Recensie: Jeffrey Spalburg – Ik ben jullie meester
Een Tropische Tukker
De laatste jaren is er een enorme stroom literatuur op gang gekomen van Nederlandse Surinamers die, soms pas als ze volwassen zijn, naar Suriname gaan om een deel van hun persoonlijke geschiedenis te kunnen begrijpen. In die hoek zou je Ik ben jullie meester van cabaretier Jeffrey Spalburg ook kunnen plaatsen. Beginnend bij zijn vader James die in een vaderloos gezin in Paramaribo opgroeit, maar als hij volwassen is naar Nederland gaat voor zijn onderwijsakte. Hij slaagt er in, want hij kan goed leren, krijgt een baan, een witte Nederlandse vrouw en kinderen. Ze gaan naar Suriname, want hij wordt daar onderdirecteur van de Kweekschool, maar in Paramaribo voelt zijn vrouw zich niet thuis. James laat het geluk van zijn gezin voor zijn carrière gaan en keert terug naar Nederland, Hengelo om precies te zijn, waar hij een baan en een woning kan krijgen. Daar wordt Jeffrey geboren, een TT, een Tropische Tukker. ‘Eigenlijk TTT, want ik ben er nog trots op ook.’
Tot zover de samenvatting van de helft van het boek, want hoewel Ik ben jullie meester een eerbetoon is aan zijn vader, is er een ander harder thema aanwezig binnen dit boek en dat is het continu aanwezige racisme. Dat blijkt niet alleen uit de proloog waarin Jeffrey zijn zoon Jaïr uitlegt waarom hij dit boek schrijft. Nadat iemand naar zijn zoon had geroepen ‘Dat je op moet rotten naar je eigen land’ zie hij de geschiedenis zich herhalen. Wat vreemd om zoiets naar je hoofd geslingerd te krijgen is als je in Nederland geboren bent. Daarom was dit boek noodzakelijk voor Spalburg:
Omdat anderen opmerkingen maken.
Ons ongevraagd advies geven.
Ons bestaan hier in twijfel trekken.
Eerst bij mijn vader, toen bij mij.
En nu bij jou.
Het gaat over micro-agressies waar vader James en Jeffrey mee te maken hebben gehad – aanstaren in de trein – tot en met ronduit openlijk racisme als blijkt dat Jeffrey als enige van een vriendengroep wordt opgepakt voor fietsendiefstal. De taal van de agenten, het verraad van een vriend, de onmacht wordt even heel duidelijk. (Overigens is het wel hartstikke mooi dat Spalburg het ultieme lied over Hengelo heeft gemaakt, dat zal die agenten leren.)
En blijkbaar is er in al die jaren weinig vooruitgang. Dat blijkt ook uit een terloopse passage waarin Spalburg aangeeft hoe hyperbewust hij is in het contact met anderen:
Ik heb het nog steeds. Dat ik eerst ergens het ijs moet breken om vooroordelen weg te nemen. Daar ben ik me mijn hele leven al bewust van. Ik had het idee dat het bij jou niet meer zou spelen. Blijkbaar is er toch niets veranderd. Anders had ik je dit nooit verteld.
Ik ben jullie meester is enerzijds een familieverhaal, maar het krijgt een breder maatschappelijk karakter, waardoor het meer wordt dan louter iets persoonlijks. Het boek is wellicht geschreven ter bemoediging voor zijn zoon, maar het zou ook leerzaam zijn voor heel veel naïeve, witte Nederlanders.
Coen Peppelenbos
Jeffrey Spalburg – Ik ben jullie meester. Das Mag, Amsterdam. 200 blz. € 22,50.