Recensie: Graeme Macrae Burnet – Een casus
Een geval apart
De ik-figuur Rebecca Smyth is de jongere zus van Veronica, maar ‘Rebecca’ is niet haar echte naam – net als ‘Smyth’. Onder haar alias bezoekt ze de omstreden Engelse psychotherapeut Collins Braithwaite, die als voorvechter van de antipsychiatrie tijdens de jaren zestig een luis in de pels is van intellectuelen en medici. Ze verdenkt hem ervan haar oudere zus tot zelfmoord te hebben gedreven en eist uitleg – Veronica sprong na een therapeutisch bezoek van de brug en liet haar en haar vader verslagen achter.
De roman Een casus van de Britse schrijver Graeme Macrae Burnet speelt zich vooral af in het naoorlogse London, rond 1965. Een tijd van toenemende polarisatie en opkomende tegenstellingen: de generatie van Rebecca ontdekt rockmuziek en draagt hippe kleren, maar de ik-figuur is nogal saai. Ze werkt als typiste voor een theateragent en is vanwege haar hang naar niets doen het liefst thuis. Wanneer ze bijvoorbeeld vertelt dat ze als meisje in navolging van haar briljante zus ook een dagboek ging bijhouden, lijkt ze niet verder te komen dan wat opmerkingen over het weer en wat ze die dag heeft gedaan. Toch zegt ze:
Maar mijn dagboek was fictie. Ik construeerde een karakter, zoals elke romanschrijver zou doen, en dat alles was bedoeld voor één lezer. Het is niet zo dat alles wat ik schreef niet waar was. Voor zover ik me kan herinneren zijn deze dingen in elk geval echt gebeurd. Het is gewoon dat alles bij elkaar genomen een verkeerde indruk geeft. De echte waarheid lag niet in wat in schreef, maar in wat ik wegliet.
Vanwege haar geringe acteertalent speelt Rebecca een riskant spel met haar charismatische behandelaar, die uiteraard haar meerdere is. Maar je zou ook kunnen zeggen dat ze de volmaakte tegenstander is van Braithwaite. Zijn levenswandel is een aaneenrijging van drank, drugs, vrouwen en eindeloze ruzies over zijn literaire kwaliteiten als schrijvend psychiater – Braithwaite schreef spraakmakende boeken die in de jaren zestig enige cultstatus hadden, maar vanwege de slechte stijl en omstreden inhoud ook weer snel werden vergeten. Geboren als nakomer in een omhoog gewerkt middenstandsgezin in Noord-Engeland was hij als slechtziend en intelligent jongetje de pispaal van zijn broers. Eenmaal los van zijn milieu lonkte een universitaire carrière, maar koos hij uit ambitie voor de harde praktijk. Saillant detail is dat hij studeerde aan het Instituut van Experimentele Psychologie, maar daar nooit afstudeerde.
Eenmaal op en rond de behandelbank is het aan de ik-figuur om van haar alias een geloofwaardig personage te maken. Zo maken we op vernuftige wijze kennis met twee tegenpolen: de ene (Rebecca) bedenkt en gaat zo voorzichtig een grens verkennen, de ander is grenzeloos en kan wegens gebrek aan talent niets bedenken. De ik-figuur schept een figuur om iemand anders te willen zijn, terwijl haar behandelend pseudotherapeut schaamteloos op los leeft en mensen het liefst de spreekkamer uitstuurt.
Het verwarrende is dat Rebecca haar ervaringen heeft opgetekend in allerlei schriftjes, die pas in 2019 door Martin Grey, een neef van de familie, per mail zijn voorgelegd aan de schrijver ‘GMB’. De pijlers van zijn verhaal lijken dus solide te zijn, maar gaandeweg wordt de lezer steeds meer geconfronteerd met vragen rond de identiteit(en) van deze romanfiguren en hun omgeving. Dat vraagt wellicht enige uitleg, maar een verwijzing naar het aangehaalde citaat volstaat. Die verwijzing is trouwens ook een manier om Burnet zijn superieure schrijftechniek in deze geraffineerde roman te benadrukken: levensecht, misleidend en grappig.
Jaap Krol
Graeme Macrae Burnet – Een casus. Uit het Engels vertaald door Corine Kisling. De Arbeiderspers, Amsterdam. 302 blz. € 23,99.