Column: Eric de Rooij – Het is oorlog
Het is oorlog
Dit weekend ruilde ik de hedendaagse slachtpartijen in voor die uit de eerste eeuw na Christus. Ik sloot de gordijnen, deed mijn telefoon uit (niet de code vergeten) en trok me terug met Tom Holland: Pax. Oorlog en vrede in het gouden tijdperk van Rome. Er zijn mannen die elke dag wel een keer aan het Romeinse rijk denken – het is een trending vraag op internet, Google er maar eens op. Ik beken, ik hoor ook tot die groep.
Pax stelt niet teleur als je jezelf op wreedheden wil trakteren. Het loopt uit de hand wanneer Nero tot zelfmoord wordt gedwongen en, in het befaamde jaar 69, vier keizers een gooi naar de macht doen. Eerst wordt Galba over de kling gejaagd. Met zijn afgeslagen hoofd wordt door de straten van Rome gehost. Zijn opvolger Otho beëindigt zijn korte keizerschap met zelfmoord. Nog slechter vergaat het Vitellius, ‘poepertje’ voor intimi omdat hij in zijn jonge jaren de schandknaap van Tiberius was. In december 69 wordt zijn lijk van de Trap der Zuchten gegooid om vervolgens in de Tiber te verdwijnen. Met Vespasianus als vierde keizer eindigt de Burgeroorlog, maar dan zijn er tijdens opstanden aan de randen van het hele keizerrijk en de vernietiging van de stad Cremona wel tienduizenden mensen door geweld om het leven gebracht.
Stel dat in het jaar 69 ook iedereen met mobieltjes rondliep of met camera’s op helmen, zoals we in hedendaagse oorlogen zien, zouden we dan meer begrijpen van wat er toen aan de hand was, of misschien meer mee-leven? Tientallen beelden van hossende mensen met het hoofd van Galba, shots van de moordpartij in Cremona, ik noem maar twee momenten. Zou je het willen zien, bijna twintig eeuwen later? Via Twitter heb ik veel wrede en hartverscheurende beelden gezien, in Israël, in Gaza, in Oekraïne. Die beelden gaat over honderden jaren een historicus gebruiken die de oorlogen van de 21e eeuw beschrijft. Zoals Tom Holland bij het schrijven van Pax geen slapeloze nacht heeft gehad van de gewelddadige dood van de inwoners van Cremona (dat neem ik voor het gemak aan), zo zal er dan over hedendaagse conflicten geschreven worden – voorbij aan de emoties van afschuw, verdriet, woede of angst die wij, de levenden van nu, elke dag ervaren. Hoe dichterbij de ellende plaatsvindt hoe meer verwantschap je voelt, hoe meer het je raakt: dat geldt geografisch, naar afkomst, naar diersoort, maar ook in tijd. Ik denk elke dag aan de Romeinen, maar Oekraïne, Gaza en Israël raken me werkelijk.
Hopelijk besteedt de historicus van de toekomst dan toch een cursiefje aan die ene scène die ik op Twitter zag: een groep rouwende mannen loopt met een baar op hun schouders door een verwoest landschap. Het luchtalarm klinkt, de dragers smijten de baar op de grond en rennen weg om te schuilen. Enkele seconden ligt de baar eenzaam midden op de weg – bewegingloos. Dan wordt het laken opzij geschoven en kruipt ‘het lijk’ eruit, dat ook een veilig heenkomen zoekt.
Wat zie ik nu?
Mensen die een fake-dode wilden opvoeren en door een stiekeme filmer ontmaskerd worden? Of een filmer die de hele scène zelf gescript heeft om de tegenpartij in diskrediet te brengen? Slapstick in oorlogstijd.
Wellicht zal die toekomstige historicus schrijven dat in de oorlogsjaren van de 21e eeuw ook de film Geographies of solitude verscheen. Natuuronderzoeker Zoe Lucas verzamelt plastic dat op het strand van Sable Island aanspoelt en houdt in Excel-bestanden nauwgezet haar vondsten bij, jaar in jaar uit. Niet al die filmpjes van gewelddaden blijken dan de belangrijkste bron te zijn om onze tijd te begrijpen, maar wel de Excel-bestanden van Lucas.
Eric de Rooij