Jaren-zeventig-actiefilms-essays

Dat Dirty Harry (1971) een politieke film is, is een interessante stelling. Evenals het feit dat de pooier in Martin Scorseses Taxi Driver (1976), gespeeld door Harvey Keitel, van de studiobazen beslist geen zwarte mocht zijn. Of dat de macho hillbillyfilm Deliverance (1972) voor een groot deel is opgetrokken uit homo-erotische hofmakerij. Dat alles valt te lezen in Quentin Tarantino’s Filmspeculatie, een serie essays over speelfilms uit de jaren zeventig. Over de speelfilms die hem gevormd hebben. En het mag geen wonder heten dat dat zonder uitzondering hardboiled actiefilms betreffen.

Iedereen kent Tarantino als de briljante filmregisseur – is Pulp Fiction (1994) niet de allerbeste film van de jaren negentig? – maar een volledige autodidact is hij wel. Zijn basisopleiding genoot hij begin jaren zeventig als puber in de bioscopen van Movie City, Los Angeles dus. Of beter: Hollywood. Het wonderkind weet zoveel af van de historie van de film, dat hij, zo langzamerhand zich terugtrekkend als filmmaker, bedacht heeft een bundel essays te schrijven over de films van de jaren zeventig; derhalve over zijn lievelingsfilms. Het resultaat is een bijzonder aanstekelijk boek, dat bovendien leest als een spreekwoordelijke trein: Filmspeculatie enthousiasmeert.

Je moet echter wel een rabiate filmliefhebber zijn om Tarantino’s essay-per-film op waarde te schatten, maar dan opent zich wel een wereld die eerder nog niet als zodanig is belicht. Tarantino neemt je mee naar de actiethrillers van de jaren zeventig, waarin het nodige bloed wordt vergoten maar er ook ruimte is voor relativering, catharsis en politieke en maatschappelijke duiding. Dat tezamen is de premisse voor volop leesplezier over films als Bullit (1968) met Steve McQueen, Dirty Harry met Clint Eastwood, Taxi Driver met Robert De Niro, Deliverance met Burt Reynolds en Escape from Alcatraz (1979), opnieuw met een stoïcijnse Eastwood. De makke is enerzijds wel dat Tarantino zich beperkt tot louter jaren zeventig actiefilms – andersoortige films als The Godfather (deel I & II), Apocalypse Now, Don’t Look Now en The Deerhunter blijven jammerlijk onbesproken door filmliefhebber Tarantino – maar dat de lezer anderzijds verhalen aangereikt krijgt over actiefilms die alhier nagenoeg onbekend zijn gebleven, zoals Daisy Miller, Rolling Thunder, Paradise Alley en Hardcore. Tarantino schrijft er zo enthousiast, meelevend en geestig over, dat je de speelfilms dolgraag wilt zien.

Filmspeculatie, voortreffelijk vertaald, zit boordevol interessante details over films, regisseurs, acteurs en actrices. De index is dan ook bijna onuitputtelijk en nodigt uit tot grasduinen in de filmgeschiedenis. Daar heb je René Mioch dus helemaal niet voor nodig.

Wiebren Rijkeboer

Quentin Tarantino – Filmspeculatie. Vertaald door Petra C. van der Eerden en Janine van der Kooij. Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam. 422 blz. € 22,50.