Recensie: Clarissa Ward – Op alle fronten
Zoektocht naar menselijkheid
In Op alle fronten maakt de Brits-Amerikaanse oorlogs- en rampencorrespondent Clarissa Ward (1980) de voorlopige balans op van haar carrière. Het levert een warm, indrukwekkend boek op over de grimmigste kanten van het menselijk bestaan.
Als de in Amerika studerende Ward op tv ziet dat twee vliegtuigen zich in het World Trade Center boren, beseft ze dat ze veel te weinig betrokken is geweest bij wat er in de wereld gebeurt. Op slag bepaalt ze dat ze naar de frontlinie in het Midden-Oosten moet. ‘Ik wilde tot de kern komen van de miscommunicatie die aan de basis lag van deze waanzin, deze wederzijdse ontmenselijking.’ De oorlogsjournaliste is geboren, al duurt het jaren voordat Ward zich omhoogwerkt van medewerker achter de schermen bij FOX tot hét buitenlandboegbeeld van CNN.
De manier waarop Ward het verloop van haar carrière beschrijft, is van grote klasse. Zoals te verwachten valt van een met prijzen overladen journaliste doet de structuur van Op alle fronten professioneel aan. Het boek begint met een spannende confrontatie met de vergiftiger van de Russische oppositieleider Aleksej Navalny. Meteen is duidelijk wat Wards werk inhoudt en hoeveel risico’s ze bereid is te nemen. Daarna doet ze weliswaar chronologisch verslag van haar carrière, maar ook hier houdt ze de balans constant in de gaten. Na een meer afstandelijke, heldere uiteenzetting van het hoe en waarom van de oorlog in Syrië, volgt een scène midden in het strijdgewoel.
De professionaliteit slaat nergens door naar geliktheid. Ward houdt het persoonlijk door te schrijven over haar twijfels en haar eenzaamheid tijdens uitzendingen, door irritatie te laten blijken over de vrouwonvriendelijke milieus waarin ze zich begeeft en door grapjes te maken. Ze is in staat in één zin een karakter te schetsen, bijvoorbeeld van de Schotse freelancecorrespondent David MacDougall, ‘die een wrang gevoel voor humor had en op al zijn eten mayonaise deed.’ Te allen tijde zoekt Ward naar menselijke trekjes in de ontmenselijkende wereld waarin ze zich begeeft. Het is onthutsend hoe vaak de auteur een collega introduceert, om dan later mee te delen: op dag x werd y gedood. Mij bekroop al lezende het wrange gevoel dat het maar beter is dat Ward niet gewacht heeft met het schrijven van dit boek tot na haar pensioen.
Je vraagt je af hoe ze het volhoudt, hoe ze zelfs na de geboorte van haar eerste kind al snel weer naar Syrië en Afghanistan trekt om verslag te doen van de ellende. En hoe zit dat met de bewoners van conflictgebieden zelf? Een deel van het antwoord geeft Ward in een prachtige scène in een nachtclub in Beiroet, terwijl in de omgeving bombardementen plaatsvinden: ‘Maar tegen het eind van de avond danste ik ook. Mijn geest was leeg en stil; mijn lichaam was niet langer van mij. Misschien overleef je zo tientallen jaren oorlog. Misschien raakt het je pas als de muziek ophoudt.’
Martijn van Bruggen
Clarissa Ward, Op alle fronten. De leerschool van een journalist. Uit het Engels vertaald door Carla Zijlemaker. Uitgeverij Pluim, Amsterdam. 376 blz. € 24,99.
(Deze recensie verscheen eerder in de Boekenkrant van november 2022)