Recensie: Marie-Hélène Lafon– Het hoge land
‘Om te bedaren en vol te houden’
Het hoge land van de Franse auteur Marie-Hélène Lafon begint met een bijna vrolijk motto van Jean Giono over een eenzelvig everzwijn dat zijn weg snuffelt naar boerderijen en zich met modder op zijn buik in het water wentelt, de frisheid door zich heen laat gaan, en uiteindelijk in de bron bijt. Lafon keert in deze novelle terug naar haar geboortestreek, maar haar zoektocht is wat grimmiger dan die van het tevreden snuffelende everzwijn. Vanaf de eerste bladzijde ben je als lezer op je hoede, je durft je amper te bewegen en dat komt, omdat de hoofdpersoon als versteend op haar stoel zit en afwacht tot haar op de bank slapende echtgenoot wakker wordt.
Je voelt dat de man beter kan blijven slapen, terwijl ook de versteende toestand van de vrouw onhoudbaar is. Dat de meisjes en Gilles op het erf zijn, voelt niet per se als een geruststelling. De spanning stijgt en slaat om in verontwaardiging en machteloosheid op het moment dat de echtgenoot wakker wordt. Ik wil daarover niet meer vertellen, omdat je op het puntje van je stoel moet zitten als je leest, en als je wilt weten waar de spanning vandaan komt en waarom die emoties toeslaan, dan moet je het zelf ondergaan. De dreiging is voortdurend voelbaar: ‘als de honden voorbij het tuinhek lopen of achter de esdoorn gaan liggen, weet ze dat hij niet meer veraf is.’ De prachtige omgeving waar de boerderij staat, is evenwel troostrijk, evenals het werk dat er te doen is:
Om te bedaren en vol te houden, moet je dóen. Dingen doen. Dat heeft ze geleerd; werken, lijstjes opzeggen, denken aan anderen, zichzelf verhalen vertellen over mensen, buiten de familie, en de gelegenheden te baat nemen. De gelegenheden noemt ze windstiltes, die bestaan en sommige zijn vrij voorspelbaar. Vanmiddag bijvoorbeeld zal ze tot tegen vijf uur alleen zijn; hij komt wellicht niet thuis voor ze gedaan hebben met melken, de koeherder heeft zijn dag vrijaf omdat hij morgen, zondag, alle taken alleen moet uitvoeren met de knecht, Felix, die nooit weggaat.
De novelle is een drieluik. Het middelste deel, dat zich bijna zeven jaar later afspeelt, is een stuk korter en geschreven vanuit het perspectief van de echtgenoot. Het is moeilijk om je na het eerste deel in hem te verplaatsen, maar je zult wel moeten, omdat je verder wilt lezen, en dan verschuift er iets. Kun je als lezer medeplichtig zijn? Het slot beslaat slechts twee bladzijden. Het is geschreven vanuit de jongste dochter en speelt zich af in 2021, zevenenveertig jaar na het tweede deel. Pas in dit slot besef je dat een kind altijd de getuige is van een huwelijk en dat deze dochter, wil zij teruggaan naar de bron, beide wegen langs moet, die van de moeder én van de vader.
Het drieluik is volledig uit balans als je kijkt naar de verdeling van de bladzijden over de drie delen, en dat is knap geconstrueerd. De vertaling van de titel is opmerkelijk, daar de oorspronkelijke titel Les sources is. De boerderij waar het verhaal zich afspeelt, ligt langs de rivier de Santoire. Als de auteur in deze novelle teruggaat naar haar geboortestreek, dan gaat ze dus in tweeërlei opzicht terug naar de bron. Toch is de eigenzinnige vertaling van de titel zo passend. Door de dubbele h-klank klinkt deze haast hijgend en dat is precies het gevoel dat je hebt tijdens het lezen: je houdt je adem in en gaat daardoor steeds hoger ademen. Het hoge land klinkt als het land waar je veiligheid kunt zoeken tegen de al te overweldigende bron daar in de diepte.
Het hoge land is aangrijpend, vooral ook door de ingetogen stijl. Het werpt een licht op het leven van zomaar een gezin, het drama dat zich daar afspeelt, zonder dat het zich als drama voordoet, want er zijn drama’s die dagelijkse sleur worden – ‘het is een manier van zijn’ – en als onhandige, maar haast vertrouwde ballast dag in dag uit meegezeuld worden. Het toont de veerkracht van mensen, maar ook de maat die ineens vol is. De verontwaardiging die je als lezer opbouwt, wordt op een wonderlijke manier getemperd, gestild, niet alleen door het idyllische landschap, maar ook door de jongste dochter, met haar sprekende naam, Claire, die weet waar de sleutel ligt: ‘onder een lei, achter de esdoorn, maar ze zal het huis niet binnengaan.’
Dietske Geerlings
Marie-Hélène Lafon – Het hoge land. Vleugels, Bleiswijk. 88 blz. € 23,95.
Te koop bij de betere boekhandel of bij de uitgever.