Recensie: Isabella Hammad – Geest komt op
‘Het precaire kantelpunt tussen zijn en niet zijn’
In Geest komt op likt Sonia Nasir de wonden van een mislukt huwelijk, een miskraam en een relatie met een geflipte regisseur. Ze vliegt vanuit haar woonplaats Londen naar Haifa om haar oudere zus Haneen te bezoeken die daar woont en in Tel Aviv werkt als socioloog. Sonia is actrice, maar met het doen van audities wil het niet zo vlotten. Ze is de dochter van een Palestijnse vader en een Palestijns-Nederlandse moeder, en sinds de Tweede Intifada elf jaar eerder niet meer in Israël geweest, waar het gezin in haar jeugd hun vakanties doorbracht bij de Palestijnse grootouders, omdat haar baba wilde dat ze Israël ook leerden kennen. Na ondervraging en visitatie op het vliegveld, wordt ze welkom geheten in Israël. Allereerst zoekt ze de plekken op die ze zich herinnert uit haar jeugd, zoals Akka. ‘Ik was niet voorbereid op dit lichamelijke effect, het geheugen van mijn zintuigen.’
Ik wist misschien niet precies wat ik verwachtte van mijn terugkeer naar Haifa, maar ik vermoed dat ik hoopte iets van mijn vroegere zelf terug te vinden.
Eerder heeft ze de Westoever eenmaal met haar oom Jad bezocht, die daar werkte als arts. De ontmoeting met een hongerstaker staat nog altijd op haar netvlies gebrand.
[…] Rashid, de hongerstaker in Bethlehem. Dat ik me verbonden met hem voelde, al kon ik niet precies uitleggen waarom. Dat mijn zuster en ik ooit waren meegenomen omdat we hem moesten zien en dat hij ons meteen had doorzien. ‘Hij is wat wij zijn geworden,’ zei zijn moeder tegen ons. Ik beschreef hoe die woorden me later hadden beziggehouden en dat het me niet lukte om in Rashids uithongering iets anders te zien dan een symbool van algeheel langdurig lijden. Ik noemde mijn emoties: schuldgevoel, verdriet, ongemak, angst en verlangen.
Isabella Hammad (Londen, 1992) debuteerde met de veelgeprezen historische roman De Parijzenaar. Ook hierin beschreef ze het onderzoeken van identiteit en de gevoelens die spelen wanneer je eigenlijk niet weet in welk land je echt geworteld bent. Zelf is ze er altijd van doordrongen geweest dat ze voor de helft van Palestijnse afkomst is en heeft daar veel verhalen over gehoord, maar haar andere helft is die van een Europeaanse vrouw. Dat gegeven gebruikt ze om haar hoofdpersonage te laten onderzoeken waar zij zich het meest thuis voelt; een zoektocht die voor veel tegenstrijdige tussen-wal-en-schip-gevoelens zorgt.
Ze hangt haar verhaal op aan het toneelstuk Hamlet en laat Sonia de rol spelen van Gertrude, de moeder van Hamlet. Met de Engelse titel van Hammads boek – Enter ghost – refereert ze aan de uitspraak in het toneelstuk wanneer Shakespeare de geest van Hamlets vader opvoert.
Mariam, een vriendin van haar zus, is regisseuse en nog op zoek naar een invaller voor het in het Arabisch opgevoerde toneelstuk. Ze gedraagt zich wat geremd ‘[…] pas later kwam het bij me op dat ze waarschijnlijk niet wist of ze me wel kon vertrouwen.’ Toch waagt Mariam haar kans om Sonia daarvoor te vragen, die daar aanvankelijk schoorvoetend op ingaat en aangeeft dat ze maar voor een bepaalde tijd beschikbaar zal zijn. Mariam vertelt dat haar broer is vastgezet in verband met beweringen dat hij betrokken is geweest bij het financieren van Palestijnse kunst in Palestijnse gebieden, dus ook die van haar. Dit werd ‘gezien als samenwerking met mensen die de vernietiging van de Israëlische staat beoogden, dus als verraad.’
