Recensie: Joris Miedema – Algen uit een andere dimensie
Tussen omgekapte kerfstokken en krakende kisten
Na De vlucht van de levenloze libellen van Joris Miedema is nu ook het tweede deel van de trilogie verschenen, de dichtbundel Algen uit een andere dimensie. En een andere dimensie betreed je op eigen risico.
Voor eenieder die met wat moeite terugblikt op zijn jeugd, is de eerste stap die je in de bundel zet, in elk geval heerlijk relativerend:
stiekem was het donker en woonde ik in mijn hoofd
in het huis waar ik was opgegroeid
ik had ons samenzijn al zo vaak bekeken
dat mijn ouders in een kleverige pasta
waren veranderd
en over hun stoelen waren uitgesmeerdalsof de tijd hun substantiële bestaan
had aangetast
met een pollepel probeerde ik
restanten van ze te redden
ik heb ze in passende vormen gegoten
en laten drogen
De kleverige pasta voelt misschien wat onwennig als je het over ouders hebt, maar aan de andere kant zijn ze wel onlosmakelijk met ons verbonden en kom je niet zo makkelijk van hen los. Wie in zijn verleden graaft, merkt hoe alle herinneringen van vorm kunnen veranderen en hoezeer je daar zelf invloed op hebt. Dat je daar een pollepel bij kunt gebruiken, is op zijn minst verrassend.
Hoe verder je de bundel in stapt, hoe vreemder het universum wordt. Je belandt in droomachtige, soms wel nachtmerrieachtige ruimtes, die je maar met moeite loslaten: in ‘Nachtbrief’ staat in de tuin een onbekende brievenbus waar een doorzichtige envelop uit hangt, bij de afzender een kruisje. Het lyrisch ik herkent aan ‘de blanco vellen en ezelsoren’ het handschrift van zijn vader: ‘hij zal wel gepoogd hebben / om iets vakkundig niet te formuleren’. In een ander gedicht ligt de ik onder de grond tussen krakende kisten. Alledaagse voorwerpen, zoals een ‘gaspitje’ of ‘aardlekschakelaar’ krijgen op die plek ineens heel andere gevoelswaarden.
Miedema roept bizarre beelden op, zoals een opa die tijdens de verjaardag van de ik uit de vruchtenbowl springt: ‘aan zijn wang hing het hoofd van zijn valse herdershond’. Waarschijnlijk is de ervaring vergelijkbaar met die van het madelaine-cakeje van Proust, maar dan wat minder nostalgisch. De situaties zijn beklemmend, maar tegelijkertijd hilarisch en vindingrijk: ‘mijn oma’s hand sloeg de arm / van mijn opa weg en ze verdwenen / we speelden Yahtzee zonder hen.’ Opgelucht haal je even adem, maar je weet dat het niet lang zal duren voordat je weer in een huiveringwekkende situatie belandt.
De ik draagt nogal wat doden bij zich en schudt die maar moeilijk van zich af. Zo hoort hij op de kinderboerderij geiten mekkeren en konijnen stampen zoals Leo deed, toen hij nog leefde. In een ander gedicht zit er een ‘loszittend mannenkoor’ in zijn hoofd, dat af en toe een liedje opgooit, ‘vaak verhusseld / als in een vergiet’. In ‘heelhaas’ zit, als de ik wakker wordt, een menskleurige haas op de plek waar zijn linkervoet heeft gezeten. Om weer enigszins zichzelf te worden, moet hij de haas gewelddadig van zich afsnijden.
De dood is vaak ook heel gewoon: ‘ik ben overleden maar niet op komen dagen / zoals zo vaak in mijn leven’. Net als in het gewone leven, komt iets soms gewoon niet zo goed uit. Miedema drijft daarin de spot met alledaagse problemen: ‘Nu ik afgesloten ben van gas en elektriciteit / het huis koud genoeg is / voor een dode alleen / houd ik eindelijk wat geld over’.
Misschien is het niet te doen om de hele bundel in één keer achter elkaar te lezen. Na verloop van tijd voel je je steeds kleveriger en zwaarder worden van de dood. Tegelijkertijd wordt die dood opgevoerd als een feestje, zij het wat macaber. De bundel doet denken aan het middeleeuwse ‘Van der Mollenfeeste’ van Anthonis de Roovere, een indringend memento mori, en dat zijn we misschien niet meer zo gewend in ons veilige leven. Niet iedereen zit erop te wachten om geconfronteerd te worden met een ‘ledematenlawine’, omdat een groenwerker per ongeluk ‘wat kerfstokken’ heeft omgekapt ‘in plaats van piketpaaltjes’.
Als je je durft over te geven aan deze kolder, valt er veel te griezelen en te lachen tussen deze algen uit een andere dimensie, maar als je je kaken stijf op elkaar wilt houden, dan kom je ook zeker flauwe grappen tegen, maar wat wil je, als:
de letters vallen als gehandicapte zwanen
uit mijn mond
ze kunnen niet meer
met hun nek
de juiste hoek aanhouden
om uit te beelden
welk teken ik bedoel
Dietske Geerlings
Joris Miedema – Algen uit een andere dimensie. Opwenteling. 56 blz. € 17,50.