lagoda wordt Flora Hedwiga Herzog, Hedda in de wandeling, de eerste hoofdtuinier bij de Joodse bankiersfamilie Clarenburg. Lagoda baseerde haar roman in een vrije vorm op het aansprekende levensverhaal van Else Hoffa, die de eerste hoofdtuinier was voor de familie Warburg in Hamburg-Blankenese.
Marion Lagoda werkte lang als gespecialiseerd natuur- en tuinjournalist en is schrijver van verschillende tuinboeken. Ze heeft dus veel botanische kennis in huis, die bij het schrijven van deze debuutroman van pas kwam. Dat merk je aan specifieke termen, maar ook aan terloops geuite wetenschap op het gebied van bodembehandeling, de rol van de seizoenen of de kenmerken van specifieke rozen. Een tuin aan de Elbe krijgt daarmee meteen een vorm van verdieping, die nog los staat van de handeling.
‘Planten zijn niet gewoon planten. Dat doet geen recht aan hun diversiteit. De biologische verschillen tussen een madeliefje en een mammoetboom zijn enorm, vergelijkbaar met die tussen een slak en een mens. Niemand zou eraan denken om uit het gedrag van een slak conclusies te trekken over het gedrag van een mens, ook al behoren beide tot het dierenrijk. Maar met planten is dat precies wat we doen’
Het verhaal van Hedda, een eigenzinnige, bewust ongehuwde vrouw, die voortkomt uit een familie van tuinders, is in eerste instantie heel eenvoudig, maar opmerkelijk. Dat zij leiding gaat geven aan de mannelijke medewerkers van het landgoed stuit op weinig verzet, al ervaart iedereen het wel als ongewoon. Haar contacten met de hartelijke landgoedeigenaar Ludwig, zijn in het begin wat jaloers lijkende echtgenote Adèle, de aantrekkelijke tuinmedewerker Lorenz en de biseksuele acteur, filantroop en warenhuiseigenaar Ben(jamin), verbreden de roman al op een heel vanzelfsprekende manier. Ook Benjamin werd overigens deels gebaseerd op een waar verhaal, dat van de Berlijner Wilfrid Israël.
Een tuin aan de Elbe krijgt vooral meerwaarde door toevoeging van stukken twintigste-eeuwse Duitse geschiedenis, met name de tijd van de twee wereldoorlogen, waarin Duitsland de kwade hoofdrol speelde. Het raakt het idyllische landgoed eerst niet direct, maar wel zijdelings door snel verloop van personeel, maar vooral als Hedda’s minnaar Lorenz, de overspelige vader van drie kinderen, sneuvelt aan het front. De nog jonge hoofdtuinier, levend in haar groene bubbel, kan lang, bijna te lang, niet geloven wat er door toedoen van de nazi’s allemaal gebeurt. Als Ben een Joods meisje bij haar onderbrengt, nadat de vader van het kind door de nazi’s om het leven is gebracht en de moeder voor haar ogen is verkracht en later gedeporteerd, dringt de waarheid eindelijk tot Hedda door.
Ik weet niet wat er van dit land zal worden. De nieuwe machthebbers treden streng op tegen iedereen die kritiek heeft. En ze treiteren Joden. Die worden momenteel overal uit hun beroep gezet. (…) Ik ben niet erg optimistisch.
Lagoda’s roman heeft een aangename, sfeervolle traagheid, die niet alleen aansluit bij de tijd waarin het verhaal speelt, maar ook bij de zich steeds herhalende werkzaamheden in de tuin. Uitdagend of veeleisend is het allemaal niet, hier en daar neigt haar stijl ook wel eens naar triviale romantische lectuur (‘Hun ogen ontmoetten elkaar en bleven wat langer op elkaar rusten dan gepast was’), er wordt veel gebloosd en gehunkerd, maar de constructie en veelzijdigheid maken dat ruimschoots goed. Bovendien is het zeker een verdienste dat zo’n onvergelijkelijk levensverhaal als dat van Else Hoffa nu vorm heeft gekregen in de vorm van een licht weemoedige, literaire hommage.
Geslaagd is ook de uitvoerige briefwisseling van Hedda met haar in het vrije Engeland wonende vriendin Elisabeth (Lizzie). Het biedt Lagoda de mogelijkheid om het gedrag van de wat excentrieke hoofdtuinier te verklaren, dreigingen te benoemen en vooral om Hedda’s persoonlijke overpeinzingen tot uitdrukking te laten komen. Haar personage krijgt er meer profiel door en je betrokkenheid als lezer wordt er door vergroot. Dat Hedda ook nog eens een fervent lezer blijkt te zijn, die onder anderen Goethe, Rilke en Thoreau op waarde weet te schatten, maakt Een tuin aan de Elbe helemaal tot een bijzonder debuut.
André Keikes
Marion Lagoda – Een tuin aan de Elbe. Vertaald uit het Duits door Sylvia Wevers. Signatuur, Amsterdam. 360 blz. € 25,99.