Recensie: Leila Mottley – Nightcrawling
Leven in de vicieuze cirkel
Het grootste compliment dat je als piepjonge auteur moet kunnen krijgen, is dat iemand tijdens het lezen van het boek vergeet dat de auteur piepjong is. Dat was precies wat er bij mijn lezing gebeurde van Nightcrawling, van de Amerikaanse Leila Mottley (2003). Met haar schrijnende verhaal over de 17-jarige Afro-Amerikaanse drop-out Kiara Johnson weet ze op volwassen wijze te schrijven over armoede, racisme, machtsmisbruik en liefde.
Het is 2015. Kiara, Ki voor intimi, leeft met haar vier jaar oudere broer Marcus in een appartement in Oakland. Haar vader is overleden aan prostaatkanker, haar moeder zit in een inrichting ‘ter bevordering van de rehabilitatie van psychisch kwetsbare mensen’. Kiara en Marcus kunnen amper rondkomen. Marcus denkt aan geld te kunnen komen als rapper. Zijn passie voor de muziek is aandoenlijk, maar het komt erop neer dat hij de hele dag in de studio hangt en nul dollar in het laatje brengt. Daarnaast kan iedereen horen dat een doorbraak er niet in zit. Alsof er nog niet genoeg geldzorgen zijn, ontfermt Kiara zich ook nog eens over het negenjarige zoontje van haar drugsverslaafde buurvrouw.
Kiara moet op een of andere manier een dik inkomen zien te verdienen, hoewel ze geen diploma’s heeft. Zoals dat gaat, is hand in hand met het geld ook haar gevoel van eigenwaarde afgenomen. Uit wanhoop gaat ze de illegale prostitutie in: het inkomen is goed, de daad is maar kort, ze kan zich achteraf wassen. Deze ene keuze zorgt ervoor dat Kiara in een vicieuze cirkel belandt. Ze zal er later spijt van krijgen maar beseft ook dat keuzes vaak pas achteraf ontstaan:
Zo voel ik me nu ook een beetje, zo hulpeloos. Alsof je ergens naartoe op weg bent en ineens een andere route ziet, een die je nog niet kende, maar dat het te laat is om die nog te nemen. Alsof er altijd meerdere opties zijn geweest maar ik dat op een gegeven moment ben vergeten, tot het bij dit soort janksessies allemaal terugkomt, als de mist optrekt en ik omkijk en zie dat er een tweesprong achter me ligt, dat ik een andere weg in had kunnen slaan.
Mottley weet inzichtelijk te maken dat iemand die leeft in de omstandigheden van Kiara bijna per definitie in grote problemen moet raken. Kiara is ouderloos, zwart, arm, vrouw (zoals verdraaid veel mensen op deze aarde) en kan alleen maar aan overleven denken. De toekomst is morgen, een langtermijnplan zit er niet in. Daar komt bij dat ze ook door de rest van de samenleving wordt tegengewerkt: Nightcrawler is gebaseerd op een waargebeurd schandaal over het Oakland Police Department en nabijgelegen korpsen. Het OPD had een minderjarig meisje stelselmatig seksueel uitgebuit en geprobeerd dit in de doofpot te stoppen.
Dit institutionele racisme en seksisme waart door het gehele boek. Hoewel Mottley hier uiteraard verbolgen over is, heeft ze ervoor gekozen deze verontwaardiging niet te uiten in de persoon van Kiara. Kiara is juist gelaten over het racisme en het seksisme: het bestaat nu eenmaal. Dat er naar mensen van haar klasse amper wordt omgekeken, daarvoor kan ze zelfs begrip opbrengen: ‘Als iemand mij een zak geld in m’n handen douwt ga ik ook echt niet aan een ander denken.’ Daarmee voert Mottley de klasse-afkomst van haar personage goed door in haar gedrag. Socioloog Didier Eribon schreef immers al dat de tragiek van de arbeidersklasse is dat ze niet voor zichzelf op kan komen. Het maakt Kiara een uiterst sympathiek personage. Je hoopt met haar mee dat de vicieuze cirkel eindelijk eens stopt; dat ze achteraf per ongeluk een goede keuze blijkt te hebben gemaakt.
Het is jammer dat Mottley een naschrift heeft toegevoegd aan de roman, waarin ze uitlegt hoe Nightcrawler te interpreteren en maatschappelijk in te bedden. Daarvoor lijkt een interview in de krant geschikter. Het uitvoerige dankwoord is al helemaal potsierlijk, resulterend in een liefdesverklaring aan alles en iedereen en in het bijzonder aan Mo: ‘Je bent mijn steun en toeverlaat, mijn rots in de branding, mijn warme bad na een dag hard werken.’ De lofzang gaat door, Mottley noemt Mo ‘mijn grote liefde’ en als uit een roes gehaald bedenk ik me plots dat dit een zeer gewaagde uitspraak is voor zo’n piepjonge auteur.
Martijn van Bruggen
Leila Mottley – Nightcrawling. Vertaald uit het Engels door Lette Vos. Querido, Amsterdam. 344 blz. € 24,99.