Recensie: Miek Zwamborn – Onderling
Muzisch landschapsonderzoek
Het natuurlijke landschap, dus die plek waar geen gebouwen staan of auto’s razen, krijgt nieuwe aandacht nu de toekomst van de aarde op het spel staat. Maar bij sommige auteurs was dat altijd al het geval, zoals bij Miek Zwamborn. Onderling, haar nieuwste boek, zou je landschapsonderzoek kunnen noemen als dat niet zo academisch klonk. Juist de integratie van onderzoek en verbeelding, waarbij feiten en literaire complementen elkaar niet uitsluiten, maakt deze bundel buitengewoon.
In het werk van Miek Zwamborn, behalve schrijver ook beeldend kunstenaar, is het leven in en zelfs met het landschap een constante vanaf haar vroege werk. Zoals in de novelle Vallend hout uit 2004, waarin de verzorging van een tuin centraal staat, met aandacht voor zowel boomchirurgie als de door de jaren heen in stammen gekraste namen. In de uit 2013 daterende roman De duimsprong vond Zwamborn een fascinerende vorm, waarin geologie, de bergwereld en excentrieke negentiende-eeuwse onderzoekers een rol spelen. In Wieren (2018) liet ze de fictie los en werd ze echt een natuurvorser, al blijft er toch altijd wel een beetje hang naar curiositeit aanwezig, zoals ook Atte Jongstra dat kent.
In Onderling is fysieke en geestelijke aanraking opnieuw een wezenlijk aspect van haar werk. Op het Schotse eiland Mull tracht zij aan de hand van eigen ervaringen, door elk detail op te zuigen, maar niet minder door gedichten, brieven, plattegronden en foto’s het gebied te analyseren. En ook dat woord klinkt te academisch, want Zwamborns methodes hebben daarvoor een te muzisch karakter. Daar leven is echter geen kleinigheid en maar weinigen houden het ook vol.
De eerste vraag die de eilanders me stelden, was of ik ook in de winter op Mull zou blijven. Eén winter is een voorproefje, twee winters een hoopvol begin, drie winters een voorlopige belofte. Na zes winters ben ik nog steeds een debutant.
Zwamborn ziet, voelt en ruikt alles, overdenkt het landschap en zijn bewoners, of dat nu gaat om glimmende paddenogen, boomschimmels of de fricties tussen de weinige bewoners. Maar ook een militair oefenterrein, de Submarine Exercise Area, tien mijl uit de kust van Mull, heeft haar aandacht, om langs die weg uit te komen bij de raadselachtige dood van tientallen spitssnuitdolfijnen. De mens met zijn vaak dubieuze bezigheden heeft overal maling aan, mag je er zelf bij denken. Soms herinnert dit werk aan W.G. Sebald of Julia Blackburn, die ook met een cultureel ontwikkeld oog door Britse dreven dwaalden.
Volgens het omslag kent Zwamborn het verlangen in het landschap op te gaan, waarmee ze als een zielsverwant klinkt van Donald Niedekker, die ook niet snel zal spreken van ‘de ons omringende natuur’, omdat we ons er niet van kunnen distantiëren. Kleine foto’s ondersteunen Zwamborns tekst of misschien nog wel meer de sfeer. Zoals ook gedichten dat kunnen:
een lam met groezelige vacht
loopt voor een dorre braamstruik uitwanneer het omkeert in de verte
lijkt het lijf een aan prikkeldraad geregen kraalgrazende takken
schieten moeilijk wortel
maar stel dat het luktals schapen aan prille braamstruiken uitbotten
zullen doorns dan verdwijnen
door het oorverdovend geblaat?
Ruime aandacht besteedt Zwamborn ook aan de medebewoners in dat afgelegen gebied die zich allemaal op hun eigen manier verhouden tot de uitdagende aspecten van de natuur. Bijvoorbeeld de eenzaat Neil of the Woods, een voormalige bankbediende, die een plukje productiebos kocht als oudedagsvoorziening, zoals Zwamborn het omschrijft. Hij woonde in een caravan met zonnepaneel om zo te ontkomen aan uitgaven voor elektriciteit, waterleiding en belastingen. Tijdens een bezoekje van haar om hout te halen begon de man echter met verhardende ogen te praten over wat hij allemaal kon met een kettingzaag. Het verontrustte Zwamborn erg en ze is tot de dag van vandaag opgelucht dat ze hem toen gesmeerd is. Ook dat is een facet aan wonen in afgelegen oorden.
Maar Onderling is overwegend een zachtmoedig en intiem portret van de mens die met de natuur kan leven, zoals de titel al aangeeft. Zou moeten leven, om de aarde voor erger te behoeden.
André Keikes
Miek Zwamborn – Onderling. Langs de kustlijn van Mull. Van Oorschot, Amsterdam. 240 blz. € 27,50.