Recensie: Jhumpa Lahiri – Romeinse verhalen
Wegen die naar Rome leiden
Het blijft een raadsel waarom Jhumpa Lahiri nog steeds niet voorbij de status van literaire geheimtip is gegroeid. Waar generatiegenoten als Jennifer Egan en Donna Tartt inmiddels wereldfaam genieten en bestsellers produceren, lijkt Lahiri, ondanks haar uitstekende staat van dienst, maar een relatief klein lezerspubliek te bedienen. Wat daar misschien niet bij geholpen heeft, is Lahiri’s wonderbaarlijke keuze om sinds een tiental jaar niet langer in haar moedertaal Engels, maar in het door haar aangeleerde Italiaans te schrijven. Commercieel gezien misschien niet heel handig in een wereld waarin er nu net steeds meer Engelse boeken worden geconsumeerd. Wat ook niet helpt, althans in ons taalgebied, is dat Lahiri’s werk niet uiterst literair in de markt wordt gezet. Ook de cover van haar nieuwste boek Romeinse verhalen doet weer eerder een luchtige beach read vermoeden, dan een hoogwaardig literair product. Hoewel dat als verkooptechniek om meer lezers aan de literatuur te krijgen dan ook wel weer valt toe te juichen.
Romeinse verhalen is Lahiri’s eerste verhalenbundel sinds haar overstap naar het Italiaans. Voor haar eerste verhalenbundel, Een tijdelijk ongemak, won ze in 2000 meteen de Pulitzerprijs. Dat doet de verwachtingen rond deze bundel hoog oplopen. Al helemaal omdat het boek ook nog eens de haast programmatische titel Romeinse verhalen draagt. Uit die titel lijkt een verlangen te spreken om de eeuwige stad, waarin al deze verhalen zich af lijken te spelen, op te eisen en zich eigen te maken. Om de ziel van Rome, en in het verlengde daarvan misschien wel van alle Italianen, te ontwarren en bloot te leggen. Dat dat binnen het huidige Italiaanse politieke klimaat, zeker voor iemand die zelf van buiten Italië komt, een precaire onderneming is, moge duidelijk zijn.
Rome is bij Lahiri allesbehalve eeuwig, maar eerder veelvormig en veranderlijk. Een doorstroomgebied voor mensen met allerlei achtergronden, arm, rijk, man, vrouw, autochtoon, vreemdeling. Deze tegenstellingen worden in negen verhalen vakkundig tegen elkaar uitgespeeld. Mooi voorbeeld is het tweede verhaal, ‘De samenkomst’, waarin twee vriendinnen van redelijk goede komaf een gezellige lunch tegemoet lijken te gaan. Tot het personeel van het restaurant subtiele, alledaags racistische opmerkingen begint te maken. De witte vrouw, die in de rouw is na de dood van haar vader, verlaat opgelucht en verlicht het restaurant. De vrouw van kleur blijft verstomd en bedrukt achter. Wit privilege in een notendop.
Doordat je slechts in een subtiel bijzinnetje, waar je in eerste instantie gemakkelijk overheen leest, te horen krijgt dat een van de twee vrouwen ‘een donkere huidskleur’ heeft, blijft lang onduidelijk hoe de verhoudingen nu precies liggen. Lahiri is er een meester in om het beslissende moment van een verhaal tot in het extreme uit te rekken, soms zelfs tot op de laatste pagina. Als lezer word je vaak lang in het ongewisse gehouden over wat er nu precies aan de hand is en wie dit alles tegen je vertelt. Op deze manier speelt Lahiri slim met de verwachtingen van haar lezer. Vaak moet je je vooroordelen over een personage halverwege bijstellen of blijk je ineens met heel iemand anders te maken te hebben dan je in het begin dacht.
Helaas weet niet elk verhaal de spanning lang genoeg op te rekken. In de wat langere verhalen (‘Feest van P.’ en ‘De Trap’) begint er na een tijdje wat sleur in te komen. Dan begint Lahiri’s stijl, die zakelijk en beschrijvend blijft, zich ook tegen haar te keren. Doordat de verhalen niet zozeer op hun plot maar eerder op de sfeer en psychologische spanning drijven, helpt zo’n uitgebeende stijl op zulke momenten niet om de spanning erin te houden.
Ook begin je hoe verder de bundel vordert iets van herhaling gewaar te worden. Dezelfde thema’s komen bovendrijven en ongeveer gelijkaardige verhalen worden verteld met net iets andere stukken en zetten. Pas in het laatste verhaal, ‘Dante Alighieri’, een meeslepende meditatie over de dood en de keuzes die een leven maken, toont Lahiri zich ineens van een lyrische en zinnelijke kant. De registers gaan open en het licht stroomt binnen. Daar had ik best wat meer van willen meemaken.
Jonathan van der Horst
Jhumpa Lahiri – Romeinse verhalen. Uit het Italiaans vertaald door Manon Smits. Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen. 224 blz. € 22,99.
Alle wegen beginnen bij Rome. Vandaar dat alle wegen ernaar leiden.