Het noodlijdende toneelgezelschap – met zijn diversiteit aan Palestijnse acteurs die allemaal een ander verhaal met zich meedragen en deels op Palestijns grondgebied en deels in Israël wonen – zal Hamlet gaan spelen op de bezette Westelijke Jordaanoever, terwijl de omineuze dreiging van de oorlog tussen Israël en Palestina om hen heen hangt; op de ‘dag van de woede’ ontploffen er granaten bij een moskee, waardoor er vijftig gewonden vallen en worden hun rekwisieten ingenomen. Ze kunnen elk moment verwachten dat het ze wordt verboden om het stuk verder op te voeren.
Op het podium bestond Sonia Nasir niet meer. Het enige wat overbleef was een scala aan emoties en een lichaam om ze uit te drukken. […] Ik, tragische geest met een wit geschminkt gezicht, raasde over het podium. Ik strekte me uit over de scherpe rand van mijn innerlijke duisternis en toonde die in de schijnwerpers om mijn euvele daad uit te voeren. Na de doodstrijd kwam het berouw. In me barstte het berouw los en de tranen stroomden over mijn gezicht. Elke avond begon ik opnieuw, ongerept en onvoorspelbaar. Mijn geest stuurde mijn lichaam en mijn lichaam was volkomen vrij.
Sonia’s verhaal is geschreven vanuit het ik-perspectief. De doorvoelde dialogen, die voor een deel geschreven zijn alsof het een toneelscript is, laten ook haar gesprekspartners aan het woord met hun emoties en hersenspinsels. Deze dialogen geven goed zicht op de ander en zorgen ervoor dat Hammad niet uitleggerig overkomt wanneer het gaat over de vele tegenstellingen. Hammad verstaat de kunst van show, don’t tell, schrijft een aantal ontroerende scènes, maar blijft terughoudend en laat sentimentaliteit achterwege.
Sonia raakt ervan doordrongen dat de Palestijnse kwestie en de gevolgen van de diaspora altijd aan haar voorbij zijn gegaan en dat ze in de eerste weken niet de verbinding vindt die haar eigenlijk in het bloed zou moeten zitten. Ook het feit dat Haneen een op en top Palestijns leven leidt, maakt dat ze zich daar verward door voelt, een unheimisch gevoel krijgt niet welkom te zijn en beseft dat ze zoveel van elkaar verschillen dat daardoor de spanning tussen hen voelbaar in de lucht hangt.
De rivaliteit en pesterijen onder de acteurs symboliseren de rivaliteit in Shakespeares stuk (en vice versa), dat op zijn beurt het verhaal van Sonia laat zien. Zij wordt opgevoerd als een vrouw met haar twijfels en gevoelens die zich gaandeweg evolueren tot het moment dat zij haar gedachten op een rijtje heeft gezet. Haar grote vraag is: waarin verschillen de Arabieren eigenlijk van de Israëli?
Een triomf voor de spelers is het wanneer ze tijdens de opvoering worden bekeken door een groep Israëlische soldaten. Ze verwachten elk moment dat zij het stuk zullen afbreken, wat uiteindelijk niet gebeurt. Verbroedert kunst terwijl de geest van Hamlet rondwaart?
Voor een kunstenaar is niets vleiender dan de illusie dat hij of zij eigenlijk een revolutionair is. Die openbare ontwikkelingen gaven de cast het gevoel dat we ons in een trainingskamp voorbereidden op een operatie met een hoger doel, dat we door de vertaalde tekst te analyseren en een subtekst te zoeken tegen de verdrukking in voor de Palestijnse zaak streden.
Hammad neemt de lezer mee in de Palestijnse kwestie; nog altijd een actueel en urgent verhaal. Ze geeft een goed gedocumenteerde voorstelling van de geschiedenis van een verscheurd land. Alles is in deze rijke en uitzonderlijk gelaagde roman thematisch met elkaar verbonden; dromen, geschiedenis, politiek, kunst, identiteit, afkomst en intermenselijke relaties, maar ze dwingt de lezer niet om hierin stelling te nemen. Wanneer je bijvoorbeeld de Netflixserie Fauda kijkt, word je op listige wijze meegesleept in het gedachtegoed van de Israëli; de Palestijnen zijn verkeerd. Hammad doet dat omgekeerd niet. Een indrukwekkende prestatie.
Marjon Nooij
Isabella Hammad – Geest komt op. Vertaald uit het Engels door Gerda Baardman & Jan de Nijs. Ambo|Anthos, Amsterdam. 384 blz. € 25,99.
Boeiende, vlot geschreven en genuanceerde recensie! Met dank, Luk