Nieuws: Joep van Ruiten dient Willem Goedhart van repliek over dure Dichters in de Prinsentuin
‘Geld is pas fijn als je het kunt uitgeven. Het is vreemd te veronderstellen dat literaire activiteiten gratis dienen te zijn, terwijl dat voor muziek, theater, beeldende kunst en film niet geldt.’ Op zijn blog Woest & Ledig reageert cultuurjournalist Joep van Ruiten op het opiniestuk van Willem Goedhart op Tzum: Hoe Dichters in/van de Prinsentuin een festival voor de elite werd. De afstand en de entreeprijs maakten volgens Goedhart van het poëziefestival een elitaire bijeenkomst voor ‘de literaire gemeenschap uit Groningen en de gepensioneerde cultuurliefhebbers uit Haren’ en niet voor de terloopse bezoeker.
Van Ruiten zet daar vraagtekens bij:
18 euro 50 om naast tientallen andere dichters Karoline Braendjord, Pim Cornelussen, Erik Jan Harmens, Marga Kool, Jan Glas en Pelumi Adejumo op een door professionals georganiseerd en met fondsen gesubsidieerd festival te zien optreden, is een buitenkansje. Als het je smaak is.
Wie dat te duur vindt, houdt meer van poen dan van poëzie. Wie geen geld wil uitgeven aan optredende dichters kan het Instagramaccount van Joost Oomen, Stefanie Liebreks en Yentl van Stokkum volgen. Of een abonnement nemen op een van de nieuwsbrieven van Noordwoord, met gratis gedichten in de mail. Of, in de woorden van meermaals demissionair minister Hugo de Jonge, thuis een dvd’tje opzetten.
Lees het hele stuk hier.
Ik vind dat een poeziefestival gratis moet zijn met de mogelijkheid om poezie te verkopen. Desnoods vraagt men, als in een galerie, een bijdrage aan de kunstenaars. Beeldende kunst is in Den Haag ( afgezien van de musea) gewoon gratis: galerieen en kunstenaarsverenigingen vragen een ‘ hanggeld’ of een bijdrage van de kunstenaar in andere vorm. Aangezien de meeste dichters er niet van leven kunnen, is dit optreden toch het best te vergelijken met een ‘ tentoonstelling’ in een kunstgalerie.