Essay: Hannah Arendt – Het leven van de geest (2)
Over de ziel die overloopt in het lichaam en het grondeloze denken van de geest
In Het leven van de geest richt Hannah Arendt zich op drie belangrijke processen in de geest: denken, willen en oordelen, aan welke ze allemaal een flink deel wijdt. Op een toegankelijke manier legt zij in woorden de geest bloot en deelt daarmee bijzondere inzichten die niet per se waarheid zijn, maar die inspireren om verder over na te denken. In deze serie licht ik daar enkele inzichten uit die te mooi zijn om niet te delen. Deze tweede aflevering betreft het verschil tussen ziel en geest.
Over het algemeen zijn we het er wel over eens dat het binnenste van ons lichaam nooit uit eigen beweging ‘verschijnt’. Als we het hebben over een ‘innerlijk leven’, dan bedoelen we niet zozeer onze organen, als wel het leven van de ziel. Ook ‘de geest’, waarin allerlei ideeën ontstaan, is iets onzichtbaars binnen in ons. Om dit innerlijk leven uit te drukken, gebruikt de mens echter veelal metaforen en uitdrukkingen die ontleend zijn aan het lichaam en de zintuigen. Zo kun je angst en verdriet vergelijken met een storm op de zee, om te laten zien en voelen wat deze emoties in een hart teweeg kunnen brengen. De filosoof John Locke heeft al opgemerkt dat metaforen (wat letterlijk ‘overdragen’ betekent) de ondoorgrondelijke betekenissen en ideeën overdragen die ontoegankelijk zijn voor onze zintuigen. Alleen door die ideeën en betekenissen te vertalen in uitdrukkingen die ontleend zijn aan die zintuigen, kan de mens zich enigszins een idee vormen van die ‘operaties’ in onze geest. Nu is er een oude, stilzwijgende veronderstelling dat ziel en geest identiek zijn en dat deze allebei vanwege hun onzichtbaarheid, tegengesteld zijn aan het lichaam. Volgens Arendt verdient dit echter nader onderzoek.
Voor de geest blijkt (metaforische) taal inderdaad de enige manier om uitwendig te verschijnen. Sterker nog: ‘zelfs zijn stille, niet-verschijnende activiteit bestaat reeds uit taal: de geluidloze dialoog tussen mij en mijzelf,’ schrijft zij. Als je over een psychische ervaring spreekt, dan is het nooit de ervaring zelf, maar wat je er, na enige reflectie, over denkt. Omdat dat denken van zichzelf al talig is, kan zij zich ook uitwendig in diezelfde taal manifesteren. Voor emoties en passies ligt dat anders, zegt Arendt. Zij zijn niet van nature ‘talig’. Zij kunnen in taal gevat worden als wij erover spreken, maar dan zijn het eerder reflecties en gedachten over die gevoelens, en niet de gevoelens zelf.
Toch kunnen passie en emoties uitwendig verschijnen, zonder tussenkomst van de reflectie en het spreken, namelijk via ons lichaam en onze zintuigen: in een blik, een gebaar, een ongearticuleerde klank, zoals ook dieren dat kunnen. Op deze wijze loopt de ziel in feite over in het lichaam. De ziel is in het lichaam verborgen, heeft dat lichaam nodig en ligt erin verankerd.
Denken daarentegen is onlosmakelijk verbonden met de taal. Eigenlijk is denken zonder taal onvoorstelbaar. Taal is bestemd om gehoord te worden en begrepen door een ander wezen dat ook in staat is om te spreken. Het is opmerkelijk dat dit vermogen om te spreken fysisch beter te lokaliseren is dan al die verschillende emoties als haat, liefde, schaamte of afgunst. Toch is dit vermogen geen ‘orgaan’. Arendt verwijst naar Merleau-Ponty die zegt dat het ‘denken’ door niets gedragen wordt. Denken is grondeloos en niet verankerd in het lichaam. Het denken heeft metaforen in de taal nodig om de kloof te overbruggen tussen de wereld van de verschijnselen die we met onze zintuigen kunnen ervaren en de wereld van het denken die onzichtbaar is.
Zo zijn ziel en geest wezenlijk verschillende begrippen met verschillende eigenschappen, los van het feit dat het in principe natuurlijk willekeurige woorden zijn en dat ‘geest’ ook ‘ziel’ had kunnen heten en andersom. De ziel kan zich uiten via de zintuigen, het denken van de geest kan alleen in taal worden gevat. Arendt legt hier een essentieel stukje van het leven van de geest bloot door het subtiele verschil met het leven van de ziel aan te tonen.
Dietske Geerlings
Hannah Arendt – Het leven van de geest. Vertaald door Dirk De Schutter en Remi Peeters. Ten Have, Utrecht. 800 blz. € 52,99.
“ Eigenlijk is denken zonder taal onvoorstelbaar.” Ik denk van niet. Emoties zijn net zo goed denk patronen als gevoel. Dat de taal daarna zijn zegje mag zeggen is gelukkig door de ‘evolutie ‘ bepaalt. En als ik mag: Over de ziel die overloopt in het lichaam en het grondeloze denken van de geest…, is andersom